Zoekresultaten 181-190 van de 43083 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:170 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6412

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager is arbeidsongeschikt voor eigen werk in het kader van de Ziektewet en is beoordeeld door de arts (handelend als verzekeringsarts niet in opleiding) in het kader van de WIA. Klager is het niet eens met de beoordeling van de arts en maakt de arts verschillende verwijten. Volgens klager heeft de arts de medische beoordeling onzorgvuldig uitgevoerd door bij het opstellen van de functionele mogelijkhedenlijst (FML) geen informatie op te vragen bij de behandelaars ondanks dat klager hiervoor een machtiging had ingevuld. Tevens is het onderzoek verricht en de FML opgemaakt zonder bijzijn van de superviserend verzekeringsarts.De klacht dat de arts bij zijn oordeel niet heeft beschikt over het medisch dossier van klager mist feitelijke grond. De arts heeft bovendien zijn oordeel dat er geen noodzaak was om nadere informatie in te winnen, inzichtelijk gemotiveerd.Met het ondertekenen van het rapport verklaart de superviserend verzekeringsarts dat de conclusies uit het medisch onderzoek tot stand zijn gekomen conform de te stellen kwaliteitseisen. Niet noodzakelijk is dat de supervisor de gekeurde persoon dan zelf ook nog ziet. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:134 Raad van Discipline Amsterdam 24-147/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft door de gebruikte bewoordingen de grenzen van het tuchtrechtelijk toelaatbare niet overschreden. De bewoordingen zijn scherp, maar gelet op de contact waarin verweerder zijn e-mail heeft gestuurd, de onderlinge verhoudingen tussen partijen en de vrijheid die verweerder heeft om de belangen van zijn cliënte te behartigen zijn de woorden niet onnodig grievend. Verder stond het verweerder vrij om twee keer achter elkaar een wrakingsverzoek in te dienen. Tot slot is van het frustreren van de waarheidsvinding door verweerder geen sprake. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6413

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Klager is arbeidsongeschikt voor eigen werk in het kader van de Ziektewet en is beoordeeld door een arts, die niet een geregistreerd verzekeringsarts is. Het medisch onderzoeksverslag van de arts is vervolgens getoetst, geaccordeerd en gecontrasigneerd door de verzekeringsarts die optrad als supervisor van de arts.Klager maakt de verzekeringsarts als supervisor het verwijt dat hij onzorgvuldig zou hebben gehandeld doordat hij, samengevat, klager nooit heeft gezien tijdens het spreekuur, tevens de medische informatie van klager uit de curatieve sector niet heeft ingezien, en daarom het medisch onderzoeksverslag niet had mogen contrasigneren en accorderen. Het college heeft in dit concrete geval geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van deze gevolgde procedure en beoordeling door de superviserend verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft de verslaglegging deugdelijk bestudeerd en volgens de geldende beleidsregels gecontrasigneerd zonder klager zelf te hebben zien. Daarmee heeft de verzekeringsarts niet gehandeld in strijd met de voor hem geldende beroepsnorm. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5854

    Verwijt aan internist over afbouw van medicatie. Medicatie was conform richtlijn afgebouwd. Afwijking van de richtlijn was niet aan de orde. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6988

    Klacht tegen KNO-arts kennelijk ongegrond. Klaagster wendde zich met klachten van acuut ontstane slechthorendheid aan haar enig horende (rechter) oor tot de KNO-arts. Klaagster verwijt de KNO-arts onder meer dat de door hem gestelde diagnose onvoldoende zeker was, dat hij aanvullend onderzoek had moeten doen en de verkeerde behandeling heeft ingezet.  Het beleid van de KNO-arts kan de tuchtrechtelijke toets doorstaan en niet kan worden vastgesteld dat klaagster onvoldoende in geïnformeerd (informed consent).

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:15 Kamer voor het notariaat Amsterdam 741664/NT 23-40 741666/NT 23-41 745293 / NT 24-1

    In de literatuur wordt klaagster als ‘primaire verwachter’ van deze tweetrapsmaking aangeduid. Er bestaat voor de (toegevoegd) notaris geen wettelijke verplichting tot het informeren van primaire verwachters bij een tweetrapsmaking. De kamer is echter van oordeel dat de op een notaris rustende zorgplicht van artikel 17 Wna meebrengt dat een notaris, wanneer hij gevraagd wordt een verklaring van erfrecht af te geven in een nalatenschap, de primaire verwachters moet informeren over hun positie in de nalatenschap van de overledene. Dat een primaire verwachter een erfgenaam onder opschortende voorwaarde is, doet hieraan niet af.Het verwijt van klaagster dat de toegevoegd notaris ten onrechte het CCBR niet heeft geraadpleegd, acht de kamer tevens gegrond. Indien de toegevoegd notaris het CCBR had geraadpleegd, had hij immers van het bewind op de hoogte kunnen zijn en derhalve kunnen constateren dat de dochter van erflaatster de nalatenschap niet (zuiver) kon aanvaarden en evenmin benoemd kon worden tot executeur in de nalatenschap.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6935

    Klacht tegen arts (specialist ouderengeneeskunde) deels gegrond. De klacht gaat over de inmiddels overleden moeder van klaagsters. Bij patiënte was sprake van cognitieve achteruitgang en uitgezaaide darmkanker. Begin 2023 heeft de arts, op verzoek van patiënte in het kader van een onderbewindstelling, een wilsbekwaamheidsbeoordeling uitgevoerd. Hij heeft een verklaring afgegeven waarin staat dat patiënte wilsbekwaam is. Klaagsters zijn het niet eens met de beoordeling van de arts en hoe deze tot stand is gekomen. Het college komt tot het oordeel dat de arts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, omdat de verslaglegging van de arts dusdanig summier is, dat het college niet (inhoudelijk) kan beoordelen of de arts op logische wijze, gebaseerd op de door hem bevraagde feiten en omstandigheden, tot zijn conclusie heeft kunnen komen dat patiënte wilsbekwaam was. De arts heeft zijn advies niet alleen onvoldoende onderbouwd, maar ook geen notities van het gesprek met patiënte gemaakt. Het doen aan dossiervorming valt onder de algemene normen van een arts en geldt ook voor verweerder als zelfstandig opererend medicus. Daarnaast is het belang van dossiervoering deels gelegen in de toetsbaarheid van het handelen, namelijk het onderbouwen/toelichten van besluiten. Het college legt aan de arts een berisping op.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2024:16 Kamer voor het notariaat Amsterdam 746460 / 24-5

    De notaris heeft aangevoerd dat het voor rekening van klaagster moet komen dat zij deze toevoegingen over het hoofd heeft gezien, nu klaagster wel commentaar heeft gegeven op een aantal andere bepalingen in de concept koopovereenkomst, maar geen vragen heeft gesteld over genoemde verklaring en ontbindende voorwaarde. Het is op zijn minst slordig dat klaagster dit over het hoofd heeft gezien, maar dat ontslaat de notaris niet van zijn verantwoordelijkheid om – zeker zoals in het onderhavige geval waarbij het een zeer bijzondere transactie betrof en naast civielrechtelijke onderwerpen ook bijzondere publiekrechtelijke en fiscale vraagstukken speelden – klaagster erop te wijzen dat de bepalingen in 5a en 7.1 (ii) waren toegevoegd ten opzichte van het model.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5962

    Klacht over huisarts, in de kern over het ontzeggen van de juiste zorg. Klager is door huisarts verwezen voor echo en later naar chirurg, die een karbunkel in de bovenarm diagnosticeerde. Een jaar later is osteomyelitis vastgesteld. Huisarts heeft klager geen zorg onthouden, maar hem snel en adequaat doorverwezen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5709

    Klager is bij huisarts op HAP geweest en verwijt haar dat ze de diagnose (herseninfarct) heeft gemist en klager en echtgenote onprofessioneel heeft bejegend. Huisarts heeft wel rekening gehouden met mogelijkheid cva en daarnaar onderzoek gedaan. Niet onzorgvuldig. Verweten bejegening niet vast te stellen. Ongegrond.