Zoekresultaten 41-50 van de 44767 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7054
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:59
Klacht tegen psychiater grotendeels gegrond. Klaagster is jaren door verweerder behandeld. Klaagster klaagt over meerdere onderdelen; dossiervoering, diagnostiek en behandeling, behandelplannen en -doelen. Klaagster is onvoldoende vaak besproken in een intercollegiaal overleg of intervisie. Geen duidelijke therapeutische kaders en grenzen, wel grensoverschrijdend gedrag. Medicatie is niet goed gemonitord. Verweerder heeft privéleven met de therapeutische relatie laten vervloeien en de behandeling plotseling beëindigd. Maatregel: schorsing 6 maanden; 3 maanden voorwaardelijk en 3 maanden onvoorwaardelijk, proeftijd 2 jaar.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:92 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-683/DH/RO
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:92
Verzet ongegrond. De voorzitter heeft de klacht kennelijk van onvoldoende gewicht verklaard. Anders dan klager meent, is de tuchtrechter niet gehouden om uit te leggen wanneer een klacht dan wél van voldoende gewicht is. De (tucht)rechter moet zich beperken tot het geven van een oordeel in de voorliggende zaak. Evenmin had de voorzitter aanleiding moeten zien om een extra schriftelijke ronde in te lassen of een mondelinge behandeling te bepalen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:80 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2439
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:80
Wrakingsverzoek gericht tegen een lid-jurist. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:86 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-494/DH/RO
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:86
Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7340
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:121
Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. Klaagster is in januari 2022 in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. De casus van klaagster is in augustus 2022 tijdens een regionaal multidisciplinair overleg (MDO) besproken. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de chirurg dat het MDO waar zij aan heeft deelgenomen in hoge mate onjuist was. De chirurg heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college, dat toetst onder de tweede tuchtnorm in verband met het ontbreken van een behandelrelatie, is van oordeel dat de rol van de chirurg adviserend was en de summiere wijze en de gekozen bewoordingen waarop de casus is ingebracht in het MDO meer duiden op een algemene vraag over de te kiezen behandelwijze dan op twijfel over de juistheid van de (goedaardige) diagnose. Daarnaast zijn een aantal voor deze zaak relevante aspecten niet aan de orde gesteld. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7336
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:115
Ongegronde klacht tegen een radioloog. Klaagster is in verband met een zwelling in de rechterborst en pijnklachten door haar huisarts verwezen naar de afdeling radiologie van het ziekenhuis. Na verergering van de klachten en groei en toename van de zwellingen is zij nogmaals naar de afdeling radiologie en later naar de mammapoli chirurgie doorverwezen. Zij stond onder behandeling van een physician assistant en er zijn meerdere echo-onderzoeken uitgevoerd en drainages verricht door verschillende radiologen. Vanaf het eerste consult in het ziekenhuis is gedurende 8 maanden uitgegaan van lactactieadenomen/galactocèles. Uiteindelijk bleek klaagster een zeldzame vorm van een (agressieve) borstkanker te hebben. Klaagster verwijt de radioloog in zijn algemeenheid dat er gedurende de behandeling vertraging is ontstaan waardoor het mammacarcinoom te laat is ontdekt. Er is nimmer een differentiaaldiagnose opgesteld en er is nimmer aanvullende beeldvormende diagnostiek en/of nader weefselonderzoek verricht. Voor de specifieke verwijten zie 4.2 van de beslissing. De radioloog is van mening dat zij met de kennis die zij ten tijde van haar handelen had, heeft gehandeld als van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. Met de kennis van achteraf begrijpt zij dat daar anders tegenaan gekeken kan worden. Zij refereert zich aan het oordeel van het college. Het college is van oordeel dat de radioloog geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt ten aanzien van het MDO kan worden gemaakt en zij mocht vertrouwen op het advies van het MDO dat zij in de navolgende twee consulten heeft uitgevoerd. Klacht ongegrond, publicatie.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:93 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-769/DH/DH
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:93
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Klacht over het door de cliënt contant betaald worden vanuit aan de Belastingdienst niet opgegeven inkomsten niet-ontvankelijk, omdat de wederpartij daarbij geen direct betrokken belang heeft. Klacht over polariserend handelen en geen minnelijk overleg te zoeken ongegrond, omdat dit onvoldoende is onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:81 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2494
- Datum publicatie: 07-05-2025
- Datum uitspraak: 07-05-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:81
.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:124 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-732/AL/MN
- Datum publicatie: 06-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:124
Raadsbeslissing. De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6799
- Datum publicatie: 06-05-2025
- Datum uitspraak: 06-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:110
Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is werkzaam geweest als servicemonteur en heeft zich op enig moment ziekgemeld bij zijn werkgever. Hij is ontevreden over de verzuimbegeleiding van de bedrijfsarts. Hij verwijt hem onder andere dat hij geen fysieke consulten heeft gehouden, geen informatie bij behandelaren heeft opgevraagd, onjuiste adviezen heeft gegeven en dat klager van een consultrapportage/probleemanalyse geen afschrift heeft ontvangen. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is, omdat de bedrijfsarts onvoldoende heeft gewaarborgd dat klager de terugkoppelingen van spreekuren op ongeveer hetzelfde moment zou ontvangen als de werkgever. Het college legt de bedrijfsarts hiervoor een waarschuwing op. Voor het overige is de klacht ongegrond.