Zoekresultaten 1-10 van de 3041 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:89 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/748293 / DW RK 24/130 MK/WdJ

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:84 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/741275 / DW RK 23/384 MK/WdJ

    Klacht over oplopende executiekosten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:85 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/738901 / DW RK 23/308 MK/WdJ

    Klacht betreft de ontruiming van het advocatenkantoor van klaagster. Uitgangspunt is dat een ontruiming op onafhankelijke wijze gebeurd. Daarbij past niet (uitzonderingen daargelaten) dat gebruik wordt gemaakt van de diensten van de opdrachtgever of van aan de opdrachtgever verbonden bedrijven, zeker niet als de opdrachtgever tevens verhuurder is van het te ontruimen pand. De keuze van de gerechtsdeurwaarder om de ontruiming in dit geval te laten uitvoeren door haar opdrachtgever, althans een aan de opdrachtgever verbonden bedrijf, getuigt van een onvoldoende onafhankelijke opstelling van de gerechtsdeurwaarder. De kamer is van oordeel dat de deurwaarder verkeerde afwegingen heeft gemaakt. Dit klachtonderdeel is daarom terecht voorgesteld. De klacht is voor het overige ongegrond. Maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in de proceskosten.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:86 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/735827 / DW RK 23/231 MK/WdJ

    De klacht betreft de wijze van betekenen in een bewind situatie. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat de onderneming van klager ten tijde van de betekeningen reeds was opgeheven en niet in de exploten had moeten zijn opgenomen. Er bestaat voor de gerechtsdeurwaarder geen verplichting om op een kantooradres te betekenen. De gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door op het privéadres van de bewindvoerder te betekenen. Klacht gedeeltelijk gegrond, geen aanleiding om een maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:87 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/752864 / DW RK 24/238 MK/WdJ

    Verzet is niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen ingediend. Verzet is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:88 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744590 / DW RK 24/9 MK/WdJ

    Beslissing op verzet over aanpassen beslagvrije voet. Verzet gegrond, klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:83 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/744596 / DW RK 24/12 MK/RH

    Beslissing op verzet. Verzet ongegrond, nieuwe klachten in verzet, bij inleidende klacht is juiste maatstaf toegepast. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:82 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742929 / DW RK 23/435 MK/RH

    Onafhankelijkheid gerechtsdeurwaarder. Beslissing op verzet. In de bestreden beslissing is getoetst aan artikel 3 van de Gerechtsdeurwaarderswet. De letterlijke tekst van dit artikel levert geen beletsel voor de gerechtsdeurwaarder op om de opdracht uit te voeren. De gerechtsdeurwaarder had zich echter vervolgens de vraag moeten stellen of hij op grond van integriteitsregels de opdracht heeft kunnen aannemen zonder dat zijn onafhankelijkheid in het geding zou komen althans dat de schijn gewekt kon worden dat dit het geval was. Het betrof een privékwestie van de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder had ter beantwoording van die vraag de Gerechtsdeurwaardersverordening moeten raadplegen. In de toelichting bij de Gerechtsdeurwaardersverordening zijn de kernwaarden geformuleerd voor de gerechtsdeurwaarder. Deze zijn: betrouwbaar en integer, onafhankelijk en onpartijdig, dienstbaar en vakbekwaam, nader geformuleerd in hoofdstuk 4 van de verordening. Op grond van deze kernwaarden moet een gerechtsdeurwaarder zichzelf telkens de beroepsethische vraag stellen wat een goed gerechtsdeurwaarder in een concrete casus betaamt. Niet is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder deze afweging heeft gemaakt, terwijl hij door de opdracht te aanvaarden wel de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt. Daarmee heeft hij naar het oordeel van de kamer in strijd gehandeld met de Gerechtsdeurwaardersverordening en dus klachtwaardig. Daarnaast wordt vastgesteld dat in het proces-verbaal constateringen zijn beschreven, die de indruk wekken dat die door de gerechtsdeurwaarder zijn gedaan. Het betreft echter constateringen waarbij hij zelf niet aanwezig was. Beide klachten zijn gegrond. De maatregelen van berisping en boete zijn opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:80 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730408 / DW RK 23/69 MK/RH

    Van een gerechtsdeurwaarder wordt verlangd, dat bij het inzien van de BRP uiterste zorgvuldigheid wordt betracht, gelet op de ernstige gevolgen die fouten bij de raadpleging met zich brengen. Vastgesteld moet dan ook worden dat de gerechtsdeurwaarder deze zorgvuldigheid niet in voldoende mate heeft betracht nu hij de geheimhouding van de adresgegevens over het hoofd heeft gezien. Het is niet de taak van een gerechtsdeurwaarder om het lichaam van een dagvaarding te controleren op juistheid of onderbouwing. Een gerechtsdeurwaarder is in het algemeen slechts gehouden marginaal te toetsen wat hij betekent, wat bij een dagvaarding inhoudt dat hij controleert of de dagvaarding voldoet aan de in de wet gestelde eisen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:81 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/734740 / DW RK 23/196 MK/RH

    De kamer is niet bevoegd is een inhoudelijk oordeel te geven of op grond van de inhoud van de notariële akte beslag mocht worden gelegd. De kamer kan slechts beoordelen of de gerechtsdeurwaarder op grond van de marginale toetsing beslag had mogen leggen. Op grond van vaste jurisprudentie dient een gerechtsdeurwaarder vragen met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn te beantwoorden. Deze termijn bedraagt, uitzonderingen daargelaten, twee weken.