Zoekresultaten 11-20 van de 116 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:27 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/422821 / KL RK 23-77

    Klagers wensen een appartementsrecht over te dragen zonder doorhaling van de bestaande hypotheek. De betrokken bank verleent hiervoor geen toestemming. Op grond daarvan weigert de notaris mee te werken aan de beoogde overdracht. De bank heeft hierover een vertrouwelijke e-mail aan de notaris verzonden, waarin zij wijst op het Novitaris-arrest en stelt dat het recht van de bank als derde in deze overdracht een beletsel vormt voor de notaris voor het verlenen van zijn medewerking aan de bezwaarde levering van het appartementsrecht. De bank wijst de notaris erop dat hij voorshands aansprakelijk wordt gesteld op het moment dat hij toch zijn medewerking aan de bezwaarde levering verleent. In een hierover gevoerde kortgedingprocedure worden de vorderingen van klagers, over dat de notaris wel moet meewerken, afgewezen. De kortgedingrechter oordeelt dat de notaris in deze omstandigheden zijn medewerking mag weigeren. Klagers dienden eerder een klacht in over dat de notaris te weinig onderzoek heeft gedaan naar de rechten van de bank in de beoogde overdracht. Deze klacht wordt ongegrond. Er volgt een brief van klagers waarin zij nieuwe feiten naar voren brengen. In onderhavige procedure klagen klagers over het volgende: De notaris heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de nieuwe feiten uit de brief; De notaris heeft onterecht de vertrouwelijke brief van de bank achtergehouden; De notaris heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden; De notaris heeft partijdig gehandeld door samen te spannen met de bank. Enkel klachtonderdeel b wordt gegrond verklaard. De notaris heeft door zo te handelen klagers de mogelijkheid ontnomen om zich te verweren tegen de bezwaren die de bank aanhaalt in haar brief. De notaris was neutraal en onpartijdig in het geschil tussen klagers en de bank. Het had dus op zijn weg gelegen om de klagers op de hoogte te brengen van de brief of de bank toestemming te vragen om de brief alsnog met klagers te mogen delen. De kamer ziet, gelet op de complexe materie van de casus, geen aanleiding om de notaris een maatregel op te leggen. Wel moet hij het door klagers betaalde griffierecht aan hen vergoeden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:28 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/426493 / KL RK 23-113

    Aan de notaris is de opdracht gegeven om de testamenten van klaagster en erflater aan te passen. Klagers verwijten de notaris kort gezegd dat hij daarmee te lang heeft gewacht en niet voortvarend heeft gehandeld. Doordat de toestand van erflater in de tussentijd is verslechterd is zijn testament uiteindelijk niet gewijzigd. De notaris valt daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:15 Kamer voor het notariaat Amsterdam 741664/NT 23-40 741666/NT 23-41 745293 / NT 24-1

    In de literatuur wordt klaagster als ‘primaire verwachter’ van deze tweetrapsmaking aangeduid. Er bestaat voor de (toegevoegd) notaris geen wettelijke verplichting tot het informeren van primaire verwachters bij een tweetrapsmaking. De kamer is echter van oordeel dat de op een notaris rustende zorgplicht van artikel 17 Wna meebrengt dat een notaris, wanneer hij gevraagd wordt een verklaring van erfrecht af te geven in een nalatenschap, de primaire verwachters moet informeren over hun positie in de nalatenschap van de overledene. Dat een primaire verwachter een erfgenaam onder opschortende voorwaarde is, doet hieraan niet af.Het verwijt van klaagster dat de toegevoegd notaris ten onrechte het CCBR niet heeft geraadpleegd, acht de kamer tevens gegrond. Indien de toegevoegd notaris het CCBR had geraadpleegd, had hij immers van het bewind op de hoogte kunnen zijn en derhalve kunnen constateren dat de dochter van erflaatster de nalatenschap niet (zuiver) kon aanvaarden en evenmin benoemd kon worden tot executeur in de nalatenschap.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:16 Kamer voor het notariaat Amsterdam 746460 / 24-5

    De notaris heeft aangevoerd dat het voor rekening van klaagster moet komen dat zij deze toevoegingen over het hoofd heeft gezien, nu klaagster wel commentaar heeft gegeven op een aantal andere bepalingen in de concept koopovereenkomst, maar geen vragen heeft gesteld over genoemde verklaring en ontbindende voorwaarde. Het is op zijn minst slordig dat klaagster dit over het hoofd heeft gezien, maar dat ontslaat de notaris niet van zijn verantwoordelijkheid om – zeker zoals in het onderhavige geval waarbij het een zeer bijzondere transactie betrof en naast civielrechtelijke onderwerpen ook bijzondere publiekrechtelijke en fiscale vraagstukken speelden – klaagster erop te wijzen dat de bepalingen in 5a en 7.1 (ii) waren toegevoegd ten opzichte van het model.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-37

    Bekrachtiging van ordemaatregel. De voorzitter van de kamer heeft op grond van artikel 27 lid 1 Wna aan de notaris de ordemaatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt opgelegd voor onbepaalde tijd. Omdat de lichamelijke situatie waarin de notaris verkeerd niet wezenlijk veranderd is, heeft de kamer de beslissing tot schorsing van de notaris bekrachtigd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:23 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/427966 / KL RK 23-127

    Een notaris heeft een ministerieplicht en mag niet op de stoel van de rechter gaan zitten. De notaris heeft niet onzorgvuldig gehandeld en heeft klager de juiste informatie verstrekt.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:24 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/428561 / KL RK 23-138

    De kamer komt tot de conclusie dat de notaris in deze zaak heeft gehandeld in strijd met de vereiste onpartijdigheid en onafhankelijkheid, omdat hij had moeten voorkomen dat de indruk kan ontstaan dat een ondernemer met vastgoedconnecties met hem als notaris verbonden is.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:25 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/431035 / KL RK 24-15

    Notaris heeft zich voldoende vergewist van de wilsbekwaamheid van moeder. Hij heeft voldaan aan zijn ministerieplicht. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/428255 / KL RK 23-133 C/05/428281 / KL RK 23-134

    Bij (ongedateerde) koopovereenkomst hebben erflater en zijn partner (moeder) de woning en opstallen verkocht aan één van de kinderen en haar partner (kopende partij). Moeder en klagers hebben een gemachtigde aangesteld en deze heeft de notaris verzocht om de overdracht van de woning op te schorten totdat uitgezocht is of de belangen van moeder en de andere erfgenamen worden geschaad door de overdracht.Op enig moment meldt de notaris dat moeder de volmacht aan gemachtigde heeft herroepen, zodat notaris vanwege zijn geheimhoudingsplicht geen verdere informatie kan verstrekken en wordt de woning geleverd aan de kopende partij. Klagers verwijten de notaris dat (1) ten onrechte gevolmachtigde is buitengesloten door de volmacht die moeder heeft afgegeven (en nooit heeft ingetrokken) in twijfel te trekken, (2) dat er is opgetreden als partijadviseur voor de kopende partij, (3) de kopende partij het eigendom van de woning en het perceel heeft verkregen tegen een te lage prijs en zonder dat dit nog belast is met een recht van erfpacht, (4) hun dienst hebben verleend terwijl er reden was voor dienstweigering, omdat moeder op leeftijd is, en volledig onder invloed staat en afhankelijk is van de kopende partij die haar onder druk zet.De kamer oordeelt dat het moeder vrij stond om de woning en het perceel grond te verkopen aan de kopende partij, ook voor een lager bedrag dan klagers redelijk vinden. Indien de notaris daarbij fouten heeft gemaakt jegens moeder, dan kan alleen zij daarover klagen. Zij is echter geen klaagster in deze procedure. Het voorgaande leidt ertoe dat klagers geen partij zijn bij de transactie en dus geen belang hebben bij hun klacht. Klagers zijn daarom niet-ontvankelijk. Het argument van klagers dat moeder haar volmacht aan gemachtigde nooit heeft ingetrokken (wat door de notaris wordt betwist), maakt het voorgaande niet anders. Ook indien hiervan wordt uitgegaan, dan nog is gemachtigde geen partij in deze procedure. Zij is immers zelf geen klaagster en ook moeder is geen klaagster.

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/424323 / KL RK 23-89

    Klagers verwijten de notaris: 1. Dat de notaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de wilsbekwaamheid. 2. Dat de notaris onvoldoende waarborg heeft gegeven voor onafhankelijke wilsvorming en/of tegen ongewenste beïnvloeding door één van de kinderen of andere belanghebbenden. 3. Dat de notaris de informatieplicht heeft geschonden door geen rechtstreeks contact te zoeken en door uitsluitend af te gaan op informatie van anderen. 4. dat de akte feitelijke onjuistheden bevat (verwijzing naar onjuist testament) 5. Dat de notaris zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. 6. Dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld door in het (concept)testament en in zijn brieven aan te geven dat de bewindvoerder de mogelijkheid heeft om het bewind op te heffen, terwijl de wet die mogelijkheid niet biedt omdat alleen de rechter dit kan (artikel 4:178 lid 2 Burgerlijk Wetboek).Als uitgangspunt voor de behandeling van de klachten onder 1.,2. en 3. stelt de kamer voorop dat iedereen aan wie op grond van de wet de bekwaamheid daartoe niet is ontzegd, bij testament uiterste wilsbeschikkingen kan maken. Een notaris dient daaraan in beginsel zijn ministerie (-dienst) te verlenen en moet op verlangen van een testateur doen wat is vereist om diens uiterste wilsbeschikkingen in een testament vast te leggen. Bij gerede twijfel aan de wilsbekwaamheid is in het algemeen verder onderzoek aangewezen. Het “Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van de notariële dienstverlening” van de KNB biedt hiervoor een handreiking. Het behoort tot de kernverantwoordelijkheden van een notaris om de vrije en onafhankelijke wilsvorming van degene die een testament maakt te bewaken. Verder moet de notaris op grond van artikel 43 lid 1 Wna zich ervan vergewissen dat een comparant de inhoud van de akte(n) begrijpt en dat de inhoud van deze akte(n) overeenstemt met de wil van de verschijnende partij. Deze informatieplicht hoort tot de kerntaken van de notaris en is onderdeel van de zorgplicht van de notaris.De kamer oordeelt dat de door de notaris geschetste gang van zaken rondom het bespreken en het passeren van het testament, voor de notaris aanleiding had moeten zijn om te komen tot een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. De notaris is in de gegeven omstandigheden onvoldoende alert geweest, ook op de mogelijke beïnvloeding van anderen. Alles overziend acht de kamer klachtonderdelen 1, 2 en 3 gegrond.De kamer acht de omissie met betrekking tot de verwijzing en de schending van de geheimhoudingsplicht tuchtrechtelijk verwijtbaar en acht de klachten (4. en 5.) gegrond.Klachtonderdeel 6. wordt door de kamer ook gegrond verklaard. De notaris heeft zijn informatieplicht /belehrung geschonden door volledig te adviseren over de mogelijkheid om het ingestelde bewind op te heffen. De kamer legt de notaris de maatregel van berisping op.