Zoekresultaten 25901-25950 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:300 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7327

    Dekenbezwaar dat verweerder afspraken uit kantoorbezoeken niet nakomt en geen financiële informatie aanlevert. Gelet op onder meer de gezondheidstoestand van verweerder en de toezegging ter zitting dat hij zich als advocaat uit zal laten schrijven, komt het hof tot een lagere maatregel dan door de raad is opgelegd. Schorsing voor de duur van 1 jaar.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:147 Accountantskamer Zwolle 14/3294 Wtra AK

    Klacht van de curatoren van de Eurocommerce Groep tegen de accountant die de jaarrekening 2010 van de Eurocommerce Groep heeft gecontroleerd. De tegen deze klacht gevoerde formele verweren, strekkende tot onbevoegdheid van de Accountantskamer, althans tot niet-ontvankelijkverklaring van de klacht, falen. De bevindingen van de SRA leiden niet al tot ongegrondverklaring van de klacht; de Accountantskamer heeft zelfstandig haar oordeel te vormen en is niet gebonden aan de bevindingen of conclusies van andere instanties buiten de tuchtrechtspraak. In geval van een onderbouwde, gesubstantieerde en niet op voorhand onaannemelijke klacht in het kader van controlewerkzaamheden, daaronder begrepen het daarbij naleven het fundamentele beginsel van objectiviteit en het daaruit volgende beginsel van onafhankelijkheid, mag van de bij de jaarrekeningcontrole betrokken accountant worden verwacht dat het verweer mede is ingericht aan de hand van (alle van belang zijnde stukken van) het controledossier. Als vastleggingen uit het controledossier in de tuchtprocedure uitblijven, kan weinig betekenis worden gehecht aan de stelling dat toereikende controle-informatie is verkregen en/of voormelde beginselen zijn nageleefd. In dit geval moet worden vastgesteld dat betrokkene het aangaan van een huurrelatie met één van de vennootschappen van zijn controlecliënt niet heeft aangemerkt als een zakelijke relatie die een bedreiging kon vormen voor zijn onafhankelijkheid. Betrokkene heeft voorts ten onrechte op ontkennende wijze vastgelegd dat de verhouding tussen het hogere honorarium voor overige dienstverlening en het lagere honorarium voor de controlewerkzaamheden geen bedreiging als gevolg van eigenbelang inhield. Daarnaast hield het in overleg met de controller van de controlecliënt zelf aanbrengen van correcties in balansposten en het zelf berekenen van bepaalde posten een bedreiging in van zelftoetsing. Voorts wordt vastgesteld dat betrokkene tegen de door hem gesignaleerde bedreigingen geen afdoende waarborgen heeft getroffen. De door betrokkene opgevoerde tweede, toeziend vennoot bleek in feite een regulier lid van het controleteam, terwijl van een rol van ‘reviewer’ of ‘deskundig sparringpartner’ evenmin is gebleken. Betrokkene heeft daardoor de omtrent de onafhankelijkheid geldende voorschriften overtreden. Daarnaast wordt vastgesteld dat betrokkene volstrekt onvoldoende controlewerkzaamheden heeft verricht op de materiële post van waardering van het onroerend goed/projecten. Voor de waardering van het onroerend goed heeft betrokkene zich gebaseerd op een door een makelaarsorganisatie uitgebracht rapport, maar betrokkene had dit rapport niet mogen opvatten als een ‘allesomvattende taxatie’. Betrokkene had onder meer moeten onderzoeken op welke gegevens dat rapport was gebaseerd, de volledigheid en de juistheid daarvan moeten vaststellen, terwijl niet blijkt dat betrokkene werkzaamheden heeft verricht aangaande de competentie, capaciteiten en objectiviteit van de deskundige, dan wel inzicht heeft verworven in het werk van de deskundige. Niet valt in te zien dat de afwegingen van betrokkene konden leiden tot de door hem getrokken conclusie dat hij voor de waardering per balansdatum mocht uitgaan van de door deskundige gehanteerde peildatum van 1 oktober 2010. Voorts valt niet in te zien dat betrokkene tot de afweging kon komen dat de opvatting van de controlecliënt om twee materiele panden niet af te waarderen, aanvaardbaar was. Betrokkene is omtrent de waardering van de onroerend goed in zijn controlewerkzaamheden in zeer ernstige mate tekort geschoten. Wat betreft de waardering van de voorziening huurgaranties is eveneens gebleken dat betrokkene over de aanvaardbaarheid van die voorziening in de jaarrekening 2010 niet voldoende en geschikte controle-informatie heeft verkregen. Hetzelfde geldt voor de rubricering van de schulden en de continuïteit. Tot slot is gegrond het klachtonderdeel dat betrokkene ten onrechte heeft laten passeren de passage in het jaarverslag dat het bestuur van de Eurocommerce Groep vindt dat ‘haar administratieve organisatie/interne beheersing een goede mate van zekerheid geeft dat de financiële verslaglegging geen onjuistheden van materieel belang bevat en dat dit systeem in het verslagjaar naar behoren heeft gewerkt’, nu betrokkene wist die passage apert onjuist was en die passage het beeld beïnvloedt dat gebruikers krijgen van de jaarrekening en van de controlecliënt. Betrokkene heeft daardoor de controle van de jaarrekening 2010 met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling gepland en uitgevoerd. Als gevolg daarvan is bij de jaarrekening een goedkeurende verklaring in het maatschappelijk verkeer gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag bestond. De verzuimen van betrokkene moeten als zeer ernstig worden aangemerkt; het door het maatschappelijk verkeer te stellen vertrouwen in de beroepsgroep is in hoge mate geschaad. Daarnaast is zeer zorgwekkend te noemen dat betrokkene de jaarrekeningcontrole voor het overgrote deel zelf heeft uitgevoerd, terwijl sprake was van manifeste bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid, zonder adequaat functionerende waarborgen en zonder vastleggingen. Betrokkene heeft daardoor blijk gegeven in meer opzichten niet te beschikken over voldoende vakbekwaamheid. Daarnaast heeft betrokkene de waarheid geweld aan gedaan door van een ondergeschikte accountant te verlangen het dossier ‘ op orde te brengen’ als gevolg waarvan deze ondergeschikte accountant ten onrechte zichzelf heeft vermeld als degene die de controlehandelingen heeft uitgevoerd en betrokkene ten onrechte de stukken als ‘ reviewer’ heeft afgetekend. De Accountantskamer acht daardoor de maatregel van doorhaling in het register passend en geboden. De termijn van niet-inschrijving wordt, rekening houdend met de twee andere, gelijktijdig uitgesproken maatregelen, in deze tuchtzaak bepaald op 1 (een) maand. Een en ander leidt tot een gecumuleerde termijn van 6 (zes) maanden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:301 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7328

    Geen aanspraak op opschortingsrecht wanneer uit het handelen van de advocaat niet blijkt dat hij gebruik maakte van het opschortingsrecht. Los van het dekenbezwaar in zaak 7327 legt het hof in deze zaak een zelfstandige maatregel op. Schorsing voor de duur van 3 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:148 Accountantskamer Zwolle 14/3296 Wtra AK

    Klacht over uitvoering van jaarrekeningcontrole tegen accountant die wel lid was van het controleteam doch niet voor de controle-opdracht eindverantwoordelijk. De tegen die klacht opgeworpen formele verweren, allen strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de klacht, falen. Anders dan betrokkene meent, brengt het feit dat niet zij doch een andere accountant bij de jaarrekening een controle-verklaring heeft gegeven, niet al mee dat een klacht over die controle tegen haar ongegrond moet worden verklaard. Onjuist is immers het uitgangspunt dat bij een controle iedere tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van een bij een controle betrokken accountant wordt overgeheveld naar (alleen) de voor de controle-opdracht eindverantwoordelijk accountant. Elke accountant blijft immers steeds gebonden aan de fundamentele beginselen, waarop de accountant steeds tuchtrechtelijk aanspreekbaar is. In dit geval heeft betrokkene vragenlijsten ondertekend en gedateerd en heeft zij werkprogramma’s afgewerkt. Diegene die die lijsten dateert en ondertekent en de werkprogramma’s afwerkt, is volgens paragraaf 9. e.v. van Standaard 230 het lid van het controleteam dat de (onderliggende) controlewerkzaamheden inhoudelijk heeft uitgevoerd respectievelijk heeft beoordeeld. Die bepaling laat geen ruimte voor een opvatting dat een accountant die zich beperkt tot ‘alleen’ administratief op orde brengen van het controledossier, zich mag (laten) vermelden in de controledocumentatie als degene die de controlewerkzaamheden heeft uitgevoerd. Betrokkene heeft niet zelf de in de werkprogramma’s beschreven controlewerkzaamheden uitgevoerd en die werkzaamheden evenmin geëvalueerd. Zij heeft volstaan het administratief op orde brengen van het dossier en toch in de controledocumentatie doen opnemen dat zij ter zake controlewerkzaamheden heeft uitgevoerd. Betrokkene heeft daardoor in strijd gehandeld met de voor haar geldende regelgeving en op die wijze de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en van professioneel gedrag in ernstige mate geschonden. Dit zou in beginsel een forse tuchtrechtelijke maatregel kunnen rechtvaardigen. Er is echter ook acht geslagen op hiërarchisch ondergeschikte positie van betrokkene en niet onvoorstelbaar is dat zij – als pas afgestudeerd accountant, onervaren in controle en in de positie van medewerker – zich niet voldoende vrij heeft gevoeld de door de door controle-opdracht verantwoordelijk accountant uitgevoerde controlewerkzaamheden op toereikendheid te toetsen. Alles afwegende wordt aan betrokkene de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 259/2014

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. Niet gebleken en aannemelijk dat verweerder de gezondheid van klaagster heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:149 Accountantskamer Zwolle 14/3295 Wtra AK

    OM-klacht tegen de accountant die de jaarrekening 2010 van de Eurocommerce Groep heeft gecontroleerd. De tegen deze klacht gevoerde formele verweren, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de klacht, falen. De bevindingen van de SRA leiden niet al tot ongegrondverklaring van de klacht; de Accountantskamer heeft zelfstandig haar oordeel te vormen en is niet gebonden aan de bevindingen of conclusies van andere instanties buiten de tuchtrechtspraak. In geval van een onderbouwde, gesubstantieerde en niet op voorhand onaannemelijke klacht in het kader van controlewerkzaamheden, daaronder begrepen het daarbij naleven het fundamentele beginsel van objectiviteit en het daaruit volgende beginsel van onafhankelijkheid, mag van de bij de jaarrekeningcontrole betrokken accountant worden verwacht dat het verweer mede is ingericht aan de hand van (alle van belang zijnde stukken van) het controledossier. Als vastleggingen uit het controledossier in de tuchtprocedure uitblijven, kan weinig betekenis worden gehecht aan de stelling dat toereikende controle-informatie is verkregen en/of voormelde beginselen zijn nageleefd. In dit geval moet worden vastgesteld dat betrokkene het aangaan van een huurrelatie met één van de vennootschappen van zijn controlecliënt niet heeft aangemerkt als een zakelijke relatie die een bedreiging kon vormen voor zijn onafhankelijkheid. Betrokkene heeft voorts ten onrechte op ontkennende wijze vastgelegd dat de verhouding tussen het hogere honorarium voor overige dienstverlening en het lagere honorarium voor de controlewerkzaamheden geen bedreiging als gevolg van eigenbelang inhield. Daarnaast hield het in overleg met de controller van de controlecliënt zelf aanbrengen van correcties in balansposten en het zelf berekenen van bepaalde posten evident een bedreiging in van zelftoetsing. Voorts wordt vastgesteld dat betrokkene tegen de door hem gesignaleerde bedreigingen geen afdoende waarborgen heeft getroffen. De door betrokkene opgevoerde tweede, toeziend vennoot bleek in feite een regulier lid van het controleteam, terwijl van een rol van ‘reviewer’ of ‘deskundig sparringpartner’ evenmin is gebleken. Betrokkene heeft daardoor de omtrent de onafhankelijkheid geldende voorschriften overtreden. Daarnaast wordt vastgesteld dat betrokkene volstrekt onvoldoende controlewerkzaamheden heeft verricht op materiële posten als waardering van het onroerend goed/projecten en de rubricering van de langlopende en kortlopende schulden alsmede ten aanzien van de continuïteitsveronderstelling. Voor de waardering van het onroerend goed heeft betrokkene zich gebaseerd op een door een makelaarsorganisatie uitgebracht rapport, maar betrokkene had dit rapport niet mogen opvatten als een ‘allesomvattende taxatie’. Betrokkene had onder meer moeten onderzoeken op welke gegevens dat rapport was gebaseerd, de volledigheid en de juistheid daarvan moeten vaststellen, terwijl niet blijkt dat betrokkene werkzaamheden heeft verricht aangaande de competentie, capaciteiten en objectiviteit van de deskundige, dan wel inzicht heeft verworven in het werk van de deskundige. Niet valt in te zien dat de afwegingen van betrokkene konden leiden tot de door hem getrokken conclusie dat hij voor de waardering per balansdatum mocht uitgaan van de door deskundige gehanteerde peildatum van 1 oktober 2010. Voorts valt niet in te zien dat betrokkene tot de afweging kon komen dat de opvatting van de controlecliënt om twee materiele panden niet af te waarderen, aanvaardbaar was. Betrokkene is omtrent de waardering van de onroerend goed in zijn controlewerkzaamheden in zeer ernstige mate tekort geschoten. Hetzelfde geldt voor de rubricering van de schulden en de continuïteit. Betrokkene heeft daardoor de controle van de jaarrekening 2010 met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel-kritische instelling gepland en uitgevoerd. Als gevolg daarvan is bij de jaarrekening een goedkeurende verklaring in het maatschappelijk verkeer gebracht zonder dat daarvoor een deugdelijke grondslag bestond. De verzuimen van betrokkene moeten als zeer ernstig worden aangemerkt; het door het maatschappelijk verkeer te stellen vertrouwen in de beroepsgroep is in hoge mate geschaad. Daarnaast is zeer zorgwekkend te noemen dat betrokkene de jaarrekeningcontrole voor het overgrote deel zelf heeft uitgevoerd, terwijl sprake was van manifeste bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid, zonder adequaat functionerende waarborgen en zonder vastleggingen. Betrokkene heeft daardoor blijk gegeven in meer opzichten niet te beschikken over voldoende vakbekwaamheid. Daarnaast heeft betrokkene de waarheid geweld aan gedaan door van een ondergeschikte accountant te verlangen het dossier ‘ op orde te brengen’ als gevolg waarvan deze ondergeschikte accountant ten onrechte zichzelf heeft vermeld als degene die de controlehandelingen heeft uitgevoerd en betrokkene ten onrechte de stukken als ‘ reviewer’ heeft afgetekend. De Accountantskamer acht daardoor de maatregel van doorhaling in het register passend en geboden. De termijn van niet-inschrijving wordt, rekening houdend met de twee andere, gelijktijdig uitgesproken maatregelen, in deze tuchtzaak bepaald op 1 (een) maand. Een en ander leidt tot een gecumuleerde termijn van 6 (zes) maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:144 Accountantskamer Zwolle 15/1380 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:138 Accountantskamer Zwolle 15/1385 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 159/2014

    Klacht tegen anesthesioloog betreffende zenuwblokkade. Klaagster verwijt verweerder dat hij een definitieve zenuwblokkade heeft uitgevoerd en geen proefblokkade en onvoldoende nazorg. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:132 Accountantskamer Zwolle 15/1387 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:145 Accountantskamer Zwolle 15/1418 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:126 Accountantskamer Zwolle 14/2715 Wtra AK

    Samenstelopdracht jaarrekening twee vennootschappen die deel uitmaken van een groep vennootschappen. Aanvaardbaarheid hanteren continuïteitsveronderstelling in beide jaarrekeningen ontoereikend toegelicht. In beide toelichtingen wordt alleen ingegaan op de situatie van de groep. Er had echter per vennootschap een gerichte analyse moeten worden gemaakt van de mogelijkheid om te komen tot duurzame voortzetting van het geheel van de werkzaamheden van de rechtspersoon en daarop had de toelichting per vennootschap moeten worden gebaseerd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:139 Accountantskamer Zwolle 15/1384 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:133 Accountantskamer Zwolle 15/1375 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:127 Accountantskamer Zwolle 15/31 Wtra AK

    Accountant neemt zitting in een raad van advies van een beleggingsvehikel, waarin hijzelf ook participant is. Voor zijn optreden in de raad van advies is hij zowel onder de werking van de Wet RA als de Wab op grond van de VGC en de VGBA tuchtrechtelijk verantwoordelijk. In deze functie heeft hij in strijd gehandeld met beginselen van professioneel gedrag en deskundigheid en zorgvuldigheid. Voorts heeft hij het conceptueel raamwerk niet toegepast.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:140 Accountantskamer Zwolle 15/1373 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:134 Accountantskamer Zwolle 15/1379 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:128 Accountantskamer Zwolle 15/990 Wtra AK

    Een fiscalist-collega stelt (concept)aangiften IB/PH op voor clienten van betrokkene. Betrokkene licht deze (concept) aangiften aan de clienten toe. Hierdoor is er sprake van een dusdanige betrokkenheid van betrokkene bij deze aangiften dat hij reeds daarom voor de inhoud van deze aangiften mede tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid draagt. Van een fout in deze aangiften is overigens niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 048-2015

    Klacht tegen bedrijfsarts. Deze meldt klaagster tegen haar wil ziek. Zij wil zich niet door verweerder naar huis laten brengen. Deze belt hierop vanwege suïciderisico de crisisdienst, waarna klaagster met een IBS wordt opgenomen. Klacht over bellen crisisdienst, de informatie-uitwisseling met de huisarts en de werkgever en de gevolgen van het een en ander voor klaagster (ontslag). Klacht kennelijk ongegrond met publicatie.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:141 Accountantskamer Zwolle 15/1386 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:135 Accountantskamer Zwolle 15/1388 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:129 Accountantskamer Zwolle 15/1087 Wtra AK

    Klachten over het ertoe brengen om een hypotheek te vestigen op het woonhuis van klager en het niet nakomen van afspraken over te verrichten werkzaamheden deels te laat ingediend, omdat de strijdigheid met de regels voor accountants meer dan drie jaar voor het indienen van de klacht geconstateerd had kunnen worden, en voor het overige ongegrond omdat betrokkene geen verantwoordelijkheid draagt voor het handelen en nalaten van een aan zijn kantoor verbonden belastingadviseur die een eigen tuchtrecht heeft.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:142 Accountantskamer Zwolle 15/1383 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:136 Accountantskamer Zwolle 15/1372 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:130 Accountantskamer Zwolle 15/1374 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:143 Accountantskamer Zwolle 15/1377 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:137 Accountantskamer Zwolle 15/1371 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:131 Accountantskamer Zwolle 15/1382 Wtra PE

    Niet voldoen aan PE-verplichtingen 2013.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:125 Accountantskamer Zwolle 15/2224 Wtra AK

    Bij de Accountantskamer is een door het Openbaar Ministerie ingediende klacht tegen betrokkene aanhangig waarin deze wordt verweten BTW-fraude gepleegd te hebben en een professionele hennepplantage te hebben gehad. Betrokkene is voor de BTW-fraude al door de strafrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf; betrokkene is daarvan in hoger beroep gekomen. De NBA heeft hierin aanleiding gevonden om hangende de afhandeling van de klachtzaak een verzoek tot directe tijdelijke doorhaling als voorlopige voorziening ex art. 41 Wtra in te dienen. De Accountantskamer wijst dit verzoek toe.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:273 Raad van Discipline Amsterdam 15-569/A/NH

    Verzoek ex artikel 60b Advocatenwet. Schorsing in de uitoefening van de praktijk voor onbepaalde tijd. Benoeming waarnemer bij wijze van voorziening.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:326 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.162

    De klacht is gericht tegen een bedrijfsarts. Klager verwijt de aangeklaagde bedrijfsarts dat zij: 1. met de werkgever heeft gecommuniceerd zonder dat klager daarvan op de hoogte was; 2. het werkhervattingsadvies niet vooraf ter goedkeuring aan klager heeft voorgelegd en te laat aan klager heeft verzonden waardoor hij dacht geen second opinion bij het UWV meer te kunnen aanvragen; 3. de Probleem Analyse (PA) en de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) heeft opgesteld zonder (voldoende) overleg met klager en voorts dat zij de PA tien weken na het opstellen daarvan (dus te laat) aan klager heeft verzonden, en in de FML vertrouwelijke medische informatie aan de werkgever heeft gegeven; 4. zonder noodzaak en zonder klager daarvan voorafgaand op de hoogte te stellen tijdens het spreekuur klager lichamelijk heeft onderzocht; 5. zich grensoverschrijdend heeft gedragen door te informeren naar zijn privésituatie en hem daarover advies te geven; 6. de probleemanalyse te laat heeft opgesteld, namelijk dertien weken na het eerste spreekuurcontact; 7. de afspraak in 2013 door heeft laten gaan, terwijl klager te ziek was om te komen, en buiten zijn medeweten een werkhervattingsadvies heeft opgesteld; 8. niet vertrouwelijk is omgegaan met e-mailcorrespondentie tussen haar en klager; 9. delen van het medisch dossier voor klager verborgen heeft gehouden, het dossier dat klager in 2013 ontving was immers niet compleet. Het RTG Amsterdam heeft de klacht afgewezen. Het CTG verklaart klager niet ontvankelijk in het achtste klachtonderdeel, verklaart het tweede(gedeeltelijk), derde (gedeeltelijk) en zesde klachtonderdeel alsnog deels gegrond en legt de arts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2015:26 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/39

    Klacht tegen notaris die het testament heeft verleden. Wils(on)bekwaamheid van testatrice. Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:321 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.478

    Klachten tegen MDL-arts in verband met palliatieve sedatie. In eerste aanleg ongegrond verklaard. Informed consent door wilsbekwame patiënt. Intermitterende of tijdelijke sedatie kwam in de gegeven omstandigheden niet in aanmerking: de patiënt laten ontwaken zou ten opzichte van hem niet verantwoord zijn en zelfs in strijd met de richtlijn. Rol geloofsovertuiging (moslim). Waarschuwen afwezige familieleden? Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:322 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.165

    Klacht tegen orthopeed. Klaagster is door verweerder aan haar heup geopereerd en verwijt verweerder dat hij de operatie niet adequaat heeft uitgevoerd waardoor zij na de operatie nog beperkingen en klachten ervaart. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de operatie weliswaar correct is uitgevoerd, maar dat verweerder niet de meest optimale prothese heeft gebruikt terwijl ook niet is gebleken dat er sprake is geweest van een deugdelijk vooronderzoek en een deugdelijke postoperatieve controle. Het Regionaal Tuchtcollege waarschuwt verweerder. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de uitspraak en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:316 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.036

    De verpleegkundige is aanwezig geweest bij een zitting waar klager is gehoord naar aanleiding van een geneeskundige verklaring die is opgesteld voor een (voorlopige) rechterlijke machtiging in het kader van de Wet BOPZ. Klager verwijt de verpleegkundige dat hij zich niet heeft voorgesteld en dat hij informatie over klager heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2015:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/58 SHE/2015/59

    Klagers en verweerders zijn allen als notaris gevestigd in dezelfde vestigingsplaats. Klagers verwijten verweerders dat zij in hun domeinnaam en het daaraan gelieerde e-mailadres gebruik maken van de naam van de vestigingsplaats, terwijl in deze vestigingsplaats meerdere notarissen zijn gevestigd en klagers bezwaar hebben gemaakt tegen (voortzetting van) dat gebruik. Op grond van art. 19 van de Verordening beroeps- en gedragsregels 2011 dient een notaris bij het naar buiten optreden zorg te dragen voor een juiste en volledige presentatie van het kantoor. Ook het gebruik van internetadressen valt onder het begrip “naar buiten optreden”. Verweerders stellen dat de opvattingen over een dergelijk gebruik van de naam van de vestigingsplaats inmiddels zijn veranderd en weigeren dit gebruik te staken. Partijen hebben hun verschil van inzicht voorgelegd aan de KNB. Mede gezien het op 15 januari 2015 door de KNB verwoorde standpunt over deze kwestie is de kamer van oordeel dat de toelichting d.d. 22 juni 2011 bij genoemde bepaling in 2015 nog steeds van toepassing is. In hetgeen verweerders hebben gesteld ziet de kamer geen aanleiding om een andere uitleg aan deze bepaling te geven. Door de naam van de vestigingsplaats in de domeinnaam en het e-mailadres te (blijven) gebruiken, dragen verweerders geen zorg voor een juiste en volledige presentatie van hun kantoor. Klacht op dat punt gegrond zonder opleggen van maatregel, overige klachtonderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:323 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.006

    Klacht tegen orthopeed. In hoger beroep verwijt klaagster de orthopeed dat hij geen goede nazorg heeft verleend na de operatie waardoor zij, drie jaar na dato, nog steeds slecht loopt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:317 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.038

    Klacht tegen een verpleegkundige die als voorwacht bij de crisisdienst de psychiater heeft geassisteerd bij de beoordeling van klager in het kader van een aanvraag voor een (voorlopige) rechterlijke machtiging in het kader van de Wet BOPZ. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2015:29 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2015/15

    Klacht over het gebruik van een volmacht. Onherroepelijke en toereikende volmacht. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:324 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.060

    Klacht tegen internist. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft naar aanleiding van een melding van het ziekenhuis waar de internist werkzaam is een onderzoek ingesteld naar het overlijden van een patiënte. De Inspectie verwijt de arts dat deze de diagnose sepsis heeft gemist en dat hij het hoofdbehandelaarschap niet goed heeft ingevuld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond bevonden, aan de arts de maatregel van berisping opgelegd en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing, verklaart de klacht alsnog ongegrond en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:318 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.065

    Klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft, aldus klager, hem niet goed uitgelegd wat een inbewaringstelling inhoudt. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2015:37 Kamer voor het notariaat Den Haag 15-06

    Klager voelt zich beledigd over de misplaatste wijze waarop de notaris klager als cliënt van zijn kantoor heeft benaderd en zich verontwaardigd heeft opgesteld over de klacht die onterecht was. De notaris stelt dat hij is nagegaan hoe de dossierbehandeling en het passeren is verlopen. Klager stelt dat hij dit zeer éénzijdig en onzorgvuldig heeft gedaan, want daartoe hoorde in ieder geval het horen van klager over het voorval. De belofte van de notaris om klager een keer te ontmoeten heeft de notaris tot op heden niet waargemaakt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:325 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.102

    Klacht tegen orthopeed. IGZ heeft naar aanleiding van een calamiteitenmelding onderzoek gedaan naar een door verweerder verrichte operatie bij een topsporter met enkelletsel. Tijdens de operatie is vaatletsel opgetreden en postoperatief zenuwletsel. IGZ verwijt verweerder patiënt een gangbare behandeling te hebben onthouden en hem blootgesteld te hebben aan extra risico’s door van de gangbare operatietechniek bij dit type fractuur af te wijken. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht gegrond, legt verweerder een berisping op en gelast publicatie van de beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van verweerder.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:319 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.111

    Klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft, aldus klager, hem niet uitgelegd wat de letters IBS betekenen en hem geen informatie hierover verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2015:38 Kamer voor het notariaat Den Haag 15-20 en 15-21

    Na het overlijden van erflater wendt klaagster zich tot het notariskantoor, omdat zij nadere vragen heeft over de procedures en haar rechten en plichten. Noch de correspondentie noch de informatieve gesprekken met notaris [A] in de hoedanigheid van executeur boden klaagster duidelijkheid.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2015:39 Kamer voor het notariaat Den Haag 15-44

    Klager verwijt de notaris dat hij zowel zijn zorgplicht heeft geschonden alsmede dat hij niet onafhankelijk en onpartijdig is geweest.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:320 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.477

    Klachten tegen MDL-arts in verband met palliatieve sedatie. In eerste aanleg ongegrond verklaard. De KNMG-richtlijn palliatieve sedatie dient toepassing te vinden in de situatie dat er voldoende tijd is de uitgebreide voorbereidingen te treffen zoals in de richtlijn zijn omschreven. In dit geval ontbrak die tijd. Bij een gesprek met de familie van de patiënt is besproken dat er geen behandelingsmogelijkheden meer waren. Gelet op die informatie en de emotionele impact daarvan heeft de arts mogen besluiten de mogelijkheid van palliatieve sedatie niet aan de orde te stellen.. Informed consent door wilsbekwame patiënt. Intermitterende of tijdelijke sedatie kwam in de gegeven omstandigheden niet in aanmerking: de patiënt laten ontwaken zou niet verantwoord zijn en zelfs in strijd met de richtlijn. Rol geloofsovertuiging (moslim). Waarschuwen afwezige familieleden? Nazorg. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2015:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1519

    Behandelend psychiater. Vrijwillige opname. Acuut stoppen medicijnen (Anafradil, Xanax, Seroquel) (a), medegedeeld dat er niets met klaagster aan de hand was (b), geen overleg met klaagster of haar familie (c) en gezegd dat klaagster ‘hem in de maling had genomen’ (d). Klacht a gegrond. Beslissing te stoppen met medicatie genomen na mededeling klaagster dat ze medicatie had verminderd en na de bijstelling van de diagnose door psycholoog en zonder eigen onderzoek. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:298 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7573

    Beklag ex artikel 13 Advocatenwet. Artikel 13 Advocatenwet bepaalt dat aanwijzing van een advocaat door de deken alleen kan plaatsvinden in een zaak, waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven dan wel bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden. Klaagster verzocht aanwijzing van een advocaat voor het voeren van aan artikel 12 Sv procedure. Voor zodanige procedure is het niet vereist dat klaagster wordt bijgestaan door een advocaat. Terechte afwijzing deken van het verzoek van klaagster.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:272 Raad van Discipline Amsterdam 15-516/A/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Het is niet aan verweerder te wijten dat de vordering van klager tot op heden niet is geïncasseerd. Verweerder heeft voldoende pogingen ondernomen om tot incasso van de vordering te komen. Klacht kennelijk ongegrond.