Zoekresultaten 51-60 van de 659 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6988

    Klacht tegen KNO-arts kennelijk ongegrond. Klaagster wendde zich met klachten van acuut ontstane slechthorendheid aan haar enig horende (rechter) oor tot de KNO-arts. Klaagster verwijt de KNO-arts onder meer dat de door hem gestelde diagnose onvoldoende zeker was, dat hij aanvullend onderzoek had moeten doen en de verkeerde behandeling heeft ingezet.  Het beleid van de KNO-arts kan de tuchtrechtelijke toets doorstaan en niet kan worden vastgesteld dat klaagster onvoldoende in geïnformeerd (informed consent).

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6935

    Klacht tegen arts (specialist ouderengeneeskunde) deels gegrond. De klacht gaat over de inmiddels overleden moeder van klaagsters. Bij patiënte was sprake van cognitieve achteruitgang en uitgezaaide darmkanker. Begin 2023 heeft de arts, op verzoek van patiënte in het kader van een onderbewindstelling, een wilsbekwaamheidsbeoordeling uitgevoerd. Hij heeft een verklaring afgegeven waarin staat dat patiënte wilsbekwaam is. Klaagsters zijn het niet eens met de beoordeling van de arts en hoe deze tot stand is gekomen. Het college komt tot het oordeel dat de arts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, omdat de verslaglegging van de arts dusdanig summier is, dat het college niet (inhoudelijk) kan beoordelen of de arts op logische wijze, gebaseerd op de door hem bevraagde feiten en omstandigheden, tot zijn conclusie heeft kunnen komen dat patiënte wilsbekwaam was. De arts heeft zijn advies niet alleen onvoldoende onderbouwd, maar ook geen notities van het gesprek met patiënte gemaakt. Het doen aan dossiervorming valt onder de algemene normen van een arts en geldt ook voor verweerder als zelfstandig opererend medicus. Daarnaast is het belang van dossiervoering deels gelegen in de toetsbaarheid van het handelen, namelijk het onderbouwen/toelichten van besluiten. Het college legt aan de arts een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5962

    Klacht over huisarts, in de kern over het ontzeggen van de juiste zorg. Klager is door huisarts verwezen voor echo en later naar chirurg, die een karbunkel in de bovenarm diagnosticeerde. Een jaar later is osteomyelitis vastgesteld. Huisarts heeft klager geen zorg onthouden, maar hem snel en adequaat doorverwezen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5709

    Klager is bij huisarts op HAP geweest en verwijt haar dat ze de diagnose (herseninfarct) heeft gemist en klager en echtgenote onprofessioneel heeft bejegend. Huisarts heeft wel rekening gehouden met mogelijkheid cva en daarnaar onderzoek gedaan. Niet onzorgvuldig. Verweten bejegening niet vast te stellen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6650

    Kennelijk ongegronde klacht over huisarts dat hij oxycodon heeft voorgeschreven, maar het gebruik daarvan onvoldoende heeft gemonitord en gebrek aan aandacht had voor alternatieve behandelingen en (verslavings-)risico’s.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6046

    Kennelijk ongegronde klacht over huisarts dat hij klaagster na ontslag uit ziekenhuis niet heeft willen bezoeken en dat hij niet schriftelijk heeft willen antwoorden op vragen van klager over de griepprik.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6831

    Kennelijk ongegronde klacht over plastisch chirurg na Macs lift (gezichtsbehandeling) en ontstane complicatie (geïnfecteerd hematoom). Geen nalatigheid of slordigheid in uitvoering operatie en nazorg.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:166 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6172

    Gegronde klacht tegen een verloskundige. Klaagster heeft zich vanwege haar eerste zwangerschap aangemeld bij de verloskundigenpraktijk waar de verloskundige werkzaam is. Op enig moment kreeg zij last van vaginaal bloedverlies, hetgeen werd toegeschreven aan een miskraam. In de periode hierna hield zij klachten van wisselend bloedverlies en buikpijn. De verloskundige heeft klaagster op 19 juli 2023 gezien en bij haar een echo gemaakt. Klaagster verwijt de verloskundige dat zij op 19 juli 2023 niet heeft vastgesteld dat er sprake was van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Op 19 juli 2023 had klaagster al langere tijd last van intermitterend bloedverliesen aanhoudende buikpijn. Deze klachten in combinatie met het feit dat de zwangerschap nooit intra-uterien is vastgesteld voor de miskraam waarvan werd uitgegaan en het feit dat de laatste menstruatiedatum niet bekend was, had volgens de toepasselijke richtlijn voor de verloskundige aanleiding moeten zijn om te denken aan een buitenbaarmoederlijke zwangerschap en deze uit te sluiten. Gegrond. Waarschuwing. Publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:163 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6641

    Deels gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster heeft de tandarts bezocht vanwege een (niet pijnlijk) plekje aan haar tandvlees. Zij verwijt de tandarts dat de behandeling te uitvoerig en deels onnodig was en dat de tandarts een onjuiste diagnose heeft gesteld. Het college is van oordeel dat met name het blootstellen van klaagster aan straling, zonder eerst te beoordelen of het maken van een foto gerechtvaardigd is en zonder te streven naar de laagst haalbare dosis straling, de tandarts kan worden aangerekend. Ook het niet goed bijhouden van het patiëntendossier en het te werk gaan zonder daaraan voorafgaand de patiënte te informeren en toestemming te vragen, zijn tuchtrechtelijk verwijtbaar. De tandarts heeft ter zitting erkend dat haar handelwijze omtrent het maken van een röntgenfoto niet juist was en heeft zich in zoverre toetsbaar opgesteld. Deels gegronde klacht, waarschuwing en publicatie in het algemeen belang.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7223

    Voorzittersbeslissing. Het verkeerd noteren van een jaartal in een brief aan de huisarts, namelijk 2018 in plaats van 2017, wordt gekwalificeerd als eenvoudige verschrijving. Het tuchtrecht is niet bedoeld om verschrijvingen in een medisch dossier aan de orde te stellen. Daarom is de voorzitter van oordeel dat de klacht kennelijk van onvoldoende gewicht is.