Zoekresultaten 311-320 van de 641 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:284 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-799/AL/MN

    Raadsbeslissing. Artikel 60b Advocatenwet. De gezondheidsklachten van verweerder en zijn privésituatie laten zich op dit moment niet verenigen met het voeren van een behoorlijke advocatenpraktijk. Verweerder is met onmiddellijke ingang en voor onbepaalde tijd geschorst in de uitoefening van zijn praktijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:202 Raad van Discipline Amsterdam 24-710/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang voor klager. De overige klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond. Verweerder heeft geen evident onjuist standpunt ingenomen of klagers belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze geschaad. Dat verweerder de rechter feiten heeft voorgehouden, waarvan hij de onwaarheid kende of kon kennen, is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:203 Raad van Discipline Amsterdam 24-718/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij kennelijk niet-ontvankelijk; Klager heeft geen rechtstreeks eigen belang bij zijn klacht over de declaraties van verweerder aan zijn cliënt. De inrichting van declaraties betreft een aangelegenheid die uitsluitend speelt tussen de advocaat en zijn cliënt. Klager staat hier als wederpartij buiten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:198 Raad van Discipline Amsterdam 24-334/A/NH

    Ongegrond verzet. Het is de raad niet gebleken dat de voorzitter een verkeerde maatstaf van bewijswaardering heeft toegepast. De omstandigheden van het onderliggende geschil in samenhang bezien leiden de raad niet tot een ander oordeel dan de voorzitter.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:281 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-707/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Communicatie met cliënte. Hoewel verweerder in niet mis te verstane bewoordingen met klaagster heeft gemaild over het schikkingsvoorstel is verweerder in zijn taalgebruik niet over de grenzen gegaan van hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Van onprofessionele, denigrerende uitlatingen of dreigementen is naar objectieve maatstaven geen sprake. De wijze van communiceren moet worden gezien in de context waarin de bewuste e-mails zijn gestuurd, een schikkingsvoorstel dat verweerder al met klaagster had besproken en waarbij snel gehandeld moest worden. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:199 Raad van Discipline Amsterdam 24-603/A/A

    Raadsbeslissing; gedeeltelijk gegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening. Verweerder heeft in omvangrijke fiscaal-strafrechtelijke procedures met grote belangen niet met de zorgvuldigheid gehandeld die van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Het feit dat verweerder met klagers een vriendschappelijke band onderhield maakt niet dat zijn werkzaamheden aan minder hoge eisen hoeven te voldoen. Verweerder heeft voor ogenschijnlijk beperkte inspanningen, waarbij de inhoudelijke werkzaamheden vooral door een collega-advocaat lijken te zijn verricht, forse declaraties aan klagers gestuurd. Ook heeft verweerder onvoldoende laten zien over de (strafrechtelijke) vakkundige kennis te beschikken die noodzakelijk was voor een goede behandeling van de zaken. Verder is niet gebleken dat verweerder klagers op enig moment heeft geadviseerd over hun positie in de betreffende procedures of over hun procedurele kansen en risico’s. Tot slot heeft verweerder niet transparant gedeclareerd. Een voorwaardelijke schorsing van vier weken met kostenveroordeling is passend in deze omstandigheden.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:249 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A20243/6735

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft in opdracht van de rechtbank als deskundige een conceptrapport opgesteld in een letselschadezaak. Klager verwijt haar dat zij niet onpartijdig was en zich heeft laten leiden door de oorspronkelijke behandelaar, bij wie zij jaren eerder een fellowship had gevolgd. Ook heeft zij volgens klager ten onrechte geen overleg gevoerd met de second opinion-arts, heeft zij zich voor het onderzoek van klager niet volledig geïnformeerd en was zij geen lid van de NVMSR. De orthopedisch chirurg heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klager was voor haar benoeming als deskundige op de hoogte van het bedoelde fellowship. Het college komt tot het oordeel dat er ook verder geen omstandigheden zijn gesteld of gebleken waaruit kan worden afgeleid dat de orthopedisch chirurg niet heeft voldaan aan de criteria waaraan een behoorlijke rapportage moet voldoen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:244 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7125

    Klacht tegen een huisarts gedeeltelijk gegrond en de oplegging van een berisping. Klagers verwijten de huisarts dat zij hen onvoldoende serieus heeft genomen en niet de juiste spoedverwijzing heeft gegeven. De klacht gaat verder over een huisbezoek dat de huisarts een aantal weken na de ziekenhuisopname van klager heeft afgelegd. Naar het oordeel van het college is de huisarts ernstig tekortgeschoten in de beoordeling van de urgentie van de situatie van klager. Daarbij komt dat de huisarts blijkens haar verweerschrift stelt zich toetsbaar te willen opstellen, maar dat zij tijdens de zitting daarvan geen blijk van heeft gegeven. Het college is er niet van overtuigd dat er sprake is van een adequate reflectie door de huisarts op hetgeen heeft plaatsgevonden. Het college vindt daarom de maatregel van berisping op zijn plaats.Kenmerk: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:245 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6904

    Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klaagster verwijt de huisarts dat er niet werd voldaan aan haar verzoeken om uitschrijving en verstrekking van het patiëntendossier. Het college stelt vast dat er is voldaan aan de verzoeken van klaagster om haar uit te schrijven en het patiëntendossier te verstrekken. Voor zover de klacht zo moet worden begrepen dat er niet tijdig op deze verzoeken is gereageerd, kan dit de huisarts niet worden verweten nu zij niet betrokken was bij de afhandeling hiervan. Het college overweegt hierbij dat verweerster als waarnemend huisarts ook niet verantwoordelijk is voor de praktijkorganisatie.Kenmerk: Overige klachten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:246 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6833

    Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. Klaagster is niet tevreden over de zorgverlening door de huisarts, omdat het niet mogelijk was om een afspraak bij de huisarts in te plannen en omdat zij geen verwijzing heeft gekregen voor een endoscopie. Het college oordeelt dat de huisarts niet kan worden verweten dat het in de betreffende periode in mindere mate mogelijk was om een afspraak te plannen bij de huisarts zelf, omdat zij toen gedeeltelijk arbeidsongeschikt was. Daarnaast stelt het college op basis van het huisartsendossier vast dat er veel onderzoeken zijn gedaan naar de buikklachten. De anamnese en de uitslagen van deze onderzoeken gaven geen aanleiding voor het maken van een coloscopie. Dat de huisarts klaagster daarom niet heeft doorverwezen naar een MDL-arts voor een coloscopie kan haar tuchtrechtelijk niet worden verweten.Kenmerk: Geen of onvoldoende zorg