Zoekresultaten 1-10 van de 77 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2511
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:21
Klacht tegen psychotherapeut. Klaagster verwijt de psychotherapeut dat zij haar onheus heeft bejegend in verband met een nog openstaande rekening. Daarnaast verwijt klaagster de psychotherapeut het niet tijdig afzeggen van een afspraak. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege kan zich in die beslissing vinden en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:22 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2502
- Datum publicatie: 04-02-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:22
Klacht tegen gz-psycholoog. Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij haar onheus heeft bejegend in verband met een nog openstaande rekening. Daarnaast verwijt klaagster de gz-psycholoog het niet tijdig afzeggen van een afspraak. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege kan zich in die beslissing vinden en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:18 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2582
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:18
Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager is een thans 58-jarige man die sinds 1999 een WAO-uitkering ontvangt. De verzekeringsarts is in het kader van een bezwaar- en beroepsprocedure gevraagd om, na het initiële rapport van een andere verzekeringsarts, de situatie van klager opnieuw te beoordelen. De verzekeringsarts is tot de conclusie gekomen dat het initiële rapport geen wijziging of aanvulling behoefde. Op grond van deze beoordeling is het bezwaar ongegrond verklaard. Klager verwijt de verzekeringsarts dat haar rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel en verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:19 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2356
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:19
Gegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster een borstvergroting uitgevoerd. Voorafgaand aan de operatie is klaagster geadviseerd door een consulente over de door haar gewenste borstvergroting. Tijdens dit gesprek is klaagster geïnformeerd over de mogelijkheden en zijn door de consulente foto’s van klaagster met ontbloot bovenlijf gemaakt. Na de operatie is klaagster voor nacontroles gezien door de consulente. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij heeft geweigerd haar medisch dossier te verstrekken, dat hij de nacontroles door een ondeskundig persoon heeft laten uitvoeren en dat hij de consulente de gelegenheid heeft gegeven foto’s van klaagster met ontbloot bovenlijf te maken en deze openbaar te maken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht van klaagster over de nacontroles gegrond en legt aan de plastisch chirurg daarvoor de maatregel van berisping op. De plastisch chirurg heeft tegen dit oordeel beroep ingesteld en klaagster heeft incidenteel beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat ook de klacht over het verstrekken van het medisch dossier en de foto’s (gedeeltelijk) gegrond zijn. De maatregel van berisping blijft in stand.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2340
- Datum publicatie: 03-02-2025
- Datum uitspraak: 03-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:20
Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij patiënte (klaagster) een lipoom aan de heup operatief verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg onder andere dat hij het operatiegebied niet gedesinfecteerd heeft en dat de nazorg onvoldoende was. Het RTG acht het onwaarschijnlijk dat de plastisch chirurg vergeten is het operatiegebied te ontsmetten en dat hij daar door zijn aanwezige collega’s ook niet op is gewezen. Dat er omstandigheden zijn waarom daarvan toch dient te worden uitgegaan zijn door klaagster niet gesteld en zijn het college ook overigens niet gebleken. Het RTG oordeelt verder dat de lezing van de plastisch chirurg dat hij klaagster heeft geïnformeerd, steun vindt in het medisch dossier en dat in het medisch dossier geen steun kan worden gevonden voor klaagsters stelling dat de plastisch chirurg te weinig aandacht aan haar heeft besteed. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht van klaagster ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6686
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:28
Kennelijk ongegronde klacht tegen chirurg. Klager verwijt haar een mogelijke fout tijdens een operatie van klager, alsmede onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek. Het college oordeelt dat het de chirurg niet te verwijten valt dat klager (die lijdt aan de darmziekte colitis ulcerosa en mogelijk ook aan Crohn) enkele maanden na de operatie weer last heeft gekregen van een fistel. Ook overigens is niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6687
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:29
Kennelijk ongegronde klacht tegen chirurg. Klager lijdt aan de darmziekte colitis ulcerosa en mogelijk ook aan Crohn. Hij verwijt de chirurg onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek en meent dat nadere diagnostiek vereist is voordat over een behandelbeleid kan worden beslist. Het college oordeelt dat de chirurg redelijkerwijs alles heeft gedaan om de fistel te lokaliseren. Dat dit niet is gelukt en dat daardoor ook geen behandelbeleid kon worden afgesproken waar klager achter stond, valt de chirurg niet tuchtrechtelijk te verwijten. Niet gebleken is welke nadere diagnostiek dan nog verricht had moeten worden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6688
- Datum publicatie: 31-01-2025
- Datum uitspraak: 31-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:30
Kennelijk ongegronde klacht tegen MDL-arts. Klager verwijt de MDL-arts dat een brief aan de huisarts van klager feitelijke onjuistheden bevat alsmede dat zij ten onrechte niet actief heeft uitgezocht waarom geen resultaten uit diverse onderzoeken kwamen. De brief aan de huisarts bevat een kennelijke vergissing, die derden echter niet op het verkeerde been kon zetten. Klager is het weliswaar oneens met de mogelijke diagnose Crohn maar de verwijzing naar de mogelijke aanwezigheid van Crohn in de brief is daarmee geen feitelijke onjuistheid. De verrichte onderzoeken en het te volgen beleid betrof een chirurgische kwestie, die de MDL-arts terecht aan de chirurgen heeft overgelaten.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/5925
- Datum publicatie: 29-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:13
Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zijn klachten heeft geïgnoreerd, dat hij de uitslag van de MRI heeft genegeerd en dat hij en zijn collega-huisartsen onderling niet over patiënten communiceren, geen recente informatie uitwisselen en deze informatie niet van elkaar lezen. Het college: de arts die een MRI aanvraagt, moet ervoor zorgen dat hij op de hoogte is van de uitslag, ook als de aanvraag enkel gericht is op geruststelling van de patiënt. Er was sprake van onvoldoende aandacht voor de presentatie van de klachten en van onvoldoende opvolging van ingezette stappen. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er niet gecommuniceerd is of geen informatie is uitgewisseld. De contacten met klager zijn zorgvuldig vastgelegd in het dossier, dat de basis vormt van de communicatie over een patiënt en de continuïteit van zorg. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5928
- Datum publicatie: 29-01-2025
- Datum uitspraak: 29-01-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:14
Klager verwijt de huisarts onder meer dat hij zijn klachten heeft geïgnoreerd en dat hij en zijn collega-huisartsen onderling niet over patiënten communiceren, geen recente informatie uitwisselen en deze informatie niet van elkaar lezen. Het college: het handelen van de huisarts tijdens het huisbezoek was zeer zorgvuldig. Om tot het oordeel te komen dat een arts een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van de onjuiste diagnose, voor zover daarvan sprake was, moet komen vast te staan dat de wijze waarop de arts tot de onjuiste diagnose is gekomen in strijd is met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende beroepsgenoot mag worden verwacht. Dit is niet het geval. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat er niet gecommuniceerd is of geen informatie is uitgewisseld. De contacten met klager zijn zorgvuldig vastgelegd in het dossier, dat de basis vormt van de communicatie over een patiënt en de continuïteit van zorg. Klacht ongegrond.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 8
- Volgende pagina zoekresultaten