Zoekresultaten 1461-1480 van de 14232 resultaten
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/5045
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 22-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:49
Klacht tegen psychiater – geneesheer-directeur van TBS-kliniek - dat deze hem ibuprofen voorschreef tegen rugklachten, waardoor klager nierschade heeft opgelopen. Volgens de klager had de psychiater hem een matrastopper moeten voorschrijven. Het college oordeelt dat van de in lage dosering voorgeschreven ibuprofen geen nierschade te verwachten was. Advies om huisarts te raadplegen over een matrastopper is ook niet onzorgvuldig, nu dergelijke adviezen niet tot de normale deskundigheid van de psychiater behoren. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:153 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4962
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 22-08-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:153
Klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. De klacht gaat over een knie operatie, waarna er complicaties zijn opgetreden. Hierdoor moest klager nogmaals meerdere operaties ondergaan en heeft klager onder andere chronisch pijn. Klager stelt dat hij onvoldoende is voorgelicht over de risico’s van de operatie op de opgetreden complicaties, waardoor hij van tevoren niet een weloverwogen beslissing heeft kunnen nemen om de operatie te ondergaan. Het college oordeelt dat de orthopedisch chirurg niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5168
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:154
Klacht tegen verzekeringsarts. In het kader van de aanvraag van een WIA-uitkering heeft verweerder klaagster onderzocht en een verzekeringsgeneeskundige beoordeling verricht. Aan de hand van de beoordeling door verweerder heeft vervolgens een arbeidskundige beoordeling plaatsgevonden. Met inachtneming van de door verweerder vastgestelde beperkingen zijn voor klaagster diverse functies geduid en is de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op minder dan 35%. De WIA-aanvraag is vervolgens afgewezen. De klacht heeft betrekking op de beoordeling door verweerder en de gevolgen daarvan voor haar geestelijke gezondheid. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5350
- Datum publicatie: 28-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:155
Klacht tegen orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan een hallux valgus. Na de operatie heeft ze veel pijn. Ze verwijt de chirurg dat de nazorg niet goed is geweest en dat hij de operatie niet goed zou hebben uitgevoerd. Het college is van oordeel dat beide verwijten onjuist zijn en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5553
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:208
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat deze zonder goede reden een verwijzing heeft geweigerd en zich neerbuigend tegenover klager heeft uitgelaten. Doordat de huisarts als waarnemer werkte en klager nog niet eerder op consult had gehad, kon hij voor zijn medisch oordeel alleen afgaan op wat klager naar voren bracht, zijn bevindingen tijdens het consult en het medisch dossier. Klager was niet psychotisch, niet hallucinatoir en een spoedactie was daarom niet noodzakelijk. Een consult bij een vaste huisarts van de praktijk om de klachten goed in beeld te krijgen en psychische ondersteuning door de POH GGZ, zoals de huisarts na het consult heeft geregeld, ziet het college als op dat moment proportionele zorg. De huisarts was niet verplicht klager een verwijzing te geven. Verder is het college van oordeel dat de huisarts op het consult voldoende aandacht heeft besteed aan de problematiek die klager naar voren bracht en daar ook ruim de tijd voor heeft genomen. Er zijn geen aanwijzingen dat de huisarts zich neerbuigend tegenover klager heeft uitgelaten. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:210 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5395
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:210
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager maakt de huisarts verschillende verwijten, waaronder het niet toevoegen van alle verklaringen van klager en zijn partner aan het medisch dossier. Het college overweegt dat de KNMG in haar richtlijnen heeft bepaald dat de arts slechts die gegevens omtrent de gezondheid en de behandeling van de patiënt moet opnemen, die voor een ‘goede hulpverlening’ in de toekomst noodzakelijk zijn. De arts beoordeelt per situatie welke gegevens hij daartoe in het dossier opneemt. Er bestaat voor de huisarts geen verplichting alle correspondentie betreffende klager in diens dossier op te nemen, ook niet indien dat wordt verzocht. Verder heeft de huisarts terecht geweigerd om de partner van klager het medisch dossier van klager toe te zenden, aangezien klager zijn partner daartoe geen uitdrukkelijke toestemming had gegeven. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:209 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4886
- Datum publicatie: 25-08-2023
- Datum uitspraak: 25-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:209
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts is als supervisor tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de handelwijze van de co-assistent in kwestie. Deze supervisie voldeed inhoudelijk niet aan hetgeen in de gegeven situatie van een redelijk handelend beroepsgenoot verlangd mocht worden. Zo ontbreekt in de verslaglegging door de co-assistent het gegeven hoe groot de knobbel was die hij heeft gevoeld in de borst van klaagster. Een redelijk handelend huisarts had het gebleken gemis aan ervaring en/of inzicht van de co-assistent gecompenseerd door alsnog zelf te interveniëren en meteen te zorgen voor de noodzakelijke vervolgstappen, te weten een doorverwijzing naar een mammapoli of in ieder geval voor het maken van een mammografie. De huisarts erkent dat zij naar aanleiding van de intervisie geen enkele verdere actie heeft genomen ter correctie van de handelwijze van de co-assistent. Deze omissie van de huisarts is haar tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht deels gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4834
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 21-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:44
Klacht tegen een gz-psycholoog tevens regiebehandelaar over onder meer de regie, de beëindiging van de behandelingsovereenkomst en de wijze waarop dit is geschied. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Het besluit om de behandelingsovereenkomst te beëindigen, is te begrijpen. De gz-psycholoog heeft bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst echter niet de daarvoor geldende zorgvuldigheidseisen in acht genomen. Zij heeft de behandelingsovereenkomst per direct beëindigd, zonder enige waarschuwing of gesprek vooraf en zonder aan te dringen op verandering. De gz-psycholoog had als regiebehandelaar de stagnatie in de behandeling officieel moeten thematiseren. Verder liep er nog een onderzoek. Ook heeft de gz-psycholoog klager niet verteld dat zij de regiebehandelaar was en wat het regiebehandelaarschap inhoudt, waarmee zij tekort is geschoten in de informatievoorziening aan klager. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4835
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 21-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:45
Klacht tegen een psychiater over onder meer de beëindiging van de behandelingsovereenkomst en de wijze waarop dit is geschied. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Het besluit om de behandelingsovereenkomst te beëindigen, is te begrijpen. De psychiater heeft bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst echter niet de daarvoor geldende zorgvuldigheidseisen in acht genomen. Zij heeft ermee ingestemd dat de behandelingsovereenkomst per direct, zonder enige waarschuwing of gesprek vooraf en zonder aan te dringen op verandering, werd beëindigd. Ook liep er nog een onderzoek, dat de psychiater had aangevraagd. Van de psychiater had mogen worden verwacht dat zij eerst het onderzoek afrondt alvorens zij instemt met de beëindiging van de behandelingsovereenkomst. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4533
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 21-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:46
Klacht tegen een gz-psycholoog over onder meer de regie, de beëindiging van de behandelingsovereenkomst en de wijze waarop dit is geschied. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Het besluit om de behandelingsovereenkomst te beëindigen, is te begrijpen. De gz-psycholoog heeft bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst echter niet de daarvoor geldende zorgvuldigheidseisen in acht genomen. Zij heeft de behandelingsovereenkomst per direct beëindigd, zonder enige waarschuwing of gesprek vooraf en zonder aan te dringen op verandering. Ook liep er nog een onderzoek. Verder heeft de gz-psycholoog bijgedragen aan de onduidelijkheid die bij klager heeft bestaan over de rol van de verschillende zorgverleners bij de zorgverlening. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4781
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 14-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:47
Klager verwijt een voormalig psychotherapeut onder meer schending van de vertrouwelijkheid, rolvermenging en een gebrek aan professionele distantie. De klacht is grotendeels gegrond. Verweerder heeft gehandeld in strijd met verschillende artikelen uit de Beroepscode voor psychotherapeuten (NVP 2007). Hij had de informatie over de vermeende persoonlijkheidsstoornis niet zonder toestemming van klager mogen geven aan het klinisch centrum. Ook had hij niet én klager én zijn echtgenote in behandeling mogen hebben en de echtgenote dan ook moeten verwijzen naar een ander. Verder heeft verweerder zijn professionele en niet-professionele rollen door elkaar heen laten lopen. Schorsing voor de duur van zes maanden. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2022/4251
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 14-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:48
Klager verwijt een voormalig gz-psycholoog onder meer schending van de vertrouwelijkheid, rolvermenging en een gebrek aan professionele distantie. De klacht is grotendeels gegrond. Verweerder heeft gehandeld in strijd met verschillende artikelen uit de Beroepscode voor psychologen (NIP 2007). Hij had de informatie over de vermeende persoonlijkheidsstoornis niet zonder toestemming van klager mogen geven aan het klinisch centrum. Ook had hij niet én klager én zijn echtgenote in behandeling mogen hebben en de echtgenote dan ook moeten verwijzen naar een ander. Verder heeft verweerder zijn professionele en niet-professionele rollen door elkaar heen laten lopen. Schorsing voor de duur van zes maanden. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:205 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5266
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 22-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:205
Kennelijk ongegronde klacht tegen een longarts. Klaagster verwijt de longarts dat hij bij een eerder consult nepverpleegkundigen heeft laten komen, die haar hebben geadviseerd om haar medicijnen weg te gooien. Daarnaast verwijt klaagster de longarts dat hij kwaad is geworden en heeft geschreeuwd toen zij hierover met hem sprak. Niet kan worden vastgesteld dat het eerdere consult heeft plaatsgevonden, wie daarbij eventueel betrokken was of waren en wat er is besproken. Van een advies of opdracht om medicatie weg te gooien, is niet gebleken. Dat de longarts daarbij een rol zou hebben gespeeld, kan ook niet worden vastgesteld. Het college kan niet vaststellen hoe het gesprek hierover is verlopen en kan daarom niet uitgaan van de juistheid van wat klaagster over dit gesprek zegt. Alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:207 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5124
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 22-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:207
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klaagster is op de SEH onderzocht door een arts. De internist was als supervisor betrokken. Klaagster verwijt de internist valsheid in geschrifte. De internist heeft volgens klaagster (ook) in strijd met zijn artseneed gehandeld. Het college gaat uit van de gegevens zoals die door de arts zijn genoteerd in het medisch dossier. Het is niet gebleken of aannemelijk geworden dat er sprake is geweest van valsheid in geschrifte. Het dossier bevat geen enkel aanknopingspunt of aanleiding om te veronderstellen dat er bewust gegevens zijn achtergehouden of gemanipuleerd, of dat het medisch verslag onjuistheden bevat. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5088
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 22-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:204
Ongegronde klacht tegen een longarts. Bij een kweek van bij klager afgenomen bloed is de bacterie Capnocytophaga canimorsusaangetroffen. De longarts heeft op grond van het advies van de microbioloog en de informatie die hij over klager kreeg van diens familie het afwachtende beleid dat eerder was ingesteld voortgezet. Het college oordeelt dat de longarts mocht afgaan op het advies van de microbioloog. Achteraf kan worden geconcludeerd dat de longarts, op het moment waarop hij tot zijn afwachtende beleid besliste, niet van alle van belang zijnde informatie op de hoogte was. Hem kan daarvan echter geen persoonlijk verwijt worden gemaakt. Klacht ongegrond verklaard. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:206 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5345
- Datum publicatie: 22-08-2023
- Datum uitspraak: 22-08-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:206
Kennelijk ongegronde klacht tegen een longarts. De longarts heeft klaagster onderzocht, aanvullende diagnostiek ingezet en een behandeling ingesteld voor slaapapneu. De uitkomsten van het onderzoek leverden een voldoende basis voor de conclusie van de longarts dat dit beeld paste bij ernstig slaapapneu. Aanvullend onderzoek was daarvoor niet nodig. Bij deze ernstige vorm van slaapapneu paste de voorgestelde behandeling met een CPAP-apparaat. Het verwijt dat bij de longarts commerciële redenen voorop hebben gestaan bij het voorschrijven van de behandeling met een CPAP-apparaat heeft klaagster niet onderbouwd. Geen aanwijzingen voor persoonlijke betrokkenheid van de longarts bij de levering en betaling van het CPAP-apparaat. Alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2023/4763
- Datum publicatie: 21-08-2023
- Datum uitspraak: 17-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:43
Klacht tegen Gz-psycholoog. Klager verblijft in de LFPZ-instelling van een TBS-kliniek. In de hoedanigheid van behandelcoördinator heeft de Gz-psycholoog een verslag opgesteld in het kader van het onderzoek naar de wenselijkheid van handhaving van de LFPZ-indicatie. De Landelijke Adviescommissie Plaatsing LFPZ heeft vervolgens geadviseerd de LFPZ-indicatie voort te zetten. Dit advies is door de Minister voor Rechtsbescherming overgenomen. Klager verwijt de Gz-psycholoog dat zij onwaarheden in haar verslaglegging heeft opgenomen met het gevolg dat hij in LFPZ blijft en de toekomst die klager voor zich ziet onmogelijk is gemaakt. Klager verwijt de Gz-psycholoog daarnaast dat zij het niet toelaat dat twee voor hem vertrouwde personen invallen op de afdeling waar hij verblijft. De Gz-psycholoog meent dat zij met haar handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwaam en redelijk handelend behandelcoördinator. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Z2023/5332
- Datum publicatie: 18-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:42
Gegronde klacht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft tijdens haar werk opiaten (sterke pijnstillers) voor eigen gebruik gestolen. Zij gebruikte deze middelen in privétijd en tijdens haar werk als verpleegkundige in de directe patiëntenzorg. Het college oordeelt dat de verpleegkundige tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en ernstige schade heeft toegebracht aan het vertrouwen in de individuele gezondheidszorg. De verpleegkundige is al uitgeschreven uit het BIG-register. Verbod op wederinschrijving en beroepsverbod met directe werking.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2023:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven H2023/5362
- Datum publicatie: 18-08-2023
- Datum uitspraak: 02-08-2023
- ECLI:NL:TGZREIN:2023:38
Voordracht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) vanwege ongeschiktheid tot het uitoefenen van het beroep van verpleegkundige. De verpleegkundige heeft tijdens haar werk opiaten (sterke pijnstillers) voor eigen gebruik gestolen. Zij gebruikte deze middelen in privétijd en tijdens haar werk als verpleegkundige in de directe patiëntenzorg. Het college oordeelt dat de verpleegkundige door haar verslaving aan opiaten de geschiktheid voor het uitoefenen van haar beroep mist. Naar het oordeel van het college is het niet verantwoord dat zij nog het beroep van verpleegkundige uitoefent. De verpleegkundige is al uitgeschreven uit het BIG-register. Verbod op wederinschrijving.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/4768
- Datum publicatie: 18-08-2023
- Datum uitspraak: 10-08-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:152
Klaagster kwam bij de huisarts na ontdekking van een knobbel in haar borst. De huisarts verwees haar voor een echo. De echo is niet gemaakt. Zes maanden later bleek borstkanker met uitzaaiingen. Klaagster verwijt de huisarts nalatigheid: handelen in strijd met de NHG-standaard Borstkanker, niet vertellen dat klaagster zelf een afspraak voor de echo moest maken en geen regie over het proces voeren. Dit alles heeft geleid tot een te late diagnose met vergaande gevolgen voor klaagster. Het college oordeelt dat de huisarts niet in strijd heeft gehandeld met de NHG-richtlijn en ook overigens geen verwijt treft. Klacht ongegrond.