Zoekresultaten 151-160 van de 346 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:296 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-224/AL/MN

    Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:297 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-672/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over een eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:168 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-442/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over een advocaat door haar voormalig accountant. Verweerster heeft conceptjaarstukken bewerkt en zodanig gepresenteerd alsof zij door een accountant definitief zijn bevonden. Verweerster heeft daarmee de kernwaarde (financiële) integriteit met voeten getreden. Hoewel verweerster zich reeds heeft uitgeschreven als advocaat, legt de raad een onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:299 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-386/AL/OV 24-387/AL/OV 24-388/AL/OV 24-389/AL/OV

    De raad heeft vastgesteld dat verweerder in de onderliggende procedure meermaals belastende stellingen over klager, de wederpartij van zijn cliënte, heeft geponeerd waarvan niet is gebleken dat deze juist waren. Ook heeft hij in deze klachtprocedure vergaande belastende uitspraken over klager gedaan. Dit heeft hij gedaan in zijn schriftelijke verweer aan de deken en op de zitting van de raad. Vooral dit laatste handelen van verweerder neemt de raad hem ernstig kwalijk. Het optreden van verweerder tijdens de zitting van de raad, waarbij verweerder zijn eerdere ongefundeerde beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag jegens klager met nieuwe, eveneens ongefundeerde aantijgingen heeft uitgebreid, toont aan dat verweerder het verwijtbare en het onaanvaardbare van zijn handelen niet inziet. Ook zijn opmerkingen op de zitting in de richting van de voorzitter getuigen van een houding die niet past bij een advocaat. Gelet op de aard en de ernst van dit handelen van verweerder is de raad van oordeel dat alleen een deels onvoorwaardelijke schorsing passend is. De raad legt een schorsing op van 12 weken waarvan 6 weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:169 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-582/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft nagevraagd of klager in aanmerking kwam voor een toevoeging, maar dat bleek niet zo te zijn. Verweerder heeft erkend over het hoofd te hebben gezien dat de huur was opgezegd, waardoor hij geen uitruimingsbescherming heeft aangevraagd. Niet iedere gemaakte fout dient te leiden tot een tuchtrechtelijke maatregel. De raad weegt mee dat verweerder openheid van zaken heeft gegeven, heeft gewezen op zijn verzekering en oplossingsgericht te werk is gegaan. Ook voor het overige geen klachtwaardig handelen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:212 Raad van Discipline Amsterdam 23-747/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij deels gegrond. Verweerster heeft in strijd met gedragsregel 8 gehandeld door een gegeven aan klaagster te verstrekken, waarvan zij wist dat die onjuist was. De overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Aan verweerster wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:213 Raad van Discipline Amsterdam 24-783/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij in een arbeidsrechtzaak. Als partijdig belangenbehartiger stond het verweerder vrij om betrokkene (oud-collega van klager) naar aanleiding van zijn verklaring namens de werkgever te wijzen op zijn contractuele verplichtingen jegens de werkgever en te verzoeken te stoppen met het schenden van het overeengekomen geheimhoudingsbeding. Van schending van gedragsregel 22 is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:209 Raad van Discipline Amsterdam 24-411/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Gelet op de context waarin verweerster haar e-mail heeft gestuurd, de onderlinge verhoudingen tussen partijen en de vrijheid die verweerster als advocaat van haar cliënte heeft om haar belangen te behartigen, kunnen de bewuste bewoordingen niet als onnodig grievend worden aangemerkt en mocht verweerster gelet op alle omstandigheden ook afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie. Ook kan het verweerster niet tuchtrechtelijk worden verweten dat de procedure tussen klager en de vrouw vertraging heeft opgelopen. Evenmin is het de raad gebleken dat de procedure door toedoen van verweerster onnodig is verhard of gepolariseerd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:210 Raad van Discipline Amsterdam 24-284/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening door de eigen advocaat deels gegrond. Verweerster heeft in een voor de procedure cruciaal punt gemist. Hiermee heeft verweerster niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van haar in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. De raad ziet af van het opleggen van een maatregel, nu verweerster ter zitting heeft erkend dat zij niet juist heeft gehandeld en zij, op het moment dat haar de juiste cijfers bekend werden, de advocaat van de wederpartij hierover alsnog heeft bericht waarna er een schikking tussen partijen is getroffen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:211 Raad van Discipline Amsterdam 24-501/A/A

    Raadsbeslissing. Ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat verweerder binnen de beperkte tijd die hiervoor stond de belangen van klager op deugdelijke wijze heeft behartigd.