Zoekresultaten 71-80 van de 1103 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-672/AL/OV
- Datum publicatie: 23-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:112
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:113 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-729/AL/OV
- Datum publicatie: 23-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:113
De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-739/AL/OV
- Datum publicatie: 23-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:114
Verweerder heeft in procedures opgetreden als advocaat van de wederpartij van klaagster. Naar het oordeel van de raad is klaagster deels niet-ontvankelijk omdat een deel van haar verwijten te laat zijn ingediend of omdat zij daarbij geen eigen belang heeft. De verdere verwijten zijn naar het oordeel van de raad ongegrond. Klaagster heeft veel stukken overlegd zonder duidelijk te maken welk stuk dient voor welke stelling. Verweerder mocht afgaan op de van zijn cliënt(en) verkregen informatie zonder nader onderzoek. Als partijdig advocaat kon hij ook de standpunten innemen en wijzigen door voortschrijdend inzicht zoals door hem namens zijn cliënt(en) gedaan. Klaagster heeft in die procedures tegen de door verweerder aangevoerde feiten en stellingen ook verweer kunnen voeren. Verweerder mocht namens zijn cliënten het wrakingsmiddel inzetten zoals hij dat heeft gedaan. Niet is gebleken dat verweerder op enigerlei wijze de belangen van klaagster heeft geschaad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:115 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-771/AL/MN
- Datum publicatie: 23-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:115
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:116 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-817/AL/MN
- Datum publicatie: 23-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:116
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet van klaagster slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:111 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-639/AL/GLD
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:111
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:109 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-396/AL/NN
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:109
De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:110 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-623/AL/MN
- Datum publicatie: 22-04-2025
- Datum uitspraak: 22-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:110
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:67 Raad van Discipline Amsterdam 25-139/A/A
- Datum publicatie: 18-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:67
Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet gebleken is dat verweerder zich in rechte heeft beroepen op een overeenkomst waarvan hij moest weten dat deze vals is. Verweerder mocht de belangen van zijn cliënt behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem had verschaft. Hoewel nader onderzoek niet verplicht was, heeft verweerder de authenticiteit van de overeenkomst laten onderzoeken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:68 Raad van Discipline Amsterdam 24-850/A/A
- Datum publicatie: 18-04-2025
- Datum uitspraak: 14-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:68
Raadsbeslissing. Klaagster is advocaat van een huurder, verweerder van een verhuurder. De huur wordt beëindigd omdat het gehuurde wordt verkocht. Huurder en verhuurder spreken af dat de huurder het pand zal verlaten en dat de verhuurder een vergoeding zal betalen, na ontvangst van de koopsom. Klaagster komt met verweerder overeen dat een bedrag ter waarde van de vergoeding door de notaris zal worden bijgeschreven op de derdenrekening van verweerder. Daar komt het niet van; verweerder en de verhuurder stellen dat de huurder niet heeft voldaan aan zijn plicht het gehuurde tijdig, schoon en schadevrij op te leveren. De huurder betwist dat.Met de beslissing om de vergoeding niet op de derdenrekening te (laten) storten heeft verweerder zichzelf en zijn cliënt bij uitsluiting zeggenschap gegeven over de vraag of de huurder de afspraak stipt en volledig is nagekomen en of de kwestie was afgewikkeld. Naar het oordeel van de raad heeft hij daarmee de essentie van de afspraak met klaagster over het veiligstellen van het bedrag bij het afwikkelen van de kwestie uitgehold. Het getuigt naar het oordeel van de raad van onwelwillendheid in relatie tot klaagster (en haar cliënt).Verweerder heeft gehandeld in strijd met de kernwaarde onafhankelijkheid, door aan de mededeling van de verhuurder dat de huurder was te kort geschoten, zonder meer de gevolgtrekking te verbinden dat de overeengekomen vergoeding niet meer veiliggesteld hoefde te worden. Verweerder heeft verzuimd een eigen weloverwogen afweging te maken tussen het belang van de verhuurder tegenover het belang van de huurder. De raad neemt daarbij in aanmerking dat verweerder wist dat de verhuurder het pand had verkocht in verband met financiële problemen en mogelijk geen verhaal zou bieden als vast zou komen te staan dat de huurder wel degelijk aan zijn verplichtingen had voldaan. Berisping.