Zoekresultaten 25801-25850 van de 45116 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:259 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 92 - 2015

    Het nalaten om een cliënt voorafgaand aan de ondertekening van een echtscheidingsconvenant schriftelijk te informeren over de financiële gevolgen die aan de ondertekening van dat convenant zijn verbonden, is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond; enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:260 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 84 en L 85 -2015

    Voor zover verweerders van oordeel waren dat het horen van de door klager vermelde getuigen niet nodig dan wel niet in het belang van de zaak van klager was, had het op de weg van verweerders gelegen dit gemotiveerd aan klager voor te houden en om misverstand hierover te voorkomen dit schriftelijk te bevestigen. Dit geldt temeer nu klager een andere mening had dan verweerders over welke getuigen gehoord moesten worden en er bovendien sprake was van een taalbarrière tussen klager en verweerders. Overigens niet gebleken dat verweerders zijn tekortgeschoten, noch dat klager is er van is weerhouden om een rechtsmiddel in te stellen. Klacht gedeeltelijk gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:261 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 88 - 2015

    Advocaat heeft, zich ten onrechte op het standpunt stellende dat zij haar client nimmer heeft bijgestaan, ten onrechte de afweging zoals omschreven in gedragsregel 7 lid 5 niet gemaakt, wat haar tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. De raad rekent een advocaat het zonder nadere concrete onderbouwing uiten van ernstige beschuldigingen zwaar aan. Klacht gegrond; berisping

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:201 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 953.2014

    Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij e-mails met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn beantwoordt. Nu beantwoording van twee e-mails is uitgebleven, is dit gedeelte van de klacht terecht voorgesteld. Hierbij wordt mede in overweging genomen dat de gerechtsdeurwaarder de ten onrechte ingehouden gelden eerder had kunnen terugstorten, indien hij wel op de e-mails van klaagster had gereageerd. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:262 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-481/DB/L

    Het is de taak van de voorzieningenrecht om een verzoek tot het leggen van conservatoir beslag te toetsen aan de daartoe wettelijke vereisten. De rolrechter beslist of al dan niet in strijd met het rolreglement is gehandeld. Terzake komt de tuchtrechter geen bevoegheid toe.Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:256 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 60 - 2015

    Een in de opdrachtbevestiging opgenomen algemene clausule ten aanzien van de verrekeningsbevoegdheid van de advocaat voldoet niet aan hetgeen ingevolge het bepaalde in artikel 6 lid 6 Vafi om tot verrekening te mogen overgaan is vereist. Advocaat heeft nog wel expliciet toestemming gevraagd maar is ten onrechte is uitgegaan van een ondubbelzinnige instemming met de verrekening van haar kosten. Klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:304 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150043

    Tussenbeslissing. Verzoek klager aan deken op voet van artikel 13 Advocatenwet om een advocaat aan te wijzen om aansprakelijkheidsprocedures te voeren. Deken heeft verzoek afgewezen omdat twee advocaten hebben aangegeven dat de zaken geen redelijke kans van slagen zouden hebben en omdat onvoldoende is aangetoond dat geen advocaat bereid is zijn diensten te verlenen. Het hof heeft in de stukken evenwel geen grond gevonden voor dit standpunt. Verzoek deken om zijn standpunt nader te onderbouwen, bij voorkeur aan de hand van een (oriënterend) advies van een aan te wijzen advocaat.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:158 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-010a

    Klacht echtpaar tegen arts, anios bij acute psychiatrische dienst over diens rol bij binnentreding woning en uithuisplaatsing baby kennelijk ongegrond. Signalen van familie en artsen wegens zorgen over psychische gesteldheid klaagster in kraamperiode. Weigering klager arts toe te laten in woning voor gesprek. Afwijzing klager van afspraak op bureau acute dienst. Melding arts bij Raad voor de Kinderbescherming op advies van AMK. Verzoek RvdK tot voorlopige ondertoezichtstelling toegewezen. Arts heeft adequaat gehandeld. Klager had zelf verhinderd een minder ingrijpende oplossing te vinden. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/047

    Klacht van zorgverzekeraar tegen verweerder, een psychiater/psychotherapeut wegens indiening valse declaraties en niet meewerken aan fraudeonderzoek. De zorgverzekeraar acht dit in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Zorgverzekeraar vraagt om doorhaling van verweerder van de inschrijving in het BIG-register. Schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:305 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7490

    Wrakingverzoek voorzitter afgewezen. Omstandigheid dat voorziter over enkele klachten van verzoeker tegen de griffier en een griffiemedewerkster een beslissing heeft genomen, brengt geen vooringenomenheid van de voorzitter met zich mee. Hetzelfde geldt voor omstandigheid dat voorzitter in reactie op het wrakingsverzoek een volgens verzoek bestaande mogelijkheid voor verdere rechtsbescherming niet heeft genoemd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:159 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-088

    Zoontje van klaagster verblijft in pleeggezin. Huisarts van pleeggezin is ook huisarts van zoontje. Ondanks aandringen van klaagster en verwijzing naar wettelijke regeling weigert huisarts klaagster informatie te geven over haar zoontje, omdat zij geen ouderlijk gezag meer heeft. Artikel 1:377c Burgerlijk Wetboek geeft de ouder zonder ouderlijk gezag recht op bepaalde informatie, die de arts moest geven. Klacht gegrond. Berisping, mede vanwege recente waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/308

    Klacht van zorgverzekeraar tegen verweerder, een psychiater/psychotherapeut wegens indiening valse declaraties over de periode 2008-2011 en niet meewerken aan fraudeonderzoek. De zorgverzekeraar acht dit in strijd met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Zorgverzekeraar vraagt om doorhaling van verweerder van de inschrijving in het BIG-register. Schorsing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:306 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7381

    Wraking tegen (plaatsvervangend) voorzitter toegewezen. De bij verzoeker bestaande vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid van de voorzitter schade zou kunnen lijden is objectief gerechtvaardigd. Voorzitter heeft het wrakingsverzoek genegeerd, waarbij de wrakingskamer niet heeft kunnen vaststellen dat de gronden van de wraking zijn onderzocht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2015:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 075/2015

    Klacht tegen huisarts gegrond: waarschuwing. Verweerster had niet de uitslag van de foto moeten afwachten, maar zelf lichamelijk onderzoek moeten doen en naar de voet moeten kijken en op grond van het klinische beeld het verdere beleid moeten bepalen. Dit is te meer van belang aangezien klaagster voor de derde maal de praktijk bezocht met deze aandoening en een risicopatiënt is in verband met diabetes. Om redenen aan het algemeen belang ontleend gelast het tuchtcollege publicatie van de uitspraak.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/395 herstelbeslissing

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Verder is hij tekortgeschoten in de informatie-uitwisseling met de huisartsen/medisch specialisten en uitkeringsinstanties. Verweerder heeft volgens de IGZ aldus in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg en niet gehandeld in overeenstemming met de voor hem geldende beroeps- en gedragscodes. Verweerder ontkent iedere betrokkenheid en voert aan dat - voor zover er sprake is van fraude – hij daar zelf ook het slachtoffer van is. Gegrond, doorhaling met een voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:307 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150032

    Geen hoger beroep mogelijk tegen de beslissing van de raad van discipline tot ongegrondverklaring van het verzet, gedaan tegen de beslissing van de voorzitter van die raad waarbij de klacht als kennelijk ongegrond is afgewezen (artikel 46h lid 7 Advocatenwet).

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-279

    Klacht tegen psychiater wegens beëindiging behandelrelatie; niet-aanpassen behandelplan; late mededeling diagnose en schending privacy van klaagster. Klachten deels gegrond deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/394 herstelbeslissing

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Tevens is verweerder volgens de IGZ ernstig tekortgeschoten in de dossiervoering en informatie-uitwisseling met huisartsen, specialisten en uitkeringsinstanties. Door zo te handelen heeft verweerder in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg, aldus de IGZ. Gegrond, doorhaling met een voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2015:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-301

    Klacht tegen gz-psycholoog wegens beëindiging behandelrelatie; handelwijze na beëindiging; niet-aanpassen van het behandelplan; late mededeling diagnose en schending privacy van klaagster. Klachten deels gegrond deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2015:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2015/01

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog werkzaam in een instelling waar klager verblijft. Klager verwijt verweerster diverse zaken, veelal op beleidsmatig en procedureel terrein. Klacht is gemotiveerd betwist. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:302 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 7501

    Toezenden van concept echtscheidingsconvenat aan de wederpartij zonder eerst de goedkeuring van klager te vragen levert geen tuchtrechtelijke verwijtbaarheid op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/394

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Tevens is verweerder volgens de IGZ ernstig tekortgeschoten in de dossiervoering en informatie-uitwisseling met huisartsen, specialisten en uitkeringsinstanties. Door zo te handelen heeft verweerder in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg, aldus de IGZ. Gegrond, doorhaling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2015:303 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150011

    Dekenbezwaar dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaarheid heeft gehandeld doordat hij talrijke keren vergeefs is aangeschreven om de jaarstukken 2013 en financiële bescheiden over jaar 2014 aan te reiken, en zorgen over solvabiliteit en liquiditeit. Dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft de deken belemmerd in zijn toezichthoudende taak. Eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen en ernst van de situatie rechtvaardigen schrapping als maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/395

    De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) klaagt tegen verweerder,een psychiater/psychotherapeut, wegens door de IGZ gestelde (omvangrijke) fraude met sociale zekerheidsuitkeringen en persoonsgebonden budgetten. Verweerder is hierbij volgens IGZ betrokken door “zware” diagnoses bij (potentiële) patiënten te stellen, zonder dat deze diagnoses voortvloeien uit de werkelijke toestand van de patiënt, waarna (betrokken) derden gelden innen bij het UWV en de CIZ. Verweerder heeft volgens de IGZ in strijd met de daarvoor geldende richtlijnen (herhaaldelijk) onjuiste diagnoses gesteld en zware medicatie voorgeschreven. Verder is hij tekortgeschoten in de informatie-uitwisseling met de huisartsen/medisch specialisten en uitkeringsinstanties. Verweerder heeft volgens de IGZ aldus in strijd gehandeld met het algemeen belang gelegen in een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg en niet gehandeld in overeenstemming met de voor hem geldende beroeps- en gedragscodes. Verweerder ontkent iedere betrokkenheid en voert aan dat - voor zover er sprake is van fraude – hij daar zelf ook het slachtoffer van is. Gegrond, doorhaling.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:151 Accountantskamer Zwolle 15/1400 Wtra AK

    Nba-klacht over kantoorkwaliteit. Vast wordt gesteld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing na een herhaalde onvoldoende in 2010 opnieuw tekortschiet. Die constatering, gevoegd bij het niet voldoen aan de PE-verplichtingen, leidt tot de maatregel van doorhaling, onder bepaling van de termijn van niet-inschrijving op 18 maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2015:150 Accountantskamer Zwolle 15/551 Wtra AK

    Klacht van voormalig aandeelhouder/bestuurder van moedervennootschap over de verwerking van de aan dochtervennootschap toekomende beheervergoeding en de ter zake getroffen voorziening in de jaarrekening van die dochtervennootschap. Na overdracht van die vordering, verdween die vordering en die voorziening echter uit de boeken bij de dochtervennootschap, wat echter geen vrijval van een voorziening ofwel resultaatboeking oplevert, zodat het klachtonderdeel ongegrond is. Evenmin is grond voor het klachtonderdeel dat sprake is geweest van onrechtmatig afzien van beheervergoeding, omdat dochtervennootschap niet gebonden is aan de overeenkomst van verkoop van aandelen in de moedervennootschap, in welk verband is afgesproken dat niet van de oorspronkelijke managementovereenkomst zou worden afgeweken. Het klachtonderdeel dat betrokkene had moeten onderkennen dat gelden frauduleus werden weggesluisd, is onvoldoende onderbouwd. Tot slot ontbeert het klachtonderdeel dat betrokkene in de verviervoudiging van toezichtkosten een aanwijzing voor fraude had moeten zien. Volgt ongegrondverklaring van de klacht in alle onderdelen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:359 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.089

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een valse geneeskundige verklaring heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:353 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.064

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij klager niet heeft gesproken voordat zij een geneeskundige verklaring ten behoeve van de inbewaringstelling van klager heeft uitgebracht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:360 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.090

    Klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat hij een valse geneeskundige verklaring heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:354 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.066

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld in het kader van een procedure tot het aanvragen van een rechterlijke machtiging. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:361 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.091

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat zij een vals verslag heeft gemaakt van een second opinion. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:355 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.067

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door als geneesheer-directeur een geneeskundige verklaring afgegeven door een andere psychiater mede te ondertekenen. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:362 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.092

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij tijdens een rechtszitting onjuiste informatie heeft verschaft. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:356 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.086

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij op een rechtszitting onjuiste informatie heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:363 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.110

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door een geneeskundige verklaring af te geven zonder klager persoonlijk te spreken. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:254 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 71 - 2015

    Op grond van de enkele inhoud van het advies van de deken, kan niet worden geconcludeerd dat de voorzitter de zaak van klager niet inhoudelijk en volledig heeft behandeld. Niet is gebleken dat verweerder ten behoeve van klager bedragen heeft ontvangen die hem niet toekomen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:357 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.087

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij op een rechtszitting onjuiste informatie heeft verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:351 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.475

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:364 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.112

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door hem tegen zijn wil te behandelen waardoor klager gedurende zeven weken de status IBS had. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:255 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 15-308/DB/ZWB

    Het niet schriftelijk vastleggen van de met cliënt gemaakte financiële afspraken en het verzenden van een declaratie meer dan 5 jaar na dato van de laatste werkzaamheden, over een periode van 4 jaar en enkel naar aanleiding van een conflict met de cliënt in de persoonlijke sfeer, betaamt een behoorlijk advocaat niet en is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond; voorwaardelijke schorsing 2 weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:358 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.088

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij een valse geneeskundige verklaring heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klager deels niet-ontvankelijk in zijn klacht en wijst de klacht voor het overige af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:352 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.037

    Klacht tegen een kno-arts. Klager verwijt de kno-arts onder meer dat hij zonder werkende monitor onderzoek heeft verricht. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:365 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.113

    Klacht tegen een arts. Klager verwijt de psychiater dat zij onzorgvuldig jegens hem heeft gehandeld door hem tegen zijn wil te behandelen waardoor klager zeven weken de status IBS heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:340 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.021

    De klacht houdt in dat de aangeklaagde tandarts : 1. een extra vulling heeft aangebracht en de duurste vullingen heeft gefactureerd, alsook vier indirecte pulpa-overkappingen heeft aangebracht althans gefactureerd; 2. geen begroting heeft gegeven; 3. heeft geweigerd klager te woord te staan; 4. achteraf wijzigingen heeft aangebracht in het (digitale) patiëntendossier van klager. Het RTG oordeelt de klacht in alle onderdelen gegrond, schorst de inschrijving van de tandarts in het BIG-register voor de duur van drie maanden, ingaande op de dag dat deze beslissing onherroepelijk zal zijn geworden. Het Centraal Tuchtcollege, verklaart de tandarts ontvankelijk in zijn beroep, oordeelt het beroep deels gegrond en legt de tandarts een voorwaardelijke schorsing op met als voorwaarde dat hij zich binnen een termijn van twee jaren niet schuldig mag maken aan tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen of nalaten met publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:347 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.082

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2015:30 Kamer voor het notariaat Amsterdam 587252/NT 15-25 Th

    De kamer is van oordeel dat de notaris bij de inschrijving van het adres van de vennootschap in het handelsregister op de getoonde huurovereenkomst mocht afgaan en dat artikel 4 van het Handelsregisterbesluit de notaris geen (verdergaande) onderzoeksverplichting oplegt. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:341 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.072

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:348 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.083

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2015:31 Kamer voor het notariaat Amsterdam 590662/NT 15-37 OJ 590663/NT 15-38 OJ 590664/NT 15-39 OJ

    Klachten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:342 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.076

    De klacht is gericht tegen een verpleegkundige. Klagers, de zoon en dochter van patiënte, verwijten de verpleegkundige en haar collega's kort gezegd grove nalatigheid en domheid en dat zij slechte zorg hebben verleend. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep en verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht. De feiten en omstandigheden van de zaak, in onderlinge samenhang bezien, leiden het Centraal Tuchtcollege ambtshalve tot de slotsom dat het ervoor moet worden gehouden dat klagers met het voeren van deze tuchtprocedure niet de wil van de overleden patiënte vertegenwoordigen, zodat zij geen van de wil van patiënte afgeleid klachtrecht hebben.