Zoekresultaten 11-20 van de 1703 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:166 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-392/AL/NN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:166
Toewijzing 60ab verzoek. Voldoende termen aanwezig om verzoek van de deken toe te wijzen. Onmiddellijke schorsing in de uitoefening van de praktijk. Termijn van zes weken voor de deken om dekenbezwaar in te dienen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:122 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-261/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 25-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:122
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Ne bis in idem. Nieuwe klacht is in de kern gebaseerd op hetzelfde feitencomplex als de eerdere klacht waar verweerder in hoger beroep al een berisping voor opgelegd heeft gekregen. Klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:116 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-247/DH/DH
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:116
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan op grond van het klachtdossier niet vaststellen dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verder kan de voorzitter uit de overgelegde stukken niet afleiden dat verweerder klaagster voor een leugenaar heeft uitgemaakt ten aanzien van haar afkomst en dat verweerder klaagster in zijn processtukken heeft neergezet als iemand met een laag IQ. Verweerder verwoordt tijdens een zitting en in zijn processtukken de standpunten van zijn cliënten en niet zijn persoonlijke opvattingen. De omstandigheid dat klaagster deze standpunten als beledigend, kleinerend en discriminerend ervaart, betekent niet dat de door verweerder verwoorde standpunten ook onnodig kwetsend zijn of op een andere wijze als onbetamelijk kunnen worden gekwalificeerd. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:167 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-103/AL/GLD
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:167
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. Het verzet slaagt dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en de voorzitter heeft ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:123 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-397/DH/A/W
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:123
Wrakingsbeslissing. Verzoek kennelijk ongegrond. Een onwelgevallige (processuele) beslissing kan geen grond vormen voor wraking.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2025:14 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-55
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 11-06-2025
- ECLI:NL:TNORDHA:2025:14
De klacht is ingediend door een bewindvoerder. Voor zover de bewindvoerder klaagt over handelingen of nalaten jegens de onderbewindgestelde gaat zij daarmee buiten haar bevoegdheden als bewindvoerder en is zij in dat klachtonderdeel niet-ontvankelijk. Voor zover de klacht ziet op het niet tijdig reageren op een schrijven van de gemachtigde heeft de kamer de klacht ongegrond verklaard. Niet is gebleken dat er niet binnen een redelijke termijn werd gereageerd. Het verzoek tot verstrekken van de stukken werd gedaan en twee maanden later werd de klacht, op dat punt welhaast rauwelijks, ingediend.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:117 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-257/DH/RO
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 18-06-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:117
Voorzittersbeslissing. Klacht over een advocaat in de hoedanigheid van bijzonder curator. Geen aanknopingspunten dat verweerster het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden. De rechtbank heeft verweerster bedankt voor haar vele en goede inspanningen als bijzonder curator. Er is geen reden voor de tuchtrechter om anders te concluderen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:168 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-001/AL/MN
- Datum publicatie: 30-06-2025
- Datum uitspraak: 30-06-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:168
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7671
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:160
Gegronde klacht van de IGJ tegen een arts. De IGJ is ontvankelijk en het rapport wordt in de beoordeling betrokken. De arts is werkzaam als arts aan gedetineerden en arrestanten. Het is aannemelijk geworden dat de arts twee bezoeken heeft afgelegd aan een patiënt met pijnklachten. Het verweer van de arts, dat hij patiënt maar één keer heeft gezien, is onvoldoende onderbouwd. De arts heeft op onzorgvuldige wijze off-label methadon verstrekt aan de patiënt die acute pijn had. Hij is daarmee afgeweken van de relevante richtlijnen en protocollen, zonder deugdelijke motivering. Daarnaast heeft de arts met betrekking tot de patiënt geen medisch dossier bijgehouden van zijn behandelcontacten met hem en de in dat kader voor de zorgverlening verrichte handelingen. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van 6 maanden met omschrijving van bijzondere voorwaarden.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7529
- Datum publicatie: 27-06-2025
- Datum uitspraak: 27-06-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:161
Ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager stelt dat de orthopedisch chirurg ten onrechte en zonder deugdelijk informed consent is overgegaan tot operatieve stabilisatie van zijn schouder. Volgens de orthopedisch chirurg vormde de ernstige pijnklachten van klager de belangrijkste indicatie voor de operatie en is een uitgebreide informed consent procedure gevolgd. Het college overweegt dat over de vraag wanneer bij chronische instabiliteit van de schouder tot een operatie moet worden overgegaan discussie mogelijk is. Er bestaan hiervoor geen richtlijnen. De vraag rijst of in dit geval niet te snel is besloten tot een AC-reconstructie, een in de ogen van het college ingewikkelde operatie met een onzekere uitkomst. Het is het college niet duidelijk geworden welke fysiotherapeutische behandeling klager precies heeft gehad. Mogelijk was in dit geval op zijn plaats geweest om in eerste instantie wat uitgebreider een afwachtend beleid te voeren, met gerichte behandeling door een schouderfysiotherapeut, waarna altijd nog tot een operatie had kunnen worden besloten. Daar staat tegenover dat klager ernstige pijnklachten had. Gelet op de bandbreedte die bestaat ten aanzien van de indicatiestelling is het college van oordeel dat het de orthopedisch chirurg tuchtrechtelijk niet kan worden verweten in dit geval tot operatie te hebben geadviseerd.