Zoekresultaten 13441-13460 van de 13660 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0244 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09112

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0204 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 030/2009

    Patiënt had meerdere jaren wisselende klachten van HPN en andere klachten met betrekking tot gewrichten/bewegingsapparaat. Huisarts doet bloedonderzoek en onderkent een leverfunctiestoornis. Er zijn geen duidelijke aanwijzingen voor de pijnklachten van patiënt. Later blijkt deze een zeldzame variant van Kalher te hebben. Huisarts heeft gelet op betrekkelijk jonge leeftijd van patiënt, de zeldzame aard van de ziekte gelet op het brede onderzoek dat hij heeft gedaan niet tuchtrechtelijke verwijtbaar gehandeld. Klacht ongegrond. Ook de klacht die betrekking had op het niet adequaat afgeven van het medisch dossier wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0199 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/016

    De klacht betreft de behandeling van klagers zoon door diens grootvader die kinderarts is. Klager verwijt de kinderarts onder andere dat hij gedurende lange tijd aan zijn destijds 3½ jaar oude zoon Ritalin heeft voorgeschreven zonder dat voor deze medicatie een indicatie bestond. De kinderarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de kinderarts een maatregel van een waarschuwing opgelegd omdat hij de behandeling niet aan een collega heeft overgedragen toen hij wist dat beide ouders het niet eens waren over zijn beleid. Voorts is de kinderarts tuchtrechtelijk aangerekend dat hij geen medisch dossier heeft bijgehouden en de huisarts niet op de hoogte heeft gebracht van de behandeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2008/362

    De behandeling betreft de behandeling van klagers dochter. Klagers verwijten de kinderarts dat deze is tekortgeschoten in de zorg die patiënte en klagers van hem mocht verwachten onder andere door ten onrechte een melding bij het AMK te doen. De kinderarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en geoordeeld dat de kinderarts conform de vereisten van de toen geldige Meldcode had gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/024

    Klager heeft een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning ingediend. Hij verwijt de BMA-arts dat deze een onzorgvuldig medisch advies aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft uitgebracht. De BMA-arts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de BMA-arts de maatregel van een waarschuwing opgelegd onder meer omdat de motivering in het advies onvoldoende was om de conclusie te kunnen dragen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0208 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/008GZP

    Klagers verwijten de gezondheidszorgpsycholoog dat zij haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden door informatie over klagers zoontje op verzoek te verstrekken aan derden. Verweerster heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de gezondheidszorgpsycholoog de maatregel van een waarschuwing opgelegd. Zij is bij haar informatievertrekking aan een maatschappelijk werkende die werkzaam is bij een AMK onzorgvuldig te werk gegaan.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0202 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/187Vp

    De Inspecteur voor de gezondheidszorg verwijt de verpleegkundige dat hij grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond jegens een 93 jarige patiënte. De verpleegkundige heeft verweer gevoerd. Het college heeft de klacht gegrond geacht en heeft de inschrijving van de verpleegkundige geschorst voor de termijn van een jaar, doch heeft voorts bepaald dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd onder de voorwaarde dat de verpleegkundige zich binnen een proeftijd van twee jaar niet schuldig maakt aan een soortgelijk feit.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0203 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/081Vp

    Klager verwijt de gipsverbandmeester –ondanks de bevindingen van de afdeling radiologie- dat hij zijn rechter polsfractuur onzorgvuldig heeft gediagnosticeerd, en vervolgens foutief heeft behandeld. Klager verwijt de gipsverbandmeester voorts dat hij afwijzend heeft gereageerd op zijn verzoek informatie in te winnen bij de afdeling radiologie en/of de dienstdoende specialist in te schakelen. De verpleegkundige heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde dat niet als vaststaand kan worden aangenomen of de verpleegkundige bij de behandeling van klager betrokken is geweest en/of dat hij klager bij de betreffende consulten heeft gewezen op de (afwijkende) bevindingen van de afdeling radiologie. Het college oordeelde onder andere dat het niet tot de primaire taak van de verpleegkundige behoort om de diagnose te controleren.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0192 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/081

    Klacht tegen arts-assistent interne geneeskunde. Klacht gaat over medisch handelen, informatieverschaffing en overdracht aan collega. Beslissing van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is wordt in hoger beroep bevestigd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0193 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/080

    Klagers verwijten longarts onzorgvuldig en nalatig handelen bij beoordeling longfoto’s. Anders dan Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld gaat het handelen van de arts volgens het Centraal Tuchtcollege verder dan intercollegiaal overleg en is het tuchtrechtelijk toetsbaar. Arts had in de beschreven omstandigheden niet met de door hem telefonisch aan een nog onervaren arts-assistent doorgegeven beoordeling mogen volstaan. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0194 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/047

    Klager verwijt de huisarts dat hij hen met hun ernstig zieke dochtertje te lang op het consult heeft laten wachten, een onjuiste diagnose heeft gesteld en niet adequaat hebben gereageerd toen zij op de hoogte werden gesteld van het ziektebeloop (hersenontsteking). Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ten dele gegrond en legt de huisarts een waarschuwing op. Zowel de arts als de klager komen in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het principaal beroep van de arts gegrond en het incidenteel beroep van de klager ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0188 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/150

    Bij de echtgenoot van klaagster is een openhartoperatie verricht. De operatie is zonder complicaties verlopen . De patiënt is echter overleden. De cardiopulmonaal chirurg heeft als vertegenwoordiger van het ziekenhuis in de civiele procedure een aantal notities opgesteld. De arts wordt verweten dat deze notities tegenstrijdigheden en onjuistheden bevatten en dat de arts heeft bijgedragen aan het stellen van een onjuiste diagnose met als gevolg de fatale afloop. Het RTG heeft klaagster deels niet-ontvankelijk en de klacht deels ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege heeft bij tussenbeslissing de zaak tot een nader te bepalen datum aangehouden teneinde de advocaat van de arts in de gelegenheid te stellen relevante stukken te overleggen en een bij de zaak betrokken longarts als getuige te horen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0195 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/046

    Internist komt in beroep van het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht dat hij (1) ten onrechte is blijven vasthouden aan een onjuiste diagnose en (2)de patiënt en familie onheus heeft bejegend grotendeels gegrond is en van de opgelegde maatregel van waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege rekent de arts tuchtrechtelijk aan dat hij te lang is blijven vasthouden aan de aanvankelijk door hem gestelde diagnose diverticulose en dat hij de mogelijkheid van vaatlijden niet in de differentiaal diagnose heeft opgenomen en geen gericht specialistisch onderzoek heeft ingezet. Het Centraal Tuchtcollege acht het eerste onderdeel zij het op enigszins andere gronden dan het Regionaal Tuchtcollege gegrond maar acht de klacht over de bejegening ongegrond. De opgelegde maatregel van waarschuwing wordt gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0189 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/149

    Bij de echtgenoot van klaagster is een openhartoperatie verricht, De operatie is zonder complicaties verlopen. De patiënt is echter overleden. De arts assistent wordt verweten dat zij niet heeft onderkend dat er sprake was van een nabloeding, te kort is geschoten in de verslaglegging en in een civiele procedure onwaarheden heeft vermeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten als kennelijk ongegrond verworpen. Het Centraal Tuchtcollege heeft bij tussenbeslissing de zaak tot een nader te bepalen datum aangehouden teneinde de advocaat van de arts in de gelegenheid te stellen relevante stukken te overleggen en een bij de zaak betrokken longarts als getuige te horen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0196 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/002

    Internist wordt verweten onvoldoende zorg te hebben besteed aan scherpere instelling van de bloedsuikerwaarden. In beroep wordt geoordeeld dat de internist door onvoldoende in te grijpen in de daling van de bloedsuikerwaarden te kort is geschoten in de zorg jegens klaagster. Maatregel van waarschuwing

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0190 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/120

    Klager verwijt de uroloog dat hij hem op onjuiste wijze heeft geopereerd waardoor klager onnodig lang pijn heeft ervaren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat de operatie lege artis is uitgevoerd en heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep van klager verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0197 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/001

    Gynaecoloog wordt verweten onvoldoende zorg te hebben besteed aan scherpere instelling van bloedsuikerwaarden. In beroep wordt geoordeeld dat na verwijzing van patiënte naar de internist voor behandeling van hoge bloedsuikerwaarden de verantwoordelijkheid voor die behandeling in de eerste plaats bij de internist ligt. Gynaecoloog heeft mogen volstaan met het signaleren dat de bloedsuikerwaarden hoog bleven en de internist daarop te attenderen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0191 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/082

    Klacht tegen arts-assistent interne geneeskunde. Klacht gaat over (1) medisch handelen, (2) informatieverschaffing en (3) beslissing patiënte te ontslaan. In beroep bestrijden klagers het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat het tweede klachtonderdeel ongegrond is en leggen door het Regionaal Tuchtcollege onbesliste klachtonderdelen ter beoordeling aan het Centraal Tuchtcollege voor. De arts-assistent komt incidenteel in beroep tegen oordeel dat klachtonderdelen (1) en (3) gegrond zijn en tegen de opgelegde maatregel van waarschuwing. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht in alle onderdelen ongegrond is en dat de arts-assistent ten aanzien van haar handelen jegens patiënte geen tuchtrechtelijk verwijt treft. De opgelegde maatregel vervalt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0198 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2008/248

    Klager verwijt de gynaecoloog dat hij in verband met een door hem gewenste geslachtsverandering van vrouw naar man onzorgvuldig heeft geopereerd waardoor naderhand een interne bloeding is opgetreden. Hierdoor was, tegen de uitdrukkelijke afspraak in, een vervolgoperatie via de buikwand noodzakelijk. Het Regionaal Tuchtcollege legt de arts een waarschuwing op omdat hij tekortgeschoten is in zijn informatieverplichtingen. De arts komt hiertegen in hoger beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep van de arts gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0186 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 083/2009

    Klacht tegen huisarts. Klaagster heeft klachten van pijn op de borst. Zij bezoekt daarvoor haar huisarts en meerdere artsen van de huisartsenpost. Gedacht wordt aan spierpijn. Zij krijgt vervolgens een hartinfarct. Zij verwijt de huisarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en haar haar niet eerder heeft doorgestuurd naar de cardioloog. Het college is van oordeel dat, nu sprake was van atypiche klachten en klaagster bekend was met forse spanningsklachten, verweerder niet bedacht hoefde te zijn op cardiale problematiek. Klacht ongegrond.