Zoekresultaten 301-310 van de 515 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:62 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-565/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:50 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2424

    Klacht tegen psychiater. De psychiater was werkzaam als geneesheer-directeur van een GGZ-instelling. Op enig moment is een verzoek binnengekomen van Veilig Thuis om informatie te verstrekken over klaagster vanwege ernstige zorgen over haar zwangerschap en de veiligheid van haar ongeboren kind. De psychiater heeft hier per brief op gereageerd. Klaagster verwijt de psychiater dat hij a) zijn beroepsgeheim heeft geschonden, zonder dat daartoe de strikte noodzaak kon worden vastgesteld en in strijd met de regel dat alleen op concrete vragen antwoord wordt gegeven, b) onjuiste en onvolledige informatie heeft verstrekt, en c) informatie heeft verstrekt aan een bepaalde locatie van Veilig Thuis, terwijl alleen een andere locatie van Veilig Thuis bevoegd was om een onderzoek uit te voeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond verklaard en de psychiater de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht ongegrond verklaard. Zowel klaagster als de psychiater hebben tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat het beroep van klaagster faalt. Het beroep van de psychiater slaagt, omdat het Regionaal Tuchtcollege naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege de klacht van klaagster ten onrechte heeft uitgebreid en gegrond heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht alsnog geheel ongegrond en daarmee vervalt de opgelegde maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:56 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-604/DH/DH

    Verweerder heeft opgetreden als vereffenaar in de nalatenschap van de moeder van klager. Verweerder heeft zich in door klager ingestelde procedures laten bijstaan door een advocaat. Hij is voor de keuze om een advocaat in te schakelen geen verantwoording verschuldigd aan klager. Evenmin is verweerder gehouden om in relatie tot klager verantwoording af te leggen over de vereffeningskosten (waar de advocaatkosten onderdeel van zijn). De klacht is in alle onderdelen ongegrond. Zie ook 24-615, de samenhangende klacht tegen de advocaat van de vereffenaar.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7369

    Klager meldt zich met een pijnlijke afgebroken tand bij de praktijk van verweerder. Hij wordt niet geholpen maar doorverwezen, omdat hij vier maanden eerder is uitgeschreven uit de praktijk. Klager is niet op de hoogte gebracht van het feit dat hij zou worden uitgeschreven en de KNMT-regeling is niet gevolgd. Verweerder stelt dat de uitschrijving gerechtvaardigd was, maar erkent dat dit niet conform de KNMT-richtlijn is gebeurd. Hij betwist dat sprake was van een spoedeisende situatie toen de tand was afgebroken.Het tuchtcollege acht de klacht gegrond omdat de juiste procedure voor een uitschrijving niet is gevolgd en er geen zorgvuldige beoordeling van de spoedeisendheid van de situatie heeft plaatsgevonden. Als maatregel wordt een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:53 Hof van Discipline 's Gravenhage 240301

    Beklag artikel 13 Advocatenwet ongegrond. Beroepstermijn verstreken, geen redelijke kans van slagen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:50 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-398/DH/RO

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:63 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-589/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat in een familierechtelijke procedure. Verweerder heeft erkend te hebben nagelaten om verweer te voeren tegen het alimentatieverzoek, waardoor klagers financiële situatie niet is meegenomen. Ook heeft verweerder de beschikking niet doorgezonden aan zijn cliënt, die daarmee plotseling is geconfronteerd toen de deurwaarder die kwam betekenen. Omdat verweerder voldoende blijk heeft gegeven dat hij de onjuistheid van zijn handelen inziet, volstaat de raad met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7738

    Voorzittersbeslissing. Klaagster dient een klacht in over een cardioloog-intensivist die in een videoboodschap op een website een uitspraak over orgaandonatie heeft gedaan. De voorzitter oordeelt dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht omdat het handelen niet valt onder de eerste of tweede tuchtnorm.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2613

    Klacht tegen huisarts, die als samenwerkingspartner ten aanzien van COVID-19 teststraten heeft opgetreden. Klager verwijt de huisarts dat zij a) ongevraagd zijn pols heeft gevoeld, daarbij twee keer een diagnose heeft gesteld, en dat zij haar positie als huisarts misbruikte door klager met de door haar versterkte zorg over zijn gezondheid tot zakelijke concessies te bewegen, b) op meerdere momenten de situatie rond Covid19 gebruikte om meer geld af te dwingen dan tussen partijen was afgesproken, c) de continuïteit van de teststraat in gevaar bracht, d) tekortschoot in haar management, inspectie en controleverplichtingen van de testlocaties, en e) fraude pleegde met facturen en met verklaringen. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in klachtonderdeel omdat het verweten handelen niet valt onder één van de tuchtnormen. In de overige klachtonderdelen is klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat hij niet kan worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende. Klager heeft beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring ten aanzien van de klachtonderdelen a en e. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:57 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-615/DH/DH

    Verweerster heeft opgetreden als advocaat van de vereffenaar van de nalatenschap van de moeder van klaagster. Zij was in die hoedanigheid niet verplicht om aan klager verantwoording af te leggen over haar kosten. Evenmin is het aan verweerster om te verantwoorden dat haar kosten in rekening zijn gebracht bij de nalatenschap. De klacht is in alle onderdelen ongegrond. Zie ook 24-604, de samenhangende klachtzaak tegen de vereffenaar.