Zoekresultaten 11-20 van de 43082 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:190 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6071

    Deels gegronde klacht tegen een oogarts. De oogarts was supervisor tijdens een ooglaserbehandeling. Klager klaagt erover dat hij van tevoren niet erover is geïnformeerd dat de behandeling werd uitgevoerd door een in het buitenland opgeleide en in Nederland niet BIG-geregistreerde oogarts en dat noch de oogarts, noch de zorgverlener die de behandeling heeft uitgevoerd voor de operatie kennis met hem heeft gemaakt. Verder vindt hij dat het vooronderzoek niet juist is uitgevoerd, is hij ontevreden over de informatie die hij voor de operatie heeft ontvangen, waardoor hij geen weloverwogen keuze heeft kunnen maken, en klaagt hij over inadequate verslaglegging. Het college oordeelt dat niet kan worden gezegd dat klager in een risicogroep viel. Het college realiseert zich dat het uitermate hinderlijk is geweest voor klager dat hij zo lang last heeft gehad van droge en pijnlijke ogen en dat zijn kwaliteit van leven en werk daardoor is aangetast, maar is van oordeel dat in de brochure en het informed consent-formulier die klager kreeg, voldoende en duidelijk uiteen is gezet wat klager kon en moest verwachten van de behandeling en de eventuele effecten daarvan. Zo wordt er voldoende gewaarschuwd voor complicaties en neveneffecten, zoals de mogelijkheid van (chronisch) droge ogen en pijnlijke ogen. Op basis van de anamnese en de door de optometrist uitgevoerde onderzoeken mocht de oogarts aannemen dat klager geen contactlensintolerantie of significant droge ogen had. De verslaglegging in het dossier is inadequaat, dit klachtonderdeel is gegrond. De supervisieregeling is niet gevolgd door klager niet te informeren dat de zorgverlener die de behandeling zou uitvoeren niet BIG-geregistreerd is. Dit is in strijd met het recht van klager op informatie. Hier had de oogarts op moeten toezien en hier is zij verantwoordelijk voor. Overige klachtonderdelen ongegrond. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:211 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-027/AL/GLD

    Klacht over de advocaat van de wederpartij. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder als partijdige belangenbehartiger de stellingen en de feiten namens zijn client aanvoeren zoals hij dat heeft gedaan in de diverse processtukken en op de zitting. Hij mocht daarbij ook afgaan op wat zijn cliënt hem heeft verteld zonder dat nader feitelijk onderzoek door hem noodzakelijk was. De stellingen van verweerder waarover door klagers wordt geklaagd, waren juist onderdeel van het geschil bij de bestuursrechter en klagers (en hun advocaat) zijn in de gelegenheid geweest om op de volgens klagers onjuiste standpunten van verweerder te reageren. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:236 Hof van Discipline 's Gravenhage 240145

    In deze spoedzaak ligt de vraag voor of verweerder vooruitlopend op de behandeling in hoger beroep van een tuchtrechtelijke veroordeling met onmiddellijke ingang moet worden geschorst in de uitoefening van de praktijk. De raad heeft het verzoek van de deken tot schorsing toegewezen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad gedeeltelijk en vernietigt de beslissing voor zover daarbij voorlopige voorzieningen zijn opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:230 Hof van Discipline 's Gravenhage 240166

    Artikel 13-beklag. Klaagster wenst een advocaat, omdat zij advies wil over de berichten die zij van de gemeente heeft ontvangen. De deken heeft het verzoek op goede gronden afgewezen, omdat voor juridisch advies over de betekenis van de berichten van de gemeente geen advocaat is vereist. Beklag ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:211 Hof van Discipline 's Gravenhage 230232

    Klagers komen in beroep tegen een verzetbeslissing van de raad. Appelverbod niet doorbroken, omdat de gronden zien op de motivering en inhoudelijke beoordeling van de beslissing van de raad. Voor zover wel beroep openstond tegen de verzetbeslissing (want verzet gegrond) is hoger beroep niet-ontvankelijk, omdat de klacht te laat is ingediend. Ten slotte staat geen beroep open tegen de beslissing van de raad om de zaak na het overlijden van oorspronkelijke klaagster in het algemeen belang (niet) voort te zetten. Beroep deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:237 Hof van Discipline 's Gravenhage 230303

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder wordt verweten dat hij in rechte correspondentie heeft overgelegd waarin schikkingsonderhandelingen zijn opgenomen, zich schuldig heeft gemaakt aan belangenverstrengeling en de voorzieningenrechter bij het leggen van conservatoir beslag verkeerd heeft voorgelicht. Het hof is met de raad van oordeel dat verweerder zich op deze punten tuchtrechtelijk verwijtbaar jegens klager heeft gedragen en bekrachtigt het oordeel van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:231 Hof van Discipline 's Gravenhage 230081 230082 230083 230084

    Eindbeslissing na vernietiging van de beslissing van de raad waarin klaagsters niet ontvankelijk zijn verklaard in hun klacht. Inhoudelijke behandeling van de klacht ingediend door bestuurder en aandeelhouder van besloten vennootschap over advocaten die de andere twee aandeelhouders van de vennootschap hebben bijgestaan in een aandelengeschil. Klacht deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:144 Raad van Discipline Amsterdam 24-475/A/NH

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet is komen vast te staan dat verweerder opzettelijk een meinedig document in de procedure heeft gebracht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:232 Hof van Discipline 's Gravenhage 230373

    Klacht over advocaat wederpartij. Klaagster heeft niet mogen begrijpen dat een vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen, nu zij die pas heeft getekend en retour gestuurd nadat de rechter al vonnis had gewezen. Zij heeft geen ondertekende versie retour ontvangen van de wederpartij. Het stond verweerster vrij om uitvoering te geven aan het vonnis. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:226 Hof van Discipline 's Gravenhage 230309

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerster wordt als advocaat van de vrouw verweten dat zij zich in diverse gerechtelijke procedures onnodig grievend over klager heeft uitgelaten en feitelijke informatie heeft verstrekt waarvan zij wist of kon weten dat die onjuist was. Het hof is, anders dan de raad, van oordeel dat verweerster bij het schetsen van de achtergrond van de complexe verhouding tussen klager en de vrouw onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat zij dit deed vanuit het perspectief van de vrouw. Door beschuldigingen aan het adres van de man als eigen feiten te presenteren in plaats van als de visie van haar cliënte, heeft zij zich – zonder enig onderzoek naar de juistheid van de stellingen van de vrouw – suggestief en onnodig polariserend opgesteld. De belangen van klager zijn daardoor nodeloos geschaad. Vernietiging raadsbeslissing en oplegging van de maatregel van een waarschuwing.