Zoekresultaten 21-30 van de 2805 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2024:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/429734 KL RK 23-145

    Akte levering van de woning. Klacht over voorlichting, communicatie en afhandeling van het verzoek van klager aan de kandidaat-notaris om de verkoopopbrengst van de woning ongelijk tussen hem en zijn ex-echtgenote uit te keren. Kandidaat-notaris heeft Reglement beperking uitbetalen derdengelden te beperkt opgevat en toegepast. Kandidaat-notaris heeft klager onvoldoende gelegenheid gegeven zijn verzoek tot ongelijke uitkering nader te onderbouwen. Klachtonderdeel 1) gegrond, geen maatregel. Klachtonderdeel 2) ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/59 en SHE/2023/60

    Klacht tegen een notaris over de totstandkoming van een testament en klachten tegen deze notaris en een toegevoegd notaris over de afwikkeling van de nalatenschap ingevolge dit testament. Klachttermijn. Invulling rol boedelnotaris: onderzoekplicht en regievoering. Beroep op geheimhoudingsplicht. Enkele klachtonderdelen onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd in de zin van artikel 5 Reglement omtrent de werkwijze van de kamers voor het notariaat. Klachten gedeeltelijk niet-ontvankelijk en verder ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/52 en SHE/2023/53

    Jarenlange fraude door boekhouder van notariskantoor, die ruim 3 miljoen euro heeft onttrokken aan derdengeldenrekening. Klacht van BFT tegen twee notarissen over (onopgemerkte) negatieve bewaringspositie en ontoereikende administratieve organisatie en interne controlemaatregelen. De kamer oordeelt dat de notarissen niet met de vereiste zorgvuldigheid hebben gehandeld door de bankpassen van de derdengeldenrekeningen van hun kantoren te bewaren in een (overdag niet afgesloten) kast op de financiële administratie. Daardoor hebben zij het risico voor lief genomen dat deze passen ook zouden kunnen worden gebruikt door anderen dan zij zelf of hun waarnemers, als dezen (onverhoopt) bekend zouden raken met hun pincode. Dit risico heeft zich verwezenlijkt omdat de boekhouder al jarenlang op de hoogte bleek te zijn van de pincode van één van de notarissen, waardoor hij overboekingen van de derdengeldenrekening naar zijn eigen rekeningen heeft kunnen klaarzetten, autoriseren, uitvoeren en (door op geraffineerde wijze gebruik te maken van PA-rekeningen) in de administratie heeft kunnen verhullen. Dit klachtonderdeel en het klachtonderdeel over de negatieve bewaringspositie worden gegrond verklaard. De klachtonderdelen over ontoereikende controle van de bewaringspositie, onjuiste berekening van de bewaringspositie en onvoldoende controle van (vervalste) betalingsopdrachten worden ongegrond verklaard. Gelet op de in de beslissing omschreven werkwijze van de boekhouder was sprake van dermate geraffineerde fraude dat van de notarissen niet kon worden verwacht dat zij daarop bedacht waren of dit zelf hadden kunnen ontdekken. Omdat ook de accountant en het BFT kennelijk nooit onraad hebben geroken, overweegt de kamer te hebben gemist dat het BFT (aantoonbaar) heeft gereflecteerd op de werking van de (wettelijk voorgeschreven) controlesystemen en daarbij ook de rol van de accountant en de eigen rol heeft betrokken met als doel hieruit lessen te leren die kunnen voorkomen dat zo’n grootschalige fraude zich kan herhalen. Mede omdat de notarissen – die zelf ook slachtoffer zijn van de fraude, die voor hen persoonlijk en voor hun medewerkers diepe impact heeft (gehad) – kosten noch moeite hebben gespaard om de gevolgen van de fraude waar mogelijk te beperken en hun (betalings-)organisatie te optimaliseren, acht de kamer een ontzetting uit het ambt of een onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van het ambt niet passend. Een voorwaardelijke schorsing zou het meest passend zijn maar de Wna - anders dan de Advocatenwet - kent die mogelijkheid niet. Daarom volstaat de kamer met het opleggen van een berisping aan beide notarissen en worden zij in de proceskosten veroordeeld.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/50

    Klager verwijt de notaris dat zij niet zorgvuldig en onpartijdig heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster. Dat de notaris op een intimiderende en denigrerende wijze bij klager heeft aangedrongen op overlegging van bepaalde stukken is niet gebleken, evenmin dat de notaris in opdracht van de erfgenamen met een vooropgezet plan de laatste wil van erflaatster teniet heeft willen doen. Terzake het door de notaris overgebrachte verzoek van de erfgenamen tot overhandiging van persoonlijke bezittingen van erflaatster kan de notaris geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt worden. Van het verzoek tot afgifte van een theeservies was klager op de hoogte gebracht dat hij daar geen gehoor aan hoefde te geven. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/48

    Klager verwijt de notaris dat hij de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van klager niet voortvarend, adequaat en kundig heeft opgepakt. De notaris zou er te snel vanuit zijn gegaan dat door een mede erfgenaam voorgeschoten kosten ten behoeve van moeder (die onder bewind stond) terzake van kosten gemaakt voor haar overlijden ten laste van de nalatenschap gebracht konden worden. Ook heeft de notaris te hoge kosten gemaakt ten behoeve van de verkoop van de woning van de moeder. De kamer is van oordeel dat de notaris geen tuchtrechtelijke verwijten te maken zijn en verklaard de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2024:14 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/11 en SHE/2023/26

    Klagers (moeder en dochter) verwijten de kandidaat-notaris dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen van de akte van verdeling van de eenmanszaak van erflater (vader). De akte bevat een feitelijke onjuistheid en klagers zijn niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de akte. Wel hebben klaagsters een factuur en herinneringen voor het opstellen van de akte ontvangen. Na diverse verzoeken heeft de moeder met toestemming van de dochter een afschrift van de akte van verdeling ontvangen. De dochter heeft geen afschrift ontvangen. De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris het vertrouwen heeft geschaad dat rechtszoekenden in het notariaat moeten kunnen stellen. Gezien de ernst van de verweten gedragingen is een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:12 Kamer voor het notariaat Amsterdam 740208 / NT 23-38 743543 / NT 23-45

    Notaris 1 heeft niet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid gehandeld bij de oprichting van de besloten vennootschap en de inschrijving daarvan. Door slechts de website van [A] te bekijken en geen verder onderzoek te doen naar de persoon [A] heeft de notaris de ogen gesloten voor mogelijke risico’s verbonden aan (i) de oprichting van de BV en (ii) inschrijving op een door [A] opgegeven adres, zonder huurovereenkomst of toestemming van klaagster (de eigenaar van de bedrijfsruimte op dat adres). De notaris heeft zijn functie van poortwachter veronachtzaamd. Naar het oordeel van de kamer is sprake van ernstig tekortschieten, wat het opleggen van de maatregel van berisping rechtvaardigt.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 730535 / NT 23-11 730549 / NT 23-13

    De kamer verklaart de klacht over het afhandelen van de nalatenschap ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:11 Kamer voor het notariaat Amsterdam 740207 / NT 23-37

    Klacht is deels gegrond. Onprofessionele bejegening. Gelet op het door de notaris gemaakte excuus legt de kamer geen maatregel op. De klacht is voor het overige ongegrond. De kamer kan niet vaststellen dat de notaris met klager en de ex-partner niet over de gevolgen van de wijziging van de samenlevingsovereenkomst heeft gesproken. Daartoe heeft klager onvoldoende gesteld. De kamer acht niet aannemelijk dat de vermogensoverheveling naar de ex-partner vóór overlijden van klager door de notaris zou zijn vastgelegd indien dat niet conform de wensen van klager en de ex-partner was geweest. Daarbij komt dat de “Wijziging samenlevingsovereenkomst” inhoudelijk slechts bestaat uit één artikel, dat bij het passeren niet makkelijk over het hoofd kan worden gezien.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-40, 23-41 en 23-42

    In artikel 43 lid 4 Wna staat dat een akte door ieder der verschijnende personen onmiddellijk na voorlezing wordt ondertekend. Pas daarna tekent de notaris de akte. Op grond van artikel 43 lid 6 Wna mist de akte authenticiteit indien aan dit voorschrift niet wordt voldaan. Verder is in artikel 40 lid 3 Wna bepaald dat als in een akte het tijdstip van passeren opgenomen moet worden, de notaris dat tijdstip opneemt voordat hij de akte ondertekent. De kandidaat-notaris heeft in strijd gehandeld met beide wetsartikelen. Vast staat dat de passeerafspraak na 15.50 uur begon. Ter zitting heeft de kandidaat-notaris verklaard dat zij, zonder aanwezigheid van de gemachtigde van de ex-echtgenote, na klager de akte van verdeling heeft ondertekend. Pas nadat klager was vertrokken, heeft de gemachtigde de akte van verdeling getekend en is er door deze gemachtigde het (bovendien onjuiste) tijdstip van passeren, namelijk 15.50 uur, in de akte gezet. Hierdoor mist de akte mogelijkerwijs authenticiteit. De Kamer acht de klacht in zoverre gegrond en legt de kandidaat-notaris een waarschuwing op. Voor het overige is de klacht ongegrond.