Zoekresultaten 261-270 van de 657 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:213 Raad van Discipline Amsterdam 24-783/A/A
- Datum publicatie: 09-12-2024
- Datum uitspraak: 02-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:213
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een arbeidsrechtzaak. Als partijdig belangenbehartiger stond het verweerder vrij om betrokkene (oud-collega van klager) naar aanleiding van zijn verklaring namens de werkgever te wijzen op zijn contractuele verplichtingen jegens de werkgever en te verzoeken te stoppen met het schenden van het overeengekomen geheimhoudingsbeding. Van schending van gedragsregel 22 is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:209 Raad van Discipline Amsterdam 24-411/A/A
- Datum publicatie: 09-12-2024
- Datum uitspraak: 02-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:209
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Gelet op de context waarin verweerster haar e-mail heeft gestuurd, de onderlinge verhoudingen tussen partijen en de vrijheid die verweerster als advocaat van haar cliënte heeft om haar belangen te behartigen, kunnen de bewuste bewoordingen niet als onnodig grievend worden aangemerkt en mocht verweerster gelet op alle omstandigheden ook afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie. Ook kan het verweerster niet tuchtrechtelijk worden verweten dat de procedure tussen klager en de vrouw vertraging heeft opgelopen. Evenmin is het de raad gebleken dat de procedure door toedoen van verweerster onnodig is verhard of gepolariseerd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:210 Raad van Discipline Amsterdam 24-284/A/A
- Datum publicatie: 09-12-2024
- Datum uitspraak: 02-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:210
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Verweerster heeft in een voor de procedure cruciaal punt gemist. Hiermee heeft verweerster niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van haar in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel, nu verweerster ter zitting heeft erkend dat zij niet juist heeft gehandeld en zij, op het moment dat haar de juiste cijfers bekend werden, de advocaat van de wederpartij hierover alsnog heeft bericht waarna er een schikking tussen partijen is getroffen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:211 Raad van Discipline Amsterdam 24-501/A/A
- Datum publicatie: 09-12-2024
- Datum uitspraak: 02-12-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:211
Raadsbeslissing. Ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat verweerder binnen de beperkte tijd die hiervoor stond de belangen van klager op deugdelijke wijze heeft behartigd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:257 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6896
- Datum publicatie: 06-12-2024
- Datum uitspraak: 06-12-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:257
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klager is het er niet mee eens dat voor hem een zorgmachtiging is afgegeven. Hij is het ook oneens met de bijbehorende verplichte zorg: de medicatie die hem wordt toegediend en de medische controles. De verpleegkundig specialist is de regiebehandelaar van klager.Het college oordeelt dat de zorgmachtiging niet via het medisch tuchtrecht kan worden aangevochten; daartegen stond voor klager een andere rechtsgang open. De verpleegkundig specialist diende vanuit zijn professie uitvoering aan de zorgmachtiging te geven; hiervan kan hem geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Verder oordeelt het college dat er geen aanwijzingen zijn voor het oordeel dat de verpleegkundig specialist klager verkeerde medicatie heeft voorgeschreven of (met opzet) voor een te lange periode en dat hij onnodige controles van de bloedwaarden heeft uitgevoerd. Dit klachtonderdeel is ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:258 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6746
- Datum publicatie: 06-12-2024
- Datum uitspraak: 06-12-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:258
Ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klagers zijn broer en zus. Hun hoogbejaarde moeder was opgenomen in het ziekenhuis vanwege een gebroken heup. In het ziekenhuis is discussie ontstaan over het al dan niet opereren van de heup van de moeder van klagers. Op enig moment heeft de verpleegkundig specialist een melding bij Veilig Thuis gedaan. Klagers zijn het niet eens met de melding bij Veilig Thuis die door de verpleegkundig specialist is gedaan over hun omgang met hun moeder.Het college oordeelt dat de verpleegkundig specialist alle stappen uit de V&VN Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling/ Stappenplan voor Verpleegkundigen, Verzorgenden en Verpleegkundig specialisten Meldcode juist en zorgvuldig heeft gevolgd, dat de Veilig Thuis-melding proportioneel en gerechtvaardigd was en dat de verpleegkundig specialist ook overigens heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend, redelijk bekwaam vakgenoot mag worden verwacht. De klacht is ongegrond. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:189 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2464
- Datum publicatie: 05-12-2024
- Datum uitspraak: 02-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:189
Klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster is in verband met buikpijnklachten door de huisarts verwezen naar de gynaecoloog voor een screenende echo. Bij deze echo werd geen duidelijke verklaring gevonden voor de pijn. Klaagster verwijt de gynaecoloog onder meer dat zij de rechter adnex niet goed in beeld heeft gebracht en dat ze geen aanvullend onderzoek heeft gedaan of geadviseerd aan de huisarts. Bij vervolgonderzoek door een andere arts bleek dat sprake was van een actinomyces ontsteking, waarvoor klaagster een langdurige behandeling met medicatie moest ondergaan. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:190 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2485
- Datum publicatie: 05-12-2024
- Datum uitspraak: 02-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:190
Klacht tegen een verzekeringsarts. Klaagster is langdurig arbeidsongeschikt en heeft in een procedure een expertiserapport ingebracht. De verzekeringsarts is gevraagd om te beoordelen of het door klaagster ingebrachte expertiserapport nieuwe feiten en omstandigheden bevatte die aanleiding konden zijn om te komen tot een andere beoordeling van de klachten en de inzetbaarheid van klaagster. Klaagster meent dat de beoordeling door de verzekeringsarts onjuist en onvolledig is en dat hij in redelijkheid niet tot de conclusie kon komen dat het expertiserapport geen nieuwe gezichtspunten oplevert. Verder verwijt klaagster de verzekeringsarts dat hij niet op juiste wijze invulling geeft aan het correctierecht. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel en verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:191 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2483
- Datum publicatie: 05-12-2024
- Datum uitspraak: 27-11-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:191
Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich met klachten bij de huisarts gemeld, eerst telefonisch en daarna op het spreekuur. Klager klaagt over de wijze waarop de huisarts hem heeft onderzocht en over de dosering van de antibiotica die de huisarts vervolgens heeft voorgeschreven. Klager verwijt de huisarts daarnaast dat zij niet heeft gereageerd op een e-mailbericht van hem. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:186 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2303
- Datum publicatie: 05-12-2024
- Datum uitspraak: 02-12-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:186
Klacht tegen een arts werkzaam in een penitentiaire inrichting (PI).De inrichtingsarts is werkzaam in de PI waar klager gedetineerd is geweest. Klager is al meer dan twintig jaar volledig arbeidsongeschikt en is ontevreden over de wijze waarop de inrichtingsarts hier tijdens zijn detentie mee om is gegaan. Volgens klager heeft dit ertoe geleid dat hij een jaar onterecht in het basisprogramma zat, waardoor hij minder uren buiten de cel mocht doorbrengen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing.