Zoekresultaten 261-270 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:98 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/696290 / DW RK 21/29 MK/SM

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder heeft zich gedragen als een goed gerechtsdeurwaarder betaamt aangaande het beslag op de AOW, alsmede het beslag op het vakantiegeld van klaagster. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:100 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/691203 / DW RK 20/511 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over ministerieplicht en het (niet) plegen van valsheid in geschrifte blijft in stand. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:99 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700637 / DW RK 21/144 MdV/RH

    Artikel 45 lid 3 onder d Rv geeft als uitgangspunt de vermelding van het adres. De Hoge Raad heeft echter op 18 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:2101) bepaald dat als het ontbreken van het woonadres van een gedaagde in een exploot, bijvoorbeeld in het geval van een geheim adres, niet leidt tot een identificatieprobleem, de vermelding van het adres niet per se noodzakelijk is. De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat alleen op grond van een zwaarwegend belang van het uitgangspunt neergelegd in artikel 45 Rv kan worden afgeweken. Klager heeft aangevoerd dat hij wel degelijk een zwaarwegend belang heeft op grond waarvan zijn adres geheim moet blijven. Dit belang is gelegen in de aard van zijn werkzaamheden: onderbewindgestelden kunnen zich agressief richting bewindvoerders gaan gedragen. Naar het oordeel van de kamer had de gerechtsdeurwaarder gelet op het arrest van de Hoge Raad en in aanmerking genomen het zwaarwegend belang van klager om zijn adres geheim te houden, ervoor moeten kiezen dit adres niet te vermelden in het exploot. Ook in het geval het exploot niet zou zijn doorgestuurd aan de onderbewindgestelde zoals in dit geval wel is gebeurd, heeft klager een gerechtvaardigd belang bij het niet vermelden van zijn adresgegevens in een exploot. Een (ex)onderbewindgestelde kan namelijk altijd een afschrift van een exploot opvragen bij een gerechtsdeurwaarder, waardoor die gegevens alsnog bekend kunnen worden bij die (ex)onderbewindgestelde. De kamer is dus van oordeel dat dit klachtonderdeel gegrond is.  [1] ECLI:NL:HR2020:2101

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:101 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700735 / DW RK 21/149 MdV/RH

    Vastgesteld wordt dat voor het rentebedrag geen titel bestaat. Het verweer van beklaagden dat de rente geen onderdeel is van het dossier en de mogelijke executie, maar vermeld is in een losse sommatie, voldoet niet. Het steeds weer ten onrechte opvoeren van het rentebedrag in de aanmaningen waarin ook de verschuldigde proceskosten zijn vermeld, leidt tot onduidelijkheid bij klaagster over wat betaald moet worden en voor welke bedragen een titel bestaat, en dus ook voor welk bedrag executiemaatregelen kunnen worden getroffen. De gerechtsdeurwaarder heeft daarmee in strijd met de zorgvuldigheid gehandeld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:93 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/705622 / DW RK 21/349 MK/SM

    Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:102 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/706372 / DW RK 21/387 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over het innen van een vordering nadat was gebleken dat geen schone lei verklaring was verleend blijft in stand. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:94 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/689362 / DW RK 20/453 MK/SM

    Beslissing op verzet. Niet-ontvankelijk. Verzet te laat ingediend.

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707774 / DW RK 21/430 MdV/RH

    Beslissing op verzet. De kamer kan niet zelfstandig een andere gerechtsdeurwaarder aanwijzen wanneer klager in zijn klacht een gerechtsdeurwaarder met naam heeft genoemd. Gebleken is dat deze slechts het gelegde beslag op de onroerende zaken van klager als losse opdracht aan klager heeft overbetekend. Door de overbetekening is hij niet verantwoordelijk geworden voor het gelegde beslag. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:95 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/700472 / DW RK 21/140 MK/SM

    Klagers beklagen zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder – naast de andere (zeven) titels die hij heeft betekend – één titel heeft betekend die niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. De kamer oordeelt dat de gerechtsdeurwaarder in goed vertrouwen gevolg heeft gegeven aan zijn ministerieplicht, nu hij de opdracht kreeg van een advocaat. Hij mocht er daarom op vertrouwen dat alle vonnissen die hij ten uitvoer diende te leggen, daarvoor vatbaar waren en dus dat tegen het niet uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis geen hoger beroep was ingesteld. De termijn voor hoger beroep was immers op 28 december 2020 (de dag van betekening) ruimschoots verstreken en als hoger beroep was aangetekend had de advocaat daarvan op de hoogte kunnen en moeten zijn. Hoewel de gerechtsdeurwaarder uit het oogpunt van zorgvuldigheid navraag hiernaar had kunnen doen, is van enig tuchtrechtelijk laakbaar handelen niet gebleken. Klacht ongegrond.*****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 24 januari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:139,[ Het hof:- bevestigt de bestreden beslissing. ]*****

  • ECLI:NL:TGDKG:2022:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/707959 / DW RK 21/441 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over het leggen van beslag op klagers onroerende zaak voor een relatief geringe vordering blijft in stand.