Zoekresultaten 1-10 van de 467 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8058

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij haar klachten niet serieus heeft genomen en tweemaal een verkeerde diagnose heeft gesteld, in juni 2024 voor klaagster geen spoedafspraak bij de neuroloog heeft gemaakt, maar instemde met een afspraak voor drie weken later en haar op een zakelijke manier heeft behandeld in september 2024 en niet heeft gevraagd hoe het met haar ging. De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de huisarts de klachten van klaagster niet serieus heeft genomen. Zij heeft klaagster bij ieder consult bevraagd, lichamelijk onderzoek gedaan behorende bij de klachten waarmee klaagster op de consulten verscheen en waar nodig nader onderzoek ingesteld. Ook kan niet worden vastgesteld dat zij tweemaal een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het college kan de huisarts volgen in haar verweer dat op het moment van verwijzen (juli 2024) geen acute of neurologische (uitvals)verschijnselen waren en dat er daarom geen indicatie voor een spoedverwijzing was. De indicatie voor de wachttijd bedroeg drie weken. Tenslotte is het college van oordeel dat niet is gesteld of gebleken dat de huisarts klaagster onheus of onprofessioneel heeft te woord gestaan. De klacht is kennelijk ongegrond in al zijn onderdelen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7682

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts, waarschuwing en kostenveroordeling. Verzoek behandeling achter gesloten deuren afgewezen. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat zij klaagster – ten onrechte en zonder haar toestemming – heeft doorverwezen voor behandeling van psychische klachten. Voorts verwijt klaagster de huisarts dat zij – zonder toestemming van klaagster en zonder haar te informeren – contact met derden over klaagster opnam en daarmee haar medisch beroepsgeheim heeft geschonden. De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat er sprake is van een gegronde klacht inzake de klachtonderdelen b) geen toestemming voor verwijzen en d) schending van het beroepsgeheim. Ten aanzien van de maatregel is het college is van oordeel dat kan worden volstaan met de maatregel van waarschuwing. Daarbij speelt onder meer een rol dat de huisarts heeft verklaard zich te realiseren dat zij toestemming had moeten vragen aan klaagster en eerder haar excuses heeft aangeboden voor het opnemen van contact met de ex-partner van klaagster zonder haar toestemming. Deels gegronde klacht, waarschuwing, publicatie in het algemeen belang en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7952

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat aan hem medische zorg is geweigerd in verband met klachten aan zijn kleine teen en een door klager gewenste doorverwijzing naar een KNO-arts. De huisarts heeft het college verzocht klager niet-ontvankelijk te verklaren en de klacht dus niet inhoudelijk te behandelen. De huisarts brengt naar voren dat hij bij de zorg aan de kleine teen niet persoonlijk betrokken is geweest. In de tweede plaats meent de huisarts dat klager met betrekking tot de klacht over de niet-verwijzing naar een KNO-arts misbruik maakt van het tuchtrecht. Het college komt tot het oordeel dat dit ontvankelijkheidsverweer niet slaagt en behandelt de klacht daarom inhoudelijk. Het college is van oordeel dat beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn. Kennelijk ongegronde klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2548

    Klacht tegen een directeur behandelzaken/klinisch psycholoog. Klaagster is in 2021 als minderjarige vanwege psychische klachten vrijwillig opgenomen in een GGZ-instelling. Verweerster is klinisch psycholoog/psychotherapeut en directeur behandelzaken van de GGZ-instelling. Nadat zich eind 2021 een incident heeft voorgedaan, heeft de GGZ-instelling tegen klaagster aangifte van zware mishandeling gedaan en is klaagster aangehouden. De pleegvaders van klaagsters verwijten de directeur behandelzaken/klinisch psycholoog namens klaagster dat zij als directeur behandelzaken ten aanzien van het ontslag van klaagster onzorgvuldig heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/7998

    Klacht van de inspectie tegen verpleegkundige gegrond. Schorsing van twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk. Bijzondere voorwaarden. De verpleegkundige wordt verweten dat zij seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld en medische informatie over patiënten met een derde heeft gedeeld. Het college oordeelt dat de verpleegkundige seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld door tijdens de afkoelingsperiode een seksuele relatie aan te gaan met een voormalig patiënt. Ook heeft de verpleegkundige haar beroepsgeheim geschonden. Er was geen situatie op grond waarvan zij haar beroepsgeheim mocht doorbreken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:121 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2702 en C2025/2703

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is in twaalf consulten over een periode van ruim drie maanden door de fysiotherapeut in de nek gemanipuleerd (gekraakt). De klacht omvat zeven onderdelen. Het Regionaal Tuchtcollege komt tot het oordeel dat de klacht op twee onderdelen gegrond is: er was geen informed consent en verweerder is te lang doorgegaan met dezelfde behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege legt aan de fysiotherapeut de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt, onder bespreking van de informed consent over de behandeling van klaagster, zowel het beroep van klaagster als het beroep van de fysiotherapeut.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7222

    Verweerster, werkzaam bij een instelling die forensische ambulante zorg, klinische zorg en reclassering verleent, heeft als GZ-psycholoog zorg verleend aan klager. Klager is door het college niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Klager bedreigt verweerster langdurig na het beëindigen van de behandelrelatie tussen hen. Aan klager is door de rechtbank een contactverbod opgelegd. Het college oordeelt, aan de hand van de inhoud van brieven en de uitingen van klager in deze procedure, dat klager, hoewel de klacht op zichzelf wordt beoordeeld als een te behandelen klacht, zijn klacht enkel heeft willen indienen met als doel het contactverbod te omzeilen en bedreigingen te kunnen uiten aan het adres van verweerster. Het college overweegt, verwijzend naar artikel 3:303 BW, dat klager zijn klacht daarom zonder voldoende belang heeft ingediend en verklaart hem niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:122 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2704

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is eind 2016 eenmalig door de fysiotherapeut onderzocht en behandeld vanwege pijn in de onderrug. Nadien heeft klaagster last van haar bovenrug, schouder en nek. Klaagster verwijt de fysiotherapeut dat zij verkeerd heeft behandeld (klachtonderdeel a). Daarnaast zou de fysiotherapeut van een telefoongesprek geen aantekening hebben gemaakt in het dossier (klachtonderdeel b). Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel a. ongegrond, klachtonderdeel b. gegrond en legt aan de fysiotherapeut geen maatregel op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:116 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2565

    .

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7374

    Kennelijk ongegronde klacht tegen orthopedagoog in de functie van gedragswetenschapper bij jeugdzorginstelling. De gedragswetenschapper ondersteunt, adviseert en coacht de jeugdbeschermers. Dat verweerster bij haar advisering geen contact heeft gehad met klaagster en/of de dochter past bij de wijze waarop zij haar functie uitoefent en is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.