Zoekresultaten 421-430 van de 673 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:196 Raad van Discipline Amsterdam 24-369/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:196
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Als partijdige belangenbehartiger is het de taak van verweerder om de belangen van zijn cliënt zo goed mogelijk te behartigen op een wijze als hem, in overleg met zijn cliënt, goeddunkt. Het tuchtrecht is er niet voor bedoeld de wederpartij instrumenten in handen te geven om de bewegingsvrijheid van de advocaat van de wederpartij te beknotten. Zolang binnen de grenzen van het betamelijke wordt gehandeld, kunnen klagers zich niet inlaten met de door verweerder als advocaat wederpartij gekozen strategie. Verder is niet gebleken dat verweerder gedragsregel 8 heeft geschonden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:271 Hof van Discipline 's Gravenhage 240062
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 08-11-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:271
Gegronde klacht over ten onrechte genomen executiemaatregelen. De titel, waarop de maatregelen waren gebaseerd, was vervallen door een uitspraak van het gerechtshof. In hoger beroep speelt alleen de vraag of klaagster wel een rechtstreeks eigen belang bij de klacht heeft. Het hof bevestigt dit en verzwaart de opgelegde maatregel tot 26 weken schorsing, waarvan 13 weken voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:190 Raad van Discipline Amsterdam 24-704/A/A 24-705/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:190
Voorzittersbeslissing; klachten over verweerders zijn gedeeltelijk niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de vervaltermijn en gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang of vanwege het ne bis in idem beginsel en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:197 Raad van Discipline Amsterdam 24-282/A/A 24-285/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 04-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:197
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van verweerders die klaagster bijstonden in een echtscheidingsprocedure. Verweerders hebben klaagster voldoende geïnformeerd over de mogelijkheden van gefinancierde rechtsbijstand. Verder is niet gebleken dat verweerders onvoldoende zorgvuldig een minnelijke regeling tot stand hebben gebracht voor klaagster. De bijstand van verweerders voldeed aan hetgeen van redelijk handelend en redelijk bekwame advocaten mag worden verwacht in de gegeven omstandigheden.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:272 Hof van Discipline 's Gravenhage 240202
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 28-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:272
Beklag op grond van artikel 13 ongegrond. Klager heeft al meerdere malen verzocht om toewijzing van een advocaat voor dezelfde kwesties. Telkens verzuimt klager om zijn verzoek feitelijk en begrijpelijk te onderbouwen. Misbruikbepaling.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:240 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6842
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 15-11-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:240
Deels gegronde klacht tegen een cardioloog. Klaagster heeft zich bij de stichting waar verweerster als cardioloog aan verbonden is aangemeldin verband met lichamelijke klachten. Klaagster is eenmalig op consult geweest. Daarnaast is er veel e-mail- en whatsappcontact geweest tussen klaagster en verweerster. Klaagster vindt dat verweerster haar niet goed heeft behandeld en foutieve facturen heeft gestuurd. Het college komt tot het oordeel dat de klacht wat betreft de facturen deels gegrond is. Ten aanzien van de behandeling oordeelt het college dat het hij op wetenschappelijke gronden de diagnose CVS/ME van verweerster niet kan volgen, maar dat het college ook niet kan vaststellen dat deze diagnose onjuist is omdat op dit terrein de diagnose wordt gesteld bij uitsluiting, zoals verweerster heeft gedaan. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond. Over de facturen is het college van oordeel dat verweerster de behandeling onder een onjuiste DBC-code in rekening heeft gebracht. Ook is op de factuur een fietsproef vermeld die niet is afgenomen en is het consult onterecht als ‘dagverpleging’ op de factuur opgenomen. Wat betreft de kosten die voor de digitale contacten in rekening zijn gebracht geldt dat dit aan zorgverleners is toegestaan, al is de gekozen DBC-code volgens het college discutabel. Het college verklaart de klacht deels gegrond en legt verweerster de maatregel op van een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:191 Raad van Discipline Amsterdam 24-698/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:191
Voorzittersbeslissing. Klacht niet ontvankelijk gelet op de overschrijding van de in artikel 46g onder a eerste lid Advocatenwet genoemde termijn. De stelling van klaagster dat de gevolgen van het handelen van verweerder pas na ommekomst van drie jaren bekend zijn geworden, wordt door de voorzitter verworpen. Er is naar het oordeel van de voorzitter ook geen sprake van (zeer) bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar zou kunnen maken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:192 Raad van Discipline Amsterdam 24-706/A/A
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 11-11-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:192
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld richting klaagster en het is niet aan de tuchtrechter om te oordelen over een juridisch inhoudelijk geschil tussen partijen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:274 Hof van Discipline 's Gravenhage 240138
- Datum publicatie: 15-11-2024
- Datum uitspraak: 31-10-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:274
Klacht tegen de deken niet verwezen. Misbruikbepaling.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6979
- Datum publicatie: 14-11-2024
- Datum uitspraak: 12-11-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:126
Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en verder kennelijk ongegrond. Familie van een in 2014 overleden patiënte klagen tegen een arts die destijds als arts (niet in opleiding tot specialist) nog maar kort werkzaam was op de afdeling van het ziekenhuis. De klacht gaat onder meer over onvoldoende lichamelijk onderzoek, het niet stellen van een differentiaal diagnose, het kiezen van een expectatief beleid en het voorschrijven van slaapmedicatie. De arts heeft onderzoek verricht bij patiënte en haar gesproken. De klacht over het handelen of nalaten meer dan 10 jaar voorafgaande aan de indieningsdatum van de klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.