Zoekresultaten 261-280 van de 14183 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7037

    Longarts werkzaam in expertisecentrum wordt verweten dat hij klager om drogredenen een behandeling bij het expertisecentrum heeft onthouden en dat hij geen onderzoek heeft gedaan naar voor klager geschikte Zephyr endobronchiale kleppen. Ook verwijt klager de longarts dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan smaad of laster, door in het verslag te schrijven dat klager thuis een pistool heeft en dat hij de betrokken artsen zal ombrengen en dat psychologie aangeeft dat de veiligheid voor het hele behandelteam niet gewaarborgd kan worden. Multidisciplinair besluit om klager af te wijzen voor de behandeling. Onvoldoende onderbouwde stellingen van klager. Geen aanwijzingen voor drogredenen. Onderzoek naar endobronchiale kleppen heeft plaatsgevonden. Geen ongefundeerde beweringen of vaststellingen van de longarts. Longarts mocht afgaan op de juistheid van de aantekeningen van de psycholoog over het intakegesprek. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6481

    Verwijt aan longarts-intensivist dat zij zonder overleg met klager en zijn familie een niet-reanimeerbeleid in het dossier heeft genoteerd en daarbij ook heeft genoteerd dat dit beleid met de familie is besproken. Beslissing medisch zinloze behandeling. Besluit tot niet-reanimeren op medische gronden is per definitie een besluit waarvoor de wilsverklaring van de patiënt en/of toestemming van de familie niet vereist is. Wel moet de patiënt/familie over dit besluit geïnformeerd worden. Gelet op gewicht en betekenis van een dergelijk besluit moet arts ervoor zorgen dat de strekking van het besluit duidelijk bij de gesprekspartners overkomt. Niet-reanimeerbeleid is voldoende aan de orde geweest. Verweerster heeft zich er ook van vergewist of haar boodschap goed begrepen was. Dat verweerster de inhoud van het familiegesprek niet in dossier heeft genoteerd, leidt niet tot een gedeeltelijke gegrondheid van de klacht. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/6654

    Verweerder was huisarts. Verweerder wordt onder meer verweten dat hij onvoldoende medische zorg heeft verleend, dat er een te summiere overdracht naar de uroloog is gedaan en dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. College: verweerder had geen antibioticum mogen voorschrijven zonder urineonderzoek met een urinestick te verrichten en eventueel een kweek in te zetten. Hij heeft niet adequaat gereageerd op de aanhoudende pijnklachten van de patiënt en de behandeling teveel op zijn beloop gelaten. In de verwijsbrief is op te summiere wijze verslag gedaan door daarin niet de pijnklachten op te nemen en de patiënt daarmee niet in een bredere context van de problematiek te presenteren. Verweerder heeft zijn beroepsgeheim geschonden door een derde te vertellen dat hij de patiënt had doorverwezen. Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping. Proceskostenvergoeding.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/6845

    Klager heeft bij meerdere zorgverleners medische hulp gezocht in verband met aanhoudende klachten van lage rugpijn. De huisarts heeft klager onderzocht, hem pijnstilling voorgeschreven, instructies gegeven aan klager en zijn familie en bloedonderzoek aangevraagd. Klager is uiteindelijk in het ziekenhuis opgenomen met een septische in combinatie met een hypovolemische shock met nierfunctiestoornissen. Klagers verwijten de huisarts dat hij niet heeft geluisterd en geen verder onderzoek bij klager heeft gedaan terwijl daar elke dag om is gevraagd. Het college is van oordeel dat de huisarts de klachten van klager voldoende serieus heeft genomen en/of daar het onderzoek naar heeft gedaan dat van een redelijk handelende en redelijk bekwame huisarts verwacht mocht worden. De klacht dat de huisarts niet heeft geluisterd en onvoldoende onderzoek heeft gedaan is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7473

    Klacht tegen een huisarts van de huisartsenpost. De echtgenoot van klaagster is overleden aan de gevolgen van een aortadissectie. Klaagster verwijt verweerster, samengevat, dat zij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de klachten van patiënt en heeft vastgehouden aan een diagnose zonder medische onderbouwing. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7307

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Het college stelt vast dat de diagnose schwannoom een zeldzame diagnose is en dat deze zeker in het desbetreffende gebied bij klaagster zeer zelden voorkomt. Het college is van oordeel dat de internist adequaat en voldoende onderzoek heeft verricht en op grond van de onderzoeksuitslagen tot een juist advies tot het nemen van een biopt is gekomen. Het feit dat achteraf bleek dat de zwelling een schwannoom was, maakt dit niet anders. Ook het andere klachtonderdeel is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7386

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Naar het oordeel van het college heeft de internist – voor zover hij betrokken was – de juiste diagnose gesteld en de juiste behandeling uitgevoerd. Voor zover klaagster met haar klacht heeft bedoeld dat de internist haar gezegd zou hebben dat zij zou genezen terwijl later bleek dat dit niet het geval was, dan oordeelt het college dat hiervan niets blijkt in of uit het medisch dossier.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7388

    Deels gegronde klacht tegen een chirurg. Na een operatie door een andere arts vanwege een uitzaaiing in de lever heeft de chirurg de controle verricht en daarbij heeft hij - ondanks advies daartoe - geen CT thorax/abdomen gemaakt. Dit verwijt klaagster de chirurg. Daarnaast verwijt klaagster de chirurg niet empathische bejegening bij een slecht nieuws gesprek. De chirurg erkent dat het advies niet is meegenomen in het gevoerde beleid. Hij heeft hiervoor en voor het niet empathisch overkomen zijn excuses gemaakt. Het college komt tot het oordeel dat de chirurg wat de CT thorax/abdomen betreft tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Dat de chirurg zich niet empathisch zou hebben gedragen zoals klaagster heeft gesteld, kan het college niet vaststellen. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Het college bepaalt dat geen maatregel wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7026

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Het medisch handelen van de arts is naar het oordeel van het college navolgbaar, logisch, goed onderbouwd en goed gedocumenteerd in het medisch dossier. Zij heeft haar bevindingen en conclusies met de superviserende chirurg (verweerder in de zaak A2024/7027) gedeeld en hij onderschreef deze. Het college is het verder met de arts eens dat zij niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het antistollingsbeleid, aangezien dit onder de verantwoordelijkheid van de vasculair geneeskundige valt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7027

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. Het medisch handelen van de chirurg is naar het oordeel van het college navolgbaar, logisch, goed onderbouwd en goed gedocumenteerd in het medisch dossier. Hetzelfde geldt voor het handelen van de chirurg als supervisor van de arts (verweerster in de zaak A2024/7026) op de SEH. Het college is het verder met de chirurg eens dat hij niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het antistollingsbeleid, aangezien dit onder de verantwoordelijkheid van de vasculair geneeskundige valt.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7306

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. Het college stelt vast dat de diagnose schwannoom een zeldzame diagnose is en dat deze zeker in het desbetreffende gebied bij klaagster zeer zelden voorkomt. Het college is van oordeel dat de internist (samenhangende zaak A2024/7307) adequaat en voldoende onderzoek heeft verricht en op grond van de onderzoeksuitslagen tot een juist advies tot het nemen van een biopt is gekomen. Er zijn geen redenen gebleken waarom de chirurg dit advies niet had mogen overnemen. Ook de andere klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:38 Raad van Discipline Amsterdam 24-741/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht over de kwaliteit van dienstverlening gedeeltelijk gegrond zonder oplegging maatregel. Hoewel is komen vast te staan dat verweerder op het gebied van de schriftelijke vastlegging van belangrijke afspraken (gedragsregel 16 lid 1) en bij zijn onttrekking aan klaagsters zaak (gedragsregel 14 lid 3) steken heeft laten vallen, ziet de raad aanleiding in dit geval geen maatregel op te leggen. De raad heeft er begrip voor dat bijstand in Wvggz-zaken zich minder goed leent voor onverkorte en strikte toepassing van de gedragsregels. Bovendien valt het verweerder te prijzen dat hij, zo heeft hij ter zitting verklaard, klaagster op haar verzoek recentelijk toch weer als advocaat heeft bijgestaan, omdat geen enkele andere advocaat klaagster wilde bijstaan en hij haar niet in de steek wilde laten.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7809

    Klacht van bedrijfsarts tegen een andere bedrijfsarts. Klager heeft op verzoek van de bedrijfsarts een second opinion onderzoek bij een cliënte van de bedrijfsarts uitgevoerd. Klager verwijt de bedrijfsarts handelen in strijd met professionele richtlijnen en wetgeving. Collega als rechtstreeks belanghebbende. Onduidelijk concreet eigen belang dat kan worden geplaatst in het kader van de individuele gezondheidszorg. Geen omstandigheden die rechtvaardigen dat kan worden afgeweken van het algemene uitgangspunt dat een collega geen rechtstreeks belang heeft als hij een klacht indient over de door een andere zorgverlener geleverde kwaliteit van zorg. Voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7470

    Klacht tegen een gezondheidszorgpsycholoog. De gz-psycholoog heeft tijdens een procedure over beëindiging van het ouderlijk gezag een tweetal verklaringen opgesteld. Deze verklaringen zijn vervolgens overgelegd in de procedure bij het Gerechtshof. Klaagster verwijt de gz-psycholoog, samengevat, dat hij zonder toestemming van klaagster als wettelijk vertegenwoordiger contact heeft gelegd met twee onder voogdij staande minderjarige kinderen, dat hij zich ten onrechte heeft uitgelaten over de (on)juistheid van de uithuisplaatsing van deze kinderen en dat de verklaringen onzorgvuldig zijn opgesteld. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ontvankelijk is en verklaart de klacht gegrond. Gezien alle omstandigheden van het geval bepaalt het college dat als maatregel doorhaling van de BIG-registratie noodzakelijk is.Aard van de klacht: onjuist rapport/verklaring

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7343

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager heeft een klacht ingediend over de zorg van zijn inmiddels overleden echtgenote. Zij werd opgenomen in een verpleeghuis waar de specialist ouderengeneeskunde werkzaam was.De specialist ouderengeneeskunde heeft in het verweerschrift toegelicht dat zij niet de behandelend arts was van patiënte. Tijdens het mondeling vooronderzoek bij het tuchtcollege is vast komen te staan dat sprake is van een persoonsverwisseling. Nu is gebleken dat klager de klacht tegen de verkeerde persoon heeft ingediend, en het college op basis van de feiten niet kan vaststellen dat de specialist ouderengeneeskunde bij de behandeling en zorg van patiënte betrokken is geweest, kan het college niet anders dan concluderen dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:28 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2389

    Klacht tegen psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij 1) klager de afgelopen drie jaar met een geluidsband heeft afgeluisterd en beïnvloed, 2) een te laag niveau heeft en niet het inzicht heeft om klager te behandelen, en 3) mensen wil vermoorden en samenwerkt met de duivel. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond is verklaard. Het Centraal Tuchtcollege kan zich vinden in die beslissing en verwerpt het beroep van klager daartegen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7141

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster heeft een klacht ingediend over de zorg die aan haar inmiddels overleden moeder is verleend tijdens haar opname in een woonzorgcentrum. Zij is kort gezegd niet tevreden over de zorg die zij kreeg, de medicatie die werd ingesteld en de medische behandeling wat betreft de benauwdheid van patiënte. De arts was de behandelend arts van de moeder van klaagster.Uit de klacht valt op te maken dat klaagster zich kritisch uitliet over de verleende zorg en aanvullende handelingen, doorverwijzing en overleg verlangde. Echter, uit het dossier maakt het college op dat de benodigde zorg ook daadwerkelijk werd verleend, door medewerkers van het woonzorgcentrum, waaronder ook de arts. Zo werd door de arts meerdere malen contact met de oncoloog uit het ziekenhuis opgenomen om haar behandeltraject aldaar te bespreken en had de arts contact met het ziekenhuis over de benauwdheid van patiënte. Daarnaast is ook op uitnodiging van de arts meerdere keren het gesprek aangegaan over de onvrede die patiënte had over de zorg en andere zaken. Het verwijt dat de arts de zorg (waaronder het psychisch welzijn en de medicatie) voor patiënte niet goed heeft ingeregeld, vindt dan ook geen steun in het dossier. Uit het dossier blijkt dat er steeds aandacht is geweest voor de instelling van de medicatie van patiënte. Het is lastig gebleken patiënte goed in te stellen, ten eerste omdat het overzicht van de medicatie (door verschillende artsen voorgeschreven) lastig te krijgen was en omdat patiënte haar medicatie niet altijd volgens voorschrift innam. Waar nodig heeft de arts overleg gevoerd met de huisarts, longarts en de oncoloog. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7142

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klaagster heeft een klacht ingediend over de zorg die aan haar inmiddels overleden moeder is verleend tijdens haar opname in een woonzorgcentrum. Zij is kort gezegd niet tevreden over de zorg die zij kreeg, de medicatie en de medische behandeling. De specialist ouderengeneeskunde heeft op enig moment een gesprek gehad met klaagster en patiënte. Volgens klaagster zijn er tijdens dat gesprek toezeggingen door de specialist ouderengeneeskunde gedaan, die hij niet is nagekomen.Volgens de specialist ouderengeneeskunde zijn er geen toezeggingen gedaan. Hij heeft patiënte gerustgesteld en uitgebreid uitleg gegeven over haar ziektebeeld. Hij heeft gezegd dat hij zijn best zou doen, maar heeft geen specifieke toezeggingen gedaan.Het college overweegt als volgt. Nu niet kan worden vastgesteld dat de arts bedoelde toezeggingen heeft gedaan, kan hem evenmin worden verweten dat hij bedoelde toezeggingen niet is nagekomen. Dit klachtonderdeel is ongegrond.De overige klachtonderdelen gaan allemaal over de inkleding van de zorg en punten waar de specialist ouderengeneeskunde op geen enkele manier bij betrokken was. Uit het medisch dossier dat bij het college beschikbaar is kan het college ook niet vaststellen dat de specialist ouderengeneeskunde het verweten handelen is toe te rekenen of op enig ander moment persoonlijk betrokken is geweest bij patiënte. Om deze reden kan het college niet vaststellen dat er sprake is geweest van klachtwaardig handelen. Ook deze klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:53 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-001/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:54 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-027/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing over verweerder als advocaat van de wederpartij van klager in een familiegeschil. Een deel van de klachten zijn niet-ontvankelijk omdat die buiten de wettelijke termijn zijn ingediend. Voor zover al sprake was van onjuiste feiten in het verzoekschrift van verweerder, had de advocaat van klager zich daartegen kunnen verweren in die procedure.