Zoekresultaten 151-160 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:48 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/746424 / DW RK 24/71 MK/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder voor een onjuist bedrag beslag heeft gelegd. De voorzitter heeft klager ook niet-ontvankelijk verklaard omdat het een (ambts)handeling betrof van langer dan drie jaar geleden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:49 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741105 / DW RK 23/381 MK/SM

    Beslissing op verzet. Klager niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:147 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-351/AL/LI/W

    Wrakingsbeslissing. De wrakingskamer van de Raad van Discipline verklaart het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:76 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-040/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over overtreding gedragsregel 22. De raad is van oordeel dat verweerder zich zowel voorafgaand als na afloop van het getuigenverhoor had moeten onthouden van verdergaand contact met de heer B dan het schudden van diens hand. Het op min of meer indringend wijzen op de consequenties die het overtreden van de geheimhoudingsverplichting voor de heer B zou hebben was naar het oordeel van de raad onnodig, omdat die consequenties bij de heer B bekend mochten worden verondersteld en de netelige positie waarin de heer B zich bevond zou nu juist in de zittingszaal ten overstaan van de rechter worden besproken. In zoverre is de klacht gegrond. Dat verweerder zich heeft schuldig gemaakt aan ernstige intimidatie is op grond van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht naar het oordeel van de raad niet komen vast te staan. In zoverre is de klacht ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:50 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/726121 / DW RK 22/443 MK/SM

    Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft afspraken met zijn opdrachtgever met betrekking tot betalingsvoorstellen en verzoeken tegen finale kwijting in dit geval ‘strikt’ nageleefd. Bij die stand van zaken is de gerechtsdeurwaarder niet verplicht geweest om elk voorstel aan zijn opdrachtgever voor te leggen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6594

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg-intensivist. Klaagster was opgenomen in verband met respiratoire insufficiëntie bij een COVID-infectie. Besloten is een arterielijn aan te brengen in de arm van klaagster. Tijdens het verblijf op de IC is bij klaagster een trombus (bloedstolsel) ontstaan in deze arteria brachialis waardoor klaagsters hand werd bedreigd. Haar klacht tegen de chirurg houdt in dat de chirurg niet naar klaagster heeft geluisterd en niet heeft genoteerd dat bij klaagster geen arterielijn (lijn in slagader) of infuus geprikt mocht worden, en dat de chirurg heeft nagelaten noodzakelijke zorg omtrent de arm van klaagster te verlenen.Het college kan op grond van het medisch en verpleegkundig dossier niet vaststellen dat klaagster heeft aangegeven dat zij geen arterielijn (of infuus) wilde of mocht krijgen. Ook kan op grond van de stukken en wat hierover is vastgelegd in het patiëntendossier niet worden vastgesteld dat er reden was voor de chirurg om navraag bij het andere ziekenhuis te doen over een eventuele (medische) reden om geen arterielijn aan te leggen. Het college is het met de chirurg eens dat het ook niet goed denkbaar is dat bij een wakkere patiënt zonder toestemming (of zelfs met verzet) een arterielijn wordt aangebracht.Het college is wat betreft het tweede klachtonderdeel van oordeel dat op grond van het medisch dossier duidelijk wordt dat de chirurg adequaat en tijdig heeft gehandeld rondom de klachten aan de hand, en daarbij de noodzakelijke medische zorg heeft verleend. In de ochtend van 2 december 2021 heeft zij de klachten die klaagster aan haar hand ervoer serieus genomen en volgens de richtlijnen gehandeld. Toen later die dag sprake was van progressie van deze klachten, heeft de chirurg nadere diagnostiek laten uitvoeren en de vaatchirurg in consult gevraagd. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5696

    Psychiater. Klacht: 1) klager niet getest, ondanks zijn verzoek, 2) zonder klager vooraf te informeren, informatie over vader en broer opgenomen in medisch dossier, 3) ondanks verzoek informatie dat klager ‘rand-psychotisch’ was niet uit dossier verwijderd. College: kennelijk ongegrond. Uit medisch dossier blijkt niet dat klager heeft verzocht hem te testen. Psychiater verplicht om relevante informatie uit anamnese op te nemen in medisch dossier (7:454 BW). Niet verplicht klager vooraf te informeren. Uit medisch dossier blijkt niet dat klager heeft verzocht notitie ‘randpsychotisch’ uit dossier te verwijderen. Verzoek had schriftelijk of elektronisch moeten worden gedaan.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:12 Kamer voor het notariaat Amsterdam 740208 / NT 23-38 743543 / NT 23-45

    Notaris 1 heeft niet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gehandeld bij de oprichting van de besloten vennootschap en de inschrijving daarvan. Door slechts de website van [A] te bekijken en geen verder onderzoek te doen naar de persoon [A] heeft de notaris de ogen gesloten voor mogelijke risico’s verbonden aan (i) de oprichting van de BV en (ii) inschrijving op een door [A] opgegeven adres, zonder huurovereenkomst of toestemming van klaagster (de eigenaar van de bedrijfsruimte op dat adres). De notaris heeft zijn functie van poortwachter veronachtzaamd. Naar het oordeel van de kamer is sprake van ernstig tekortschieten, wat het opleggen van de maatregel van berisping rechtvaardigt.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5852

    Klacht tegen een verpleegkundig specialist GGZ die als consulent psychiatrie betrokken was bij de zorgverlening aan klaagster. Klaagster verwijt verweerster dat zij vond dat klaagster passief in bed bleef liggen en dat zij klaagster vlug uit bed wilde hebben. College: uit het dossier blijkt dat verweerster adviezen heeft gegeven over de wijze waarop klaagster dient te worden benaderd bij het activeren en dat zij heeft geadviseerd om een fysiotherapeut in te schakelen. Daaruit blijkt niet dat zij een oordeel heeft gegeven over het activiteitenpatroon van klaagster en ook niet dat zij daarover iets tegen klaagster heeft gezegd. Verweerster ontkent ook wat haar wordt verweten. Een en ander staat dus niet vast. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:142 Hof van Discipline 's Gravenhage 240067 en 240079

    Herstelbeslissing.