Zoekresultaten 31-40 van de 673 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:13 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-961/AL/MN
- Datum publicatie: 20-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:13
Raadsbeslissing. Verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet nadat verweerder eerder al is geschorst op grond van artikel 60ab Advocatenwet. Toewijzen verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot de praktijkuitoefening te treffen. De raad constateert op grond van de (niet betwiste) feiten dat verweerder na de door de raad opgelegde schorsing van 14 oktober 2024 nog steeds de beschikking heeft over dossiers van zijn cliënten voor wie hij tot aan zijn schorsing als advocaat optrad. Verweerder heeft structureel geweigerd om die dossiers en een lijst van lopende zaken aan de deken aan te leveren. Op dit moment is onbekend hoeveel dossiers verweerder nog onder zich heeft en er is ook geen zicht op de eventuele noodzaak en spoedeisendheid van het verrichten van werkzaamheden in die dossiers. Ook krijgt de waarnemer van verweerder geen contact met hem. Datzelfde geldt voor een cliënte die door verweerder niet op de hoogte was gesteld van de schorsing en voor een advocaat die een zaak van verweerder wilde overnemen. De raad stelt op grond van het voorgaande vast dat verweerder de onderzoeks- en toezichthoudende taken van de deken frustreert. Door dit handelen en nalaten van verweerder dreigen zijn voormalige cliënten ernstig in hun (financiële en processuele) belangen te worden geschaad, althans: kan niet worden bezien wat er in het belang van deze cliënten noodzakelijk is. Gelet hierop is de raad van oordeel dat het verzoek van de deken dient te worden toegewezen. De raad beseft dat deze verzochte voorziening vergaand is, maar overweegt dat verweerder vele kansen heeft gehad om vrijwillig aan zijn verplichtingen te voldoen en ook op de zitting is - door de opstelling van verweerder - gebleken dat een minder vergaande oplossing niet mogelijk is. Desondanks zal de raad - vanwege het ingrijpende karakter van de verzochte voorziening - verweerder alsnog in de gelegenheid stellen om binnen zeven dagen vrijwillig aan de verzoeken van de deken te voldoen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7118
- Datum publicatie: 20-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:8
Klacht tegen een anesthesioloog-intensivist kennelijk ongegrond. De klacht gaat over de inmiddels overleden vader/echtgenoot van klagers. Patiënt kwam op 1 maart 2022 bij de Spoedeisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis met zuurstoftekort en koorts. Nadat hij positief testte op COVID-19 werd patiënt overgeplaatst naar de Intensive Care en aan de beademing gelegd. Uit onderzoek bleek dat er sprake was van een longontsteking door COVID-19. Ondanks verschillende medicatie, onderzoeken en behandelingen ging de gezondheid van patiënt steeds verder achteruit. Op 24 maart 2022 werd samen met de familie besloten om de behandeling van patiënt te staken, waarna patiënt overleed. Klagers zijn niet tevreden over de behandeling van patiënt en de communicatie/informatieverstrekking omtrent de ziekenhuisopname. Het college oordeelt dat de anesthesioloog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:5 Raad van Discipline Amsterdam 24-571/A/NH
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:5
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat in alle klachtonderdelen gegrond. Verweerder heeft klager niet naar behoren bijgestaan als advocaat. Daarnaast heeft hij in strijd met gedragsregel 14 gehandeld door zich op zeer onzorgvuldige wijze als advocaat te onttrekken. Verder heeft verweerder in strijd met gedragsregel 18 gehandeld door (onder meer) klager er niet op te wijzen dat hij mogelijk alsnog voor een toevoeging in aanmerking kwam. Ten slotte heeft verweerder ten onrechte kosten aan klager in rekening gebracht voor het versturen van betalingsherinneringen. Rekening houdende met alle omstandigheden zal de raad een berisping als maatregel opleggen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:6 Raad van Discipline Amsterdam 24-701/A/A
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:6
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle klachtonderdelen ongegrond. Dat klaagster het niets eens was met de (hoogte van) de door verweerder genoemde schadeclaim en de overige door hem namens zijn cliënte ingenomen standpunten, maakt niet dat verweerder deze standpunten niet had mogen innemen of dat hij klaagster hiermee op grove wijze zou hebben geïntimideerd of bedreigd. Er is ook niet gebleken van een uitzonderingssituatie waarbij verweerder gehouden was de juistheid van de informatie van zijn cliënte te verifiëren. Dat verweerder de leveringsdatum onnodig zou hebben uitgesteld, is de raad evenmin gebleken.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7387
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:14
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft in verband met pijn aan zijn rechteroor zijn huisarts bezocht en telefonisch contact met hem gehad. Klager vindt dat de huisarts hem daarbij onjuist en onzorgvuldig heeft behandeld waardoor hij blijvende gehoorschade (sudden deafness) heeft opgelopen. Hij heeft hem niet de juiste medicatie en doorverwijzing gegeven. Het college oordeelt dat de huisarts wel zorgvuldig heeft gehandeld. De vermelde klachten pasten bij het verloop van de op dat moment vermoede middenoorontsteking. Uitgaande van het medisch dossier kan het college niet vaststellen dat klager ook andere klachten heeft geuit. Vanwege de onrust bij klager had het beter geweest als de huisarts hem had bezocht, maar dat levert geen tuchtrechtelijk verwijt op. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:7 Raad van Discipline Amsterdam 24-697/A/A
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:7
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat in alle klachtonderdelen ongegrond. Hoewel klager de pleitnota pas heel kort voor de zitting van verweerder heeft gekregen, heeft verweerder naar het oordeel van de raad in dit geval voldoende voortvarend gehandeld en voldoende moeite gedaan om, binnen de korte termijn die er nog was, de pleitnota in ieder geval voorafgaand aan de zitting met zijn cliënt te kunnen bespreken. Het is de raad daarbij niet gebleken dat verweerder in zijn pleitnota een onjuistheid heeft vermeld of dat de inhoud van de pleitnota afweek van hetgeen daarover tussen klager en verweerder van tevoren was besproken. Evenmin is het de raad gebleken dat klager als gevolg van het handelen door verweerder op enige wijze in zijn belangen is geschaad. De door verweerder, in samenspraak met klager, ingediende wijziging van de eis was niet te laat en dit kan dan ook niet de reden zijn geweest dat de rechtbank aan deze eiswijziging voorbij is gegaan. Verder is niet gebleken dat verweerder de vorderingen van klager ter zitting zou hebben prijsgegeven, noch dat hij zich op enige wijze zou hebben laten leiden door het belang van de wederpartij.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:15 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7252
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:15
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. De arts heeft bij klaagster een lipofilling behandeling van de billen uitgevoerd. Over de uitvoering en het resultaat hiervan is klaagster niet tevreden. Op verzoeken van klaagster om medische informatie heeft de arts niet gereageerd. Het college oordeelt dat op basis van de in het dossier aanwezige foto’s het niet kan vaststellen dat er sprake is van duidelijke asymmetrie van de billen of een ander afwijkend resultaat. Het college kan dan ook niet vaststellen dat de lipofilling behandeling niet goed is uitgevoerd. Verder is vast komen te staan dat de arts de verzoeken van klaagster (per post) om medische informatie nooit heeft ontvangen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:8 Raad van Discipline Amsterdam 24-687/A/A
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:8
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Verweerder heeft de zaak van klaagster onvoldoende voortvarend behandeld waardoor de zaak onnodig lang heeft geduurd en in een impasse is geraakt. De overige klachtonderdelen zijn deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de in artikel 46g lid 1 onder a Advocatenwet genoemde termijn en deels ongegrond. Aan verweerder wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:11 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-595/AL/MN
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:11
Raadbeslissing. Klacht advocaat tegen medeadvocaat. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar in strijd met gedragsregel 21 lid 1 gehandeld door niet gelijktijdig een afschrift van haar uitstelverzoek aan het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg naar de advocaat van de wederpartij te sturen. Deze gedragsregel kan niet opzij worden gezet door een bepaling in het Reglement van orde van de Regionale Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg. De door verweerster gestelde omstandigheid dat het de in tuchtprocedures gebruikelijke werkwijze is maakt niet dat de gedragsregel niet van toepassing is. Klacht deels niet-ontvankelijk, deels gegrond. Geen maatregel.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:9 Raad van Discipline Amsterdam 24-852/A/NH
- Datum publicatie: 17-01-2025
- Datum uitspraak: 13-01-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:9
Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft in haar brief aan klaagster de mogelijkheid geboden om verder met haar in gesprek te gaan. Zij heeft in de brief geen onwaarheid verkondigd en zij heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.