Zoekresultaten 1-10 van de 783 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6595

    Bedrijfsarts wordt verweten dat hij heeft geëist dat klaagster met hem praat terwijl zij dit niet kon door PTSS. Advies bedrijfsarts zou hebben geleid tot een loonstop van de werkgever. College: eis om te praten met bedrijfsarts onder deze omstandigheden tuchtrechtelijk verwijtbaar. De bedrijfsarts had moeten onderzoeken welke andere mogelijkheden er waren. Waarschuwing. Publicatie. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6021

    Bedrijfsarts wordt verweten dat zij heeft gezegd dat klager beter ander werk kon zoeken, zonder verdere uitleg en terwijl er tussen klager en de werkgever nog niets was uitgesproken, een arbeidsdeskundig onderzoek heeft voorgesteld terwijl op dat moment nog geen sprake was van voldoende herstel, heeft nagelaten om tijdelijke begeleiding ter overbrugging te regelen nadat de aanvraag voor psychische hulp was afgewezen, onvoldoende zicht heeft gehad op en/of rekening heeft gehouden met de impact die de opmerkingen over de klachten tijdens de twee functioneringsgesprekken hebben gehad hoewel klager telkens aangaf dat deze opmerkingen hem diep geraakt hadden, in de communicatie en wijze van begeleiding niet voldoende rekening heeft gehouden met het feit dat klager autisme heeft door geen oog te hebben voor de stress die het drinken van een kopje koffie bij klager veroorzaakte.College: advies om ander werk te gaan zoeken/onderzoeken of er andere passende functies waren binnen bedrijf niet verwijtbaar. Bedrijfsarts heeft zich ingespannen om psychische hulp te regelen voor klager, dat dit niet is gelukt is haar niet te verwijten. Bedrijfsarts had oog voor situatie van klager, maar communicatie met klager verliep moeilijk. Advies koffie drinken op de werkplek goed bedrijfsgeneeskundig handelen. Het was voor de bedrijfsarts niet duidelijk waarom klager hier moeite mee had. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:18 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7001

    Verweerder, internist, wordt verweten: de zorg die door verpleegkundigen was gegeven, onvoldoende contact tussen verweerder en klaagster en de dochter van klaagster, het niet regelen van overplaatsing tijdens een ziekenhuisopname, het niet tijdig regelen van ambulancevervoer. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2511

    Klacht tegen psychotherapeut. Klaagster verwijt de psychotherapeut dat zij haar onheus heeft bejegend in verband met een nog openstaande rekening. Daarnaast verwijt klaagster de psychotherapeut het niet tijdig afzeggen van een afspraak. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege kan zich in die beslissing vinden en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:22 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2502

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij haar onheus heeft bejegend in verband met een nog openstaande rekening. Daarnaast verwijt klaagster de gz-psycholoog het niet tijdig afzeggen van een afspraak. Het Regionaal Tuchtcollege heeft beslist dat de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege kan zich in die beslissing vinden en verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:18 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2582

    Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager is een thans 58-jarige man die sinds 1999 een WAO-uitkering ontvangt. De verzekeringsarts is in het kader van een bezwaar- en beroepsprocedure gevraagd om, na het initiële rapport van een andere verzekeringsarts, de situatie van klager opnieuw te beoordelen. De verzekeringsarts is tot de conclusie gekomen dat het initiële rapport geen wijziging of aanvulling behoefde. Op grond van deze beoordeling is het bezwaar ongegrond verklaard. Klager verwijt de verzekeringsarts dat haar rapport niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met dit oordeel en verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:19 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2356

    Gegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij klaagster een borstvergroting uitgevoerd. Voorafgaand aan de operatie is klaagster geadviseerd door een consulente over de door haar gewenste borstvergroting. Tijdens dit gesprek is klaagster geïnformeerd over de mogelijkheden en zijn door de consulente foto’s van klaagster met ontbloot bovenlijf gemaakt. Na de operatie is klaagster voor nacontroles gezien door de consulente. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij heeft geweigerd haar medisch dossier te verstrekken, dat hij de nacontroles door een ondeskundig persoon heeft laten uitvoeren en dat hij de consulente de gelegenheid heeft gegeven foto’s van klaagster met ontbloot bovenlijf te maken en deze openbaar te maken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht van klaagster over de nacontroles gegrond en legt aan de plastisch chirurg daarvoor de maatregel van berisping op. De plastisch chirurg heeft tegen dit oordeel beroep ingesteld en klaagster heeft incidenteel beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat ook de klacht over het verstrekken van het medisch dossier en de foto’s (gedeeltelijk) gegrond zijn. De maatregel van berisping blijft in stand.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2340

    Ongegronde klacht tegen een plastisch chirurg. De plastisch chirurg heeft bij patiënte (klaagster) een lipoom aan de heup operatief verwijderd. Klaagster verwijt de plastisch chirurg onder andere dat hij het operatiegebied niet gedesinfecteerd heeft en dat de nazorg onvoldoende was. Het RTG acht het onwaarschijnlijk dat de plastisch chirurg vergeten is het operatiegebied te ontsmetten en dat hij daar door zijn aanwezige collega’s ook niet op is gewezen. Dat er omstandigheden zijn waarom daarvan toch dient te worden uitgegaan zijn door klaagster niet gesteld en zijn het college ook overigens niet gebleken. Het RTG oordeelt verder dat de lezing van de plastisch chirurg dat hij klaagster heeft geïnformeerd, steun vindt in het medisch dossier en dat in het medisch dossier geen steun kan worden gevonden voor klaagsters stelling dat de plastisch chirurg te weinig aandacht aan haar heeft besteed. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht van klaagster ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6686

    Kennelijk ongegronde klacht tegen chirurg. Klager verwijt haar een mogelijke fout tijdens een operatie van klager, alsmede onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek. Het college oordeelt dat het de chirurg niet te verwijten valt dat klager (die lijdt aan de darmziekte colitis ulcerosa en mogelijk ook aan Crohn) enkele maanden na de operatie weer last heeft gekregen van een fistel. Ook overigens is niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6687

    Kennelijk ongegronde klacht tegen chirurg. Klager lijdt aan de darmziekte colitis ulcerosa en mogelijk ook aan Crohn. Hij verwijt de chirurg onzorgvuldig handelen, het verstrekken van foutieve informatie en het voeren van foutieve diagnostiek en meent dat nadere diagnostiek vereist is voordat over een behandelbeleid kan worden beslist. Het college oordeelt dat de chirurg redelijkerwijs alles heeft gedaan om de fistel te lokaliseren. Dat dit niet is gelukt en dat daardoor ook geen behandelbeleid kon worden afgesproken waar klager achter stond, valt de chirurg niet tuchtrechtelijk te verwijten. Niet gebleken is welke nadere diagnostiek dan nog verricht had moeten worden.