Zoekresultaten 851-859 van de 859 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:213 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-084/AL/NN 24-349/AL/NN

    Verweerster heeft een werkneemster van klaagster bijgestaan in een arbeidsgeschil met klaagster. in dat kader is door verweerster beslag onder de Porsche van klaagster gelegd. Klaagster heeft meteen na de uitspraak in het executiekortgeding het schikkingsbedrag alsmede de proceskostenveroordeling in kort geding voldaan op de rekening van verweerster. Klaagster weigerde de deurwaarderskosten te betalen, waardoor het beslag niet werd opgeheven. Klaagster was er wel toe gehouden om ook de deurwaarderskosten te betalen omdat die door verweerster op terechte gronden was ingeschakeld. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster met haar keuze om op een aantal mails in de maanden daarna van klaagster niet te reageren, onvoldoende oog gehad voor de gerechtvaardigde belangen van klaagster bij opheffing van het beslag. Zij had tenminste eenmaal moeten uitleggen dat klaagster bij de deurwaarder moest zijn voor de opheffing van het beslag. Tijdens de zitting van de raad heeft verweerster nog verklaard dat niet zij maar haar cliënte de opdrachtgever van de deurwaarder was zodat verweerster ook daarom niet op de e-mails van klaagster hoefde te reageren. De raad volgt verweerster daar niet in. Uit de overgelegde correspondentie volgt dat verweerster zich na de opdracht tot de beslaglegging met die beslaglegging is blijven bemoeien door daarover instructies aan de deurwaarder te geven. Begrijpelijk is dat verweerster met haar handelwijze onduidelijkheid bij de directeur van klaagster heeft laten bestaan over bij wie hij moest zijn om tot opheffing van het beslag te komen. Klacht in zoverre gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:207 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-487/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De directe schrijfstijl van verweerder en de gekozen bewoordingen zijn objectief beschouwd niet zodanig dat deze in algemene zin als agressief en dreigend kunnen worden aangemerkt. Verder kan niet worden vastgesteld dat verweerder de kantonrechter heeft misleid. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:214 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-110/AL/GLD 24-111/AL/GLD

    Door klager en een besloten vennootschap waarin drie advocaten, waaronder verweerders, hun advocatenpraktijk uitoefenden, is jaren geleden een coöperatie met daarin een bewindvoeringskantoor opgericht. Klager was werkte binnen die coöperatie in wsnp-zaken als bewindvoerder. Na zijn ontslag is mevrouw S als (overnemend) bewindvoerder benoemd en in dienst getreden bij het kantoor van verweerders. Verweerders worden beklaagd in hun hoedanigheid van bestuurder van het kantoor. De raad overweegt dat de civiele geschillen zien op de rechtmatigheid van het handelen van verweerders met betrekking tot de overgang van de wsnp-zaken naar hun kantoor. Het behoort niet tot de taak van de tuchtrechter om in civielrechtelijke geschillen een oordeel te geven. Voor de raad valt zonder nadere concrete toelichting door klagers, niet vast te stellen door welke gedragingen van verweerders het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad. De raad oordeelt de klacht dan ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:208 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-493/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het niet aannemen van de opdracht kennelijk ongegrond. Het stond verweerder vrij klaagster opdracht te weigeren. Niet is gebleken dat hij klaagster daarbij heeft weggezet als oplichtster.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:215 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-112/AL/GLD

    Door klager en een besloten vennootschap waarin drie advocaten hun advocatenpraktijk uitoefenden is jaren geleden een coöperatie met daarin een bewindvoeringskantoor opgericht. Verweerder heeft zich later bij dat advocatenkantoor aangesloten. Klager werkte binnen die coöperatie in wsnp-zaken als bewindvoerder. Na zijn ontslag is mevrouw S als (overnemend) bewindvoerder benoemd en in dienst getreden bij het kantoor van verweerder. Verweerder wordt beklaagd als de advocaat van de wederpartij van klagers. Een aantal klachtonderdelen hangen samen met meerdere civielrechtelijke geschillen die bestaan tussen verweerder, zijn kantoor en zijn kantoorgenoten enerzijds en klagers anderzijds. Die geschillen zien op de rechtmatigheid van het handelen van verweerder c.s. met betrekking tot de overgang van de wsnp-zaken naar hun kantoor. Het behoort niet tot de taak van de tuchtrechter om in civielrechtelijke geschillen en over de in dat kader genomen processuele beslissingen een oordeel te geven. Dat verweerder daarin tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, dat is de raad uit de stukken niet gebleken. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond. Dat verweerder ondeskundig heeft gehandeld en zich onnodig en grievend over klagers heeft uitgelaten, kan de raad op grond van de stukken niet vaststellen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:209 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-515/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is uit de stukken niet gebleken dat verweerder ondoelmatig en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Verweerder heeft in opdracht van zijn cliënt gehandeld. Namens de cliënt heeft hij verschillende schikkingsvoorstellen aan (de gemachtigde van) klager gedaan. Klager heeft met één voorstel ingestemd. Klager heeft daarna een aan de schikking verbonden voorwaarde geschonden door de medewerkers van de garage opnieuw schriftelijk te bedreigen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:210 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-817/AL/NN

    klacht gaat over de advocaat van de wederpartij van klaagster in een familiegeschil. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in zijn verzoekschrift feitelijke onjuistheden verkondigd. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met artikel 46 Advocatenwet en gedragsregel 8. Dat verweerder dit bewust zou hebben gedaan, en daardoor in strijd met artikel 21 Rv heeft gehandeld, is de raad niet gebleken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:211 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-027/AL/GLD

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder als partijdige belangenbehartiger de stellingen en de feiten namens zijn client aanvoeren zoals hij dat heeft gedaan in de diverse processtukken en op de zitting. Hij mocht daarbij ook afgaan op wat zijn cliënt hem heeft verteld zonder dat nader feitelijk onderzoek door hem noodzakelijk was. De stellingen van verweerder waarover door klagers wordt geklaagd, waren juist onderdeel van het geschil bij de bestuursrechter en klagers (en hun advocaat) zijn in de gelegenheid geweest om op de volgens klagers onjuiste standpunten van verweerder te reageren. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/675525 / DW RK 19/613

    De gerechtsdeurwaarder heeft zijn reactie op een op 11 februari 2019 door klager ingediende klacht naar een verkeerd adres gestuurd. Het verzet is gegrond. Gelet op de door de gerechtsdeurwaarder aangeboden excuses, acht de kamer de gemaakte fout onvoldoende om tuchrechtelijk verwijtbaar handelen vast te kunnen stellen. De aanvankelijke klacht wordt daarom ongegrond verklaard.