ECLI:NL:TNORAMS:2015:30 Kamer voor het notariaat Amsterdam 587252/NT 15-25 Th

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2015:30
Datum uitspraak: 13-10-2015
Datum publicatie: 03-12-2015
Zaaknummer(s): 587252/NT 15-25 Th
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De kamer is van oordeel dat de notaris bij de inschrijving van het adres van de vennootschap in het handelsregister op de getoonde huurovereenkomst mocht afgaan en dat artikel 4 van het Handelsregisterbesluit de notaris geen (verdergaande) onderzoeksverplichting oplegt. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing van 13 oktober 2015 in de klacht met nummer 587242/NT 15-25 Th van:

[naam klaagster],

wonend te [plaats],

gemachtigde: [naam gemachtigde],

klaagster;

tegen:

[naam notaris],

notaris te [plaats],

de notaris.

1. Het verloop van de procedure

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

- klacht van 18 mei 2015;

- verweerschrift van 15 juni 2015;

- productie, overgelegd door de notaris bij brief van 17 augustus 2015.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 27 augustus 2015 zijn de notaris en de gemachtigde van klaagster, [naam gemachtigde], verschenen.

Beiden hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen.

Uitspraak is bepaald op heden.

2. De feiten

De kamer gaat uit van de volgende voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde feiten en omstandigheden:

  1. Klaagster woont sinds 12 maart 2010 op het adres [X].
  2. Op 23 mei 2014 heeft de notaris een akte van overdracht van aandelen verleden inzake Matraco Personeelsdiensten B.V. (hierna: Matraco).
  3. De notaris heeft op 26 mei 2014 de door de koper van de aandelen opgegeven adreswijziging van Matraco online geregistreerd bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam (hierna: KvK).
  4. Vanaf eind mei 2014 begon klaagster post te ontvangen van de KvK inzake Matraco. Het statutaire adres van Matraco bleek zonder medeweten of betrokkenheid van klaagster bij het handelsregister geregistreerd op het woonadres van klaagster.
  5. Klaagster heeft vervolgens eind mei en begin juni 2014 de KvK ingelicht over de foutieve inschrijving met het verzoek het adres te wijzigen, waarna haar is toegezegd dat een onderzoek zou plaatsvinden.
  6. Op 11 maart 2015 heeft de KvK het adres van Matraco ambtshalve gewijzigd naar Blaak 40 te Rotterdam, zijnde het adres van de KvK zelf.
  7. Eind april 2015 heeft de KvK klaagster ook geïnformeerd dat de inschrijving door de notaris had plaatsgevonden.
  8. In een e-mailbericht aan de notaris van 9 juli 2015 heeft mevrouw [naam], werkzaam bij het administratiekantoor [naam], gevestigd te Den Haag, verklaard: “(…) Datum overdracht 23-05-2014 inzake Matraco Personeelsdiensten BV. Wij hebben de administratie tot genoemde datum gevoerd. Te mijner kantore waren alle partijen aanwezig om de overdracht formeel te bekrachtigen. Bovendien bevestig ik hierbij dat doormiddel van een huurovereenkomst koper het nieuwe adres aan ([X]) van Matraco Personeelsdiensten heeft laten zien. Koper heeft tevens bevestig dat voormeld BV op getoond adres dienst ingeschreven te worden. (…)”

3. De klacht

Klaagster meent dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld door op 26 mei 2014 zonder nader onderzoek het woonadres van klaagster, [X], bij de KvK op te geven als het statutaire adres van Matraco. Volgens klaagster rustte op de notaris een onderzoeksplicht op grond van artikel 4 van het Handelsregisterbesluit: hij had overtuigd dienen te zijn dat het voorgestelde adres gebruikt mocht worden als vestigingsadres van de bv. Indien de notaris dat onderzoek wel had verricht, had hij kunnen constateren dat klaagster op dat adres woonachtig was. Ter zitting heeft de gemachtigde van klaagster meegedeeld dat het in de klacht vermelde verwijt over frauduleus handelen van de notaris slechts op een vermoeden berust.

Klaagster heeft van de onjuiste inschrijving veel last ondervonden. Klaagster heeft eind mei 2014, meteen na bevestiging van de inschrijving, contact opgenomen met de KvK, om het vestigingsadres te wijzigen. Desondanks bleef klaagster diverse post ontvangen voor Matraco van onder meer de Belastingdienst, CJIB, gemeente Den Haag, CBS, ING. Ook kwam er een brief inzake de onbetaalde aanschaf van een BMW.

Alle correspondentie heeft klaagster meteen retour afzender gestuurd, alsmede heeft zij telefonisch contact opgenomen met de afzenders om hen te informeren over de verkeerde registratie bij het handelsregister. Op 11 maart 2015 heeft de KvK het adres van Matraco gewijzigd naar Blaak 40 te Rotterdam, het adres van de KvK zelf. Het handelsregister blijft echter in het “historisch verslag” het adres van klaagster als vestigingsadres van Matraco vermelden. Op 13 april 2015 heeft een deurwaarder van de gemeente Den Haag nog een deurwaardersexploot voor de inbeslagname van klaagsters inboedel betekend wegens een onbetaalde parkeerboete van een voertuig op naam van Matraco.

Ter zitting heeft de gemachtigde van klaagster verklaard dat de last en hinder van de post gericht aan Matraco weliswaar is verminderd, maar dat het vervelend is dat klaagsters woonadres met verschillende zoekmachines op het internet als adres van Matraco te vinden blijft.

Toen de KvK eind april 2015 aan klaagster meedeelde welke notaris verantwoordelijk was voor de inschrijving, heeft klaagster twee weken lang iedere dag tevergeefs de notaris op zijn mobiele telefoon gebeld, zo heeft de gemachtigde van klaagster ter zitting verklaard. Vervolgens heeft zij de klacht bij de kamer ingediend. Na ontvangst van de klacht heeft klaagster de notaris wel aan de lijn gekregen. Hij heeft haar toen meegedeeld dat hij meende dat op hem geen onderzoeksplicht rustte.

4 . Het verweer

De notaris heeft zich als volgt verweerd. De notaris heeft niet onzorgvuldig gehandeld, laat staan frauduleus. Ter gelegenheid van de overdracht van de aandelen heeft de notaris de te doen gebruikelijke recherches uitgevoerd. Zo kwam de koper van de aandelen op 23 mei 2014 niet voor in de registers met betrekking tot insolventie, schuldsanering of curatele/bewind.

De notaris heeft bij wijze van service het door de koper opgegeven adres online bij het handelsregister van de KvK geregistreerd. Dat adres was vermeld in de huurovereenkomst die de koper hem op 23 mei 2014 bij de overdracht van de aandelen ten kantore van administratiekantoor [naam], te Den Haag, heeft getoond, aldus de notaris, hetgeen in het door hem overgelegde e-mailbericht van 9 juli 2015 van mevrouw [naam], werkzaam bij dit administratiekantoor, wordt bevestigd.

Ter zitting heeft de notaris verklaard niet in het bezit te zijn van een kopie van voormelde huurovereenkomst. De notaris heeft naar zijn zeggen geen telefonisch contact met klaagster gehad.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 Wna zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de Wna gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van diegenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient te beoordelen of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van voornoemd artikel oplevert.

5.2 Aangezien namens klaagster ter zitting is verklaard dat het verwijt dat de notaris frauduleus zou hebben gehandeld slechts is gebaseerd op een vermoeden, is dat verwijt bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing ongegrond.

5.3 Klaagster heeft voorts aangevoerd dat op een notaris op grond van artikel 4 van het Handelsregisterbesluit een (de KVK vervangende) onderzoeksplicht rust tot verificatie van de opgave om er aldus van overtuigd te zijn dat het voorgestelde adres gebruikt mag worden als vestigingsadres.

Artikel 4 van het Handelsregisterbesluit luidt als volgt:

“1. De Kamer (Kamer van Koophandel, KvN) onderzoekt of een opgave afkomstig is van iemand die tot het doen ervan bevoegd is, en of de opgave juist is, tenzij in Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte reeds onderzoek naar gelijkwaardige eisen is verricht en hieruit blijkt dat de opgave aan de eisen voldoet.

2. De Kamer kan bij een onderzoek nadere bewijsstukken vragen.

3. Indien de Kamer ervan overtuigd is dat de opgave is gedaan door iemand die tot het doen ervan bevoegd is en van oordeel is dat de opgave juist is, gaat zij onverwijld over tot inschrijving.”

Uit de verklaring van mevrouw [naam] in het e-mailbericht aan de notaris van 9 juli 2015 blijkt dat de koper van de aandelen, ten tijde van de overdracht van de aandelen, de huurovereenkomst heeft getoond waarin het (nieuwe) adres van Matraco aan [X] was vermeld. De kamer is van oordeel dat de notaris bij de inschrijving van het adres van de vennootschap in het handelsregister op de getoonde huurovereenkomst mocht afgaan en dat artikel 4 van het Handelsregisterbesluit de notaris geen (verdergaande) onderzoeksverplichting oplegt. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

5.4 Dat de klacht ongegrond wordt verklaard neemt echter niet weg dat het de kamer is opgevallen dat de notaris, zowel in zijn verweer als ter zitting, geen blijk heeft gegeven van enige empathie voor klaagster, waar dat gelet op de last en hinder die klaagster heeft ondervonden van de inschrijving van Matraco op haar woonadres in de rede had gelegen.

De kamer kan zich voorstellen dat de notaris, geconfronteerd met het gegeven van de onjuiste inschrijving, zich ten behoeve van klaagster had ingespannen om de bij de aandelenoverdracht betrokken partijen te bevragen over het in de huurovereenkomst vermelde adres, dat volgens de koper van de aandelen als statutair adres van Matraco diende te worden ingeschreven. Het moet ervoor worden gehouden dat de koper daarbij misbruik heeft gemaakt van de diensten van de notaris. Het verontrust de kamer dat de notaris daarmee (kennelijk) niet lijkt te zitten.

Beslissing

De kamer voor het notariaat:

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. W.S.J. Thijs, voorzitter, A.H. Schotman, J.H.M. Erkamp, L.A. Galman en W.R. Bruinink, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.B.T. Kienhuis, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2015.