Zoekresultaten 101-120 van de 185 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:83 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle G2020/55
- Datum publicatie: 24-06-2022
- Datum uitspraak: 21-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:83
Klacht tegen een psychiater. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De psychiater is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt de psychiater dat hij onwaarheden over klager heeft verteld, dat hij zich jegens klager agressief heeft opgesteld en dat hij bij klager een onjuiste diagnose heeft gesteld. Deze klachtonderdelen zijn ook al behandeld in een eerdere tuchtzaak (G2020/55) van klager tegen deze psychiater. In de beslissing in die zaak – die nog niet onherroepelijk is ten tijde van deze beslissing – zijn de verwijten kennelijk ongegrond verklaard. Dat oordeel wordt hier als ingelast beschouwd, wat betekent dat ook deze klacht kennelijk ongegrond wordt verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle GP2020/24
- Datum publicatie: 24-06-2022
- Datum uitspraak: 21-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:84
Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog/psychotherapeut. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De aangeklaagde zorgverlener is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt haar dat zij tegen klager zou hebben gezegd dat hij dwangmedicatie zou krijgen in de volgende kliniek en dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het college verwijst voor het eerste verwijt naar de beslissing met nummer GP2020/18, op een eerdere klacht van klager tegen dezelfde zorgverlener. In die zaak – die nog niet onherroepelijk is ten tijde van deze beslissing – is hetzelfde verwijt naar voren gebracht en is daar al op geoordeeld. Dat oordeel (kennelijk ongegrond) wordt hier als ingelast beschouwd. Wat betreft het tweede verwijt geldt dat de aangeklaagde überhaupt geen diagnose heeft gesteld. De klacht is in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle gp2020/25
- Datum publicatie: 24-06-2022
- Datum uitspraak: 21-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:85
Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog. Klager verblijft al langere tijd in opeenvolgende tbs-klinieken. De gezondheidszorgpsycholoog is betrokken geweest bij zijn behandeling in een van de klinieken. Klager verwijt de gezondheidszorgpsycholoog – kort samengevat – dat hij een paar uur in een isoleercel heeft gezeten, dat hij bepaalde zaken kwijt is geraakt, dat ze tegen hem heeft gelogen en zich racistisch heeft uitgelaten en dat zij hem wilde overplaatsen naar een extra beveiligde afdeling. Een deel van de klacht is al in een eerdere zaak, met nummer GP2020/14, behandeld. In de betreffende beslissing – die nog niet onherroepelijk is ten tijde van deze beslissing – is dat deel van de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Die beoordeling wordt als ingelast beschouwd in deze beslissing. De overige verwijten zijn volgens het college ook kennelijk ongegrond. Dit betekent dat de klacht in zijn geheel kennelijk ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3566
- Datum publicatie: 23-06-2022
- Datum uitspraak: 17-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:80
Klacht tegen psychotherapeut. Poging om met een valse verwijzingsbrief medische informatie over klaagster van haar huisarts te krijgen? Klacht bevat geen feiten die erop duiden dat beklaagde persoonlijk op enige manier betrokken was bij de brief. Het enkele feit dat beklaagdes halfbroer de ex-partner van klaagster was en dat de brief in de brievenbus van de praktijk van beklaagde terecht is gekomen, vormt geen bewijs van betrokkenheid. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3637
- Datum publicatie: 23-06-2022
- Datum uitspraak: 17-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:78
Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Beklaagde is niet betrokken geweest bij de verwijzing van klager naar een andere instelling zoals door klager gewenst. Beklaagde heeft terecht het voorschrijven van psychofarmaca geweigerd nu klager niet in behandeling was en niet door beklaagde was gezien/beoordeeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:79 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3638
- Datum publicatie: 23-06-2022
- Datum uitspraak: 17-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:79
Klacht tegen GZ-psycholoog kennelijk ongegrond. Beklaagde is niet verantwoordelijk voor medicatie voorschrijven en heeft dat verzoek van klager terecht doorgestuurd naar de psychiater. Beklaagde heeft klager geen hulp onthouden en voldoende inspanningen geleverd ten aanzien van een verwijzing van klager naar een andere instelling.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z221/3297
- Datum publicatie: 23-06-2022
- Datum uitspraak: 20-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:81
Klager heeft zich ziek gemeld bij werkgever. Vanuit de hierna door de werkgever ingeschakelde arbodienst vond begeleiding plaats door de Adviseur Arbeid en Gezondheid. De Adviseur Arbeid en Gezondheid hield waar nodig overleg met de bedrijfsarts. Na betrokkenheid van meerdere bedrijfsartsen heeft een gesprek plaats gevonden tussen klager en beklaagde, bedrijfsarts. Naar aanleiding van dit gesprek heeft de Adviseur Arbeid en Gezondheid een re-integratieadvies gegeven. Hierna heeft klager aangegeven dat er nog met een behandeling zou worden gestart en dat zijn behandelaar zou hebben aangegeven dat dit niet gelijktijdig kon plaatsvinden met de re-integratie. Beklaagde heeft hierop zijn re-integratieadvies aangepast en eveneens de nog niet opgestelde probleemanalyse opgesteld. Ook heeft beklaagde informatie opgevraagd bij de behandelaar.Werkgever heeft op enig moment een deskundigenoordeel gevraagd aan het UWV. Aan beklaagde is gevraagd een medische onderbouwing te geven van de door hem vastgestelde belastbaarheid. Dit heeft beklaagde gedaan. Beklaagde heeft klager op dat moment ook op de hoogte gestelde van de door hem opgestelde probleemanalyse.Klager verwijt beklaagde dat hij adviezen heeft gegeven zonder daarvoor informatie te hebben ingewonnen bij de behandelaar van klager, dat hij de adviezen, waaronder de probleemanalyse en het plan van aanpak, niet heeft afgestemd met klager en dat hij zich in zijn berichtgeving aan het UWV zodanig heeft uitgelaten dat dit schadelijk is voor de reputatie van klager. Het college verklaart de klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3563
- Datum publicatie: 23-06-2022
- Datum uitspraak: 20-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:82
Klacht tegen orthopedisch chirurg kennelijk ongegrond. De door beklaagde opgestelde rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Beklaagde heeft in redelijkheid kunnen concluderen dat al voorafgaande aan het ongeval sprake was van sprake was van een niet goed doorgebouwde spondylodese C6-C7, en dat er reeds voor het ongeval fragmentatie (breuklijnen) van het hydroxyapatiet blokje aangetoond waren.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:76 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3604
- Datum publicatie: 07-06-2022
- Datum uitspraak: 03-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:76
Klager is bedrijfsarts. De klacht is ingediend tegen een UWV-arts die betrokken is geweest bij een deskundigenoordeel. Hij verwijt beklaagde onder meer dat deze negatieve kwalificaties over het medisch handelen van klager bezigt. Professioneel verschil van inzicht. De voorzitter verklaart klager niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3605
- Datum publicatie: 07-06-2022
- Datum uitspraak: 03-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:77
Klager is bedrijfsarts. De klacht is ingediend tegen een UWV-arts die betrokken is geweest bij een deskundigenoordeel. Hij verwijt beklaagde onder meer dat deze negatieve kwalificaties over het medisch handelen van klager bezigt. Professioneel verschil van inzicht. De voorzitter verklaart klager niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2021/3786
- Datum publicatie: 03-06-2022
- Datum uitspraak: 02-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:71
Klacht van apotheker tegen collega-apotheker. Geen concreet eigen belang dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg. Klager heeft niet onderbouwd op welke punten zijn patiënten zijn of worden benadeeld ten opzichte van andere patiënten in de regio. De enkele stelling dat zijn patiënten niet van de voordelen van eventuele samenwerkingsafspraken zullen profiteren is onvoldoende. Zonder nadere concretisering is niet inzichtelijk gemaakt dat met de gevolgen die het (gestelde) handelen van beklaagde voor klager heeft (gehad) ook de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg is of wordt geraakt. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2021/3785
- Datum publicatie: 03-06-2022
- Datum uitspraak: 02-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:72
Klacht van apotheker tegen collega-apotheker. Geen concreet eigen belang dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg. Klager heeft niet onderbouwd op welke punten zijn patiënten zijn of worden benadeeld ten opzichte van andere patiënten in de regio. De enkele stelling dat zijn patiënten niet van de voordelen van eventuele samenwerkingsafspraken zullen profiteren is onvoldoende. Zonder nadere concretisering is niet inzichtelijk gemaakt dat met de gevolgen die het (gestelde) handelen van beklaagde voor klager heeft (gehad) ook de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg is of wordt geraakt. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:74 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2021/3783
- Datum publicatie: 03-06-2022
- Datum uitspraak: 02-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:74
Klacht van apotheker tegen collega-apotheker. Geen concreet eigen belang dat verband houdt met de individuele gezondheidszorg. Klager heeft niet onderbouwd op welke punten zijn patiënten zijn of worden benadeeld ten opzichte van andere patiënten in de regio. De enkele stelling dat zijn patiënten niet van de voordelen van eventuele samenwerkingsafspraken zullen profiteren is onvoldoende. Zonder nadere concretisering is niet inzichtelijk gemaakt dat met de gevolgen die het (gestelde) handelen van beklaagde voor klager heeft (gehad) ook de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg is of wordt geraakt. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:73 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle z2021/3144
- Datum publicatie: 03-06-2022
- Datum uitspraak: 02-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:73
Klacht tegen huisarts, inhoudende dat hij de privacy van de mentor van klager heeft geschonden, hij niet op tijd aan de betrokken hulpverleners heeft doorgegeven wie zijn mentor was en hij niet heeft onderkend dat klager ziek was. Ook verwijt klager beklaagde dat hij niets heeft gedaan op het moment dat klager zijn polsen doorsneed en chloor dronk. Met betrekking tot het eerste klachtonderdeel kan het college de feiten die aan de klacht ten grondslag liggen niet vaststellen. Klager heeft dit verwijt onvoldoende onderbouwd. Ten aanzien van klachtonderdeel twee en drie geeft het medisch blijk van het feit dat het mentorschap van klagers moeder bij diverse hulpverleners bekend was en dat beklaagde met betrekking tot de zorgvragen van klager met verschillende hulpinstanties contact heeft gezocht. Het college overweegt dat beklaagde de zorgvragen van klager heeft onderkend en serieus heeft genomen. Dit geldt ook voor wat betreft klachtonderdeel vier. Beklaagde heeft, nadat klager zijn polsen had doorgesneden en chloor had gedronken, direct de ambulance gebeld en klager verwezen naar de spoedeisende hulp. Het college acht de verleende zorg toereikend. Het college oordeelt dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:75 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3367
- Datum publicatie: 03-06-2022
- Datum uitspraak: 02-06-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:75
Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster wenste overtollige huid aan de hals te laten behandelen. Zij is tweemaal door beklaagde behandeld en is niet tevreden met het resultaat. Klaagster wijt dit onder meer aan communicatieproblemen omdat beklaagde Duits en geen Nederlands spreekt. Beklaagde erkent dat er een communicatieprobleem was, maar zegt dat dit voldoende was gecompenseerd door hulp van een consulente verbonden aan de kliniek. Hij ontkent klaagster onjuist te hebben behandeld. Het college acht aannemelijk dat er miscommunicatie is geweest. Het college neemt voorts aan dat beklaagde bij de tweede ingreep in strijd met de richtlijn geen pre-operatief gesprek met klaagster heeft gehad. Het college kan niet af gaan op de desbetreffende, in het Nederlands gestelde aantekening in het dossier, nu beklaagde deze niet zelf kan hebben geschreven en deze qua inhoud in ieder geval deels op een andere patiënt betrekking lijkt te hebben. Het college oordeelt dat geen informed consent tot stand is gekomen. Klacht in zoverre gegrond. Geen aanwijzingen dat de ingrepen als zodanig verkeerd zijn uitgevoerd. Het college overweegt dat het merendeel van de Nederlandse patiënten het Duits onvoldoende beheerst om medische kwesties voldoende te begrijpen. Nu beklaagde geen Nederlands spreekt, niet doordrongen blijkt van de noodzaak daartoe en niet aangeeft dat hij daaraan werkt acht het college de patiëntveiligheid in Nederland in gevaar. Doorhaling en voorlopige voorziening.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3577
- Datum publicatie: 31-05-2022
- Datum uitspraak: 24-05-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:70
Klacht over een onder supervisie van een bedrijfsarts werkende arts die via een videoverbinding een spreekuurcontact had om te beoordelen of er bij klaagster sprake was van ziekte en of zij in staat was een gesprek met haar werkgever aan te gaan.Kennelijk ongegrond. De door klaagster en beklaagde gestelde feiten ten aanzien van het spreekuurcontact verschillen. Daardoor kan het college niet vaststellen hoe het spreekuurcontact is verlopen. In ieder geval is op geen enkele wijze gebleken dat beklaagde zijn conclusie over de gezondheid van klaagster heeft gebaseerd op haar huidskleur.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:64 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3057
- Datum publicatie: 31-05-2022
- Datum uitspraak: 24-05-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:64
Ongegronde klacht tegen huisarts. Beklaagde heeft naar aanleiding van een melding van de politie een notitie gemaakt in het medisch dossier. Het college is van oordeel dat de notitie slechts een weergave betreft van hetgeen door de politie aan beklaagde kenbaar is gemaakt en dat dergelijke informatie als subjectieve informatie opgenomen mag worden in het medisch dossier. Beklaagde is niet verplicht een melding van de notitie te maken aan klager. Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel heeft beklaagde geen betrokkenheid gehad bij de noodopname van de echtgenote van klager, aldus het college. Met betrekking tot klachtonderdelen drie en vier oordeelt het college dat de echtgenote van klager reeds afdoende zorg had ontvangen op de huisartsenpost en volgt niet uit het medisch dossier dat beklaagde klager niet naar een nieuwe huisarts heeft laten gaan. Het medisch dossier geeft blijkt van het feit dat beklaagde zich heeft ingespannen een nieuwe huisarts voor klager te vinden. De klacht is in zijn geheel kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:66 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3045 en Z2021/3504
- Datum publicatie: 31-05-2022
- Datum uitspraak: 24-05-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:66
Klacht tegen GZ-psycholoog. Klager verblijft in een tbs-kliniek. Beklaagde is in de hoedanigheid van behandelcoördinator bij de behandeling van klager betrokken. Klager verwijt hem het stellen van een onjuiste diagnose en het geven van onjuist advies omtrent zijn overplaatsing naar een andere afdeling. Ook klaagt klager erover dat hij de documenten betreffende zijn behandeling niet heeft ontvangen, terwijl hij daar meerdere keren om heeft gevraagd, en dat beklaagde zijn cultuur en persoonlijkheid heeft beledigd.Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:67 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/3500
- Datum publicatie: 31-05-2022
- Datum uitspraak: 24-05-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:67
Klacht tegen psychiater. Klager verblijft in een tbs-kliniek. Beklaagde is directeur van deze kliniek. Klager verwijt beklaagde dat er geen zorg voor hem is en dat hij zich niet gerespecteerd voelt. Volgens klager is hij weggestuurd bij de medische dienst en was er geen vervoer geregeld toen hij vanwege lichamelijke klachten naar het ziekenhuis moest. Ook is klager door werknemers van de kliniek geweigerd te skypen met zijn familie. Daarnaast is klager een keer in zijn kamer opgesloten. Klager acht beklaagde als directeur eindverantwoordelijk voor alles wat er in de kliniek gebeurt.Vaststaat dat er geen behandelrelatie heeft bestaan tussen beklaagde in zijn hoedanigheid van psychiater en klager en dat beklaagde ook anderszins geen zorg heeft verleend aan klager. Dat betekent dat beklaagde alleen aan het tuchtrecht is onderworpen voor zover sprake is van enig ander handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt (de tweede tuchtnorm). De klacht van klager gaat niet over het handelen van beklaagde, maar over het handelen of nalaten van anderen die werkzaam zij binnen de kliniek. Dit is iets waarvoor beklaagde niet zonder meer tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden, omdat het tuchtrecht in beginsel aangrijpt bij het individuele handelen van de zorgverlener. Feiten en omstandigheden die erop zouden wijzen dat beklaagde desalniettemin tuchtrechtelijk verantwoordelijk gehouden kan worden voor handelen ten opzichte van klager, zijn het college niet gebleken.Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2022:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2021/5
- Datum publicatie: 31-05-2022
- Datum uitspraak: 24-05-2022
- ECLI:NL:TGZRZWO:2022:68
Klacht tegen (onder supervisie werkende) arts over de door hem opgestelde rapportage in het kader van de Eerstejaars Ziektewet-beoordeling, tevens bejegeningsklacht. De rapportage voldoet aan de daaraan in de jurisprudentie gestelde vereisten. Geen tuchtrechtelijk verwijt ten aanzien van de bejegening. Klacht ongegrond.