Zoekresultaten 13441-13460 van de 13771 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0325 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 155/2008

    Klacht tegen neurochirurg over spondylodese (fixatie) van ruggewervels, waarna klaagster (vergergering van) een klapvoet heeft. De ter zitting gehoorde deskundige heeft daags na de zitting laten weten dat hij zich waarschijnlijk heeft vergist met betrekking tot een röntgenfoto die hij pal voor de zitting voor het eerst te zien kreeg. Het college bepaalt dat het onderzoek wordt heropend en de deskundige opnieuw ter zitting zal worden gehoord.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0326 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 180/2008

    Orthopedisch chirurg vaart ten onrechte blind op uitslag botscan en laat na nader overleg te voeren met radioloog en nucleair geneeskundige dan wel nader onderzoek te doen. Tumor in heupregio wordt gemist. Arts geeft in zijn verweer en ter zitting inzicht in falend handelen en heeft organisatorische maatregelen genomen teneinde vergelijkbare missers te voorkomen. Dat maakt dat volstaan wordt met een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0327 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 181/2008

    Patiënt was i.v.m. een SLE-nefritis en chronisch nierfalen onder behandeling van een internist. Klager meldde veelvuldig klachten van pijn in de heupregio en is zowel door huisarts als internist verwezen naar verweerder. Gelet op het feit dat de klachten van klager die op grond van een foto uit 2008 leken te kunnen worden toegeschreven aan een os pubisfractuur, in plaats van afgenomen, juist waren toegenomen en in het bijzonder gelet op de omstandigheid dat die uitslag van de foto niet overeenkwam met de informatie gebaseerd op een later gemaakte botscan had verweerder nader onderzoek moeten doen en klager niet uit behandeling mogen ontslaan. Klacht gegrond, Klager bleek later een grote tumor in zijn bekken te hebben, vermoedelijk gemetastaseerd niercarcinoom. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0318 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09155

    Klaagster is op zesjarige leeftijd aangereden, als gevolg waarvan zij bekkenletsel heeft opgelopen. Daarnaast bestonden bij klaagster psychische klachten waaronder een aversie tegen lichamelijk onderzoek door welke arts in welke vorm dan ook. In het kader van een verzoek van klaagster een Wajong-uitkering te krijgen heeft verweerder op verzoek van het UWV in januari 2007 klaagster gehoord en gezien. Klaagster is van mening dat verweerder tekort is geschoten in c.q. gehandeld heeft in strijd met hetgeen van hem als arts mocht worden verwacht doordat hij conclusies heeft getrokken terwijl het onderzoek niet volledig heeft kunnen plaatsvinden en daarbij ten onrechte heeft aangenomen dat klaagster wordt beperkt door haar overgewicht. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Uit het dossier en hetgeen tijdens de behandeling van de zaak naar voren is gebracht is naar het oordeel van het college gebleken dat verweerder binnen de hem door het UWV gegeven opdracht een, gelet op de omstandigheden, gedegen en zorgvuldig onderzoek heeft verricht.De klacht wordt dan ook ongegrond bevonden.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0312 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013c

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat zij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat zij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De gz-psycholoog heeft primair aangevoerd dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht en subsidiair verweer gevoerd. Het College heeft de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0319 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09166

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0313 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 007

    Klager verwijt de gz-psycholoog dat zij onaanvaardbare betrokkenheid heeft getoond bij de echtscheiding van klager en vooral dat zij klagers minderjarige kinderen heeft behandeld op een ontoelaatbare wijze en tevens zonder medeweten en toestemming van klager. De gz-psycholoog heeft primair het verweer gevoerd dat klager deels niet-ontvankelijk is en heeft voorts verweer gevoerd. Het College heeft klager ontvankelijk verklaard in zijn klacht en heeft het eerste klachtonderdeel geheel en het tweede klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond geacht. Het College heeft de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan Medisch Contact, het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht alsmede aan het tijdschrift GZ-psychologie, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0320 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09153

    Klaagster verwijt verweerder, arts, dat hij de hulpvraag van klaagster structureel heeft genegeerd en haar, ook na haar schrijven, niet te woord heeft gestaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder in zijn zorgplicht tekort is geschoten en weegt bij de op te leggen maatregel mee dat verweerder niet in het register is geregistreerd als psychiater, terwijl hij zich wel als zodanig presenteert. Volgt berisping en bepaling dat beslissing zal worden gepubliceerd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0314 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 139

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld, althans een oordeel te hebben gegeven tegenover de kinderrechter over klaagster, dit zonder haar ooit te hebben gezien of onderzocht. Ook heeft zij de verzoekschriften tot verlenging van de uithuisplaatsing gefiatteerd zonder klaagster te hebben gezien of onderzocht. Voorts verwijt klaagster de gz-psycholoog dat zij heeft gehandeld in strijd met het algemeen belang van de individuele gezondheidszorg door te weigeren haar BIG-registratie kenbaar te maken. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0321 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09134

    Klaagster verwijt verweerder, huisarts, dat hij ten aanzien van knobbeltje in de borst niet heeft gehandeld volgens NHG-Standaard. Dit heeft geleid tot uitstel van diagnose en behandeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college ziet geen reden waarom in dit geval van de richtlijn kon worden afgeweken. Klacht is (deels) gegrond; volgt waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0315 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 167

    Klager verwijt de gz-psycholoog dat hij klager niet heeft onderzocht naar diens geschiktheid voor een meerpersoonscel, voorts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en tot slot dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft het eerste en derde klachtonderdeel gegrond geacht, het tweede klachtonderdeel afgewezen. Het College heeft de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan de tijdschriften “Gezondheidszorgpsycholoog” en “De Psycholoog”, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0322 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09178

    Klaagster verwijt verweerder, huisarts, dat hij zich onder valse voorwendselen heeft voorgedaan als haar huisarts en zonder haar toestemming haar medisch dossier heeft opgevraagd en dit verder onder derden verspreid. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Verweerder maakte als huisarts deel uit van een Commissie voor Bemiddeling en Advies en had opdracht gegeven om in het kader van bemiddeling medische informatie op te vragen. Hoewel bericht van klaagster duidelijker verwoord had kunnen worden, mocht verweerder er op vertrouwen dat klaagster met haar e-mail een machtiging had verleend. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0316 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 T 222a

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij klaagsters zoon heeft onderzocht zonder toestemming van klaagster. Daarnaast had klaagster graag gezien dat de onderzoeksgegevens waren vernietigd. De gz-psycholoog heeft verweer gevoerd en o.m. aangegeven direct maatregelen te hebben genomen toen bleek dat er vooraf geen toestemming was verleend door klaagster. Het College heeft de klacht in haar geheel in raadkamer afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0310 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013a

    Klaagster verwijt de gz-psycholoog dat zij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat zij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat zij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De gz-psycholoog heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van het klachtonderdeel met betrekking tot de diagnose bij haar echtgenoot en heeft voorts de klacht voor het overige afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0323 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0973

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0317 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0996

    Klaagster verwijt verweerder dat: 1. hij voorafgaand aan de operatie slechts een vluchtig gesprek met patiënte heeft gevoerd; patiënte was het niet helemaal duidelijk wat de ingreep zou behelzen; 2. de heup door hem verkeerdis gezet, waardoor er dusdanige complicaties (infecties) optraden dat de prothese binnen 15 maanden weer verwijderd moest worden; 3. hij na de operatie patiënte slechts eenmaal gezien; verweerder heeft niet tijdig en adequaat op de complicaties gereageerd. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht het tuchtrechtelijke niet verwijtbaar dat verweerder slechts een kort informatief gesprek met patiënte heeft gevoerd alvorens haar te opereren. Onweersproken is dat patiënte op de SEH en door de opnemend orthopeed al was geïnformeerd over de aard van het letsel en de noodzaak van snel opereren met de daaraan verbonden eventuele risico’s. In het dossier is naar het oordeel van het college geen adstructie te vinden voor het standpunt van klaagster dat verweerder de heup verkeerd heeft gezet. Met betrekking tot de klacht dat verweerder patiënte na de operatie slechts één keer heeft gezien merkt het college op dat het aan de zaalarts is na de operatie de verdere begeleiding van patiënte te verzorgen. De orthopeed komt alleen als het nodig is. Bovendien is patiënte na 14 dagen overgeplaatst naar de afdeling interne. De klacht wordt op alle onderdelen ongegrond bevonden.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0311 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013b

    Klaagster verwijt de psychotherapeut dat hij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat hij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat hij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De psychotherapeut heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van het klachtonderdeel met betrekking tot de diagnose bij haar echtgenoot en heeft voorts de klacht voor het overige afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0307 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/159

    Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij tekortgeschoten is in de zorg die klager van hem mocht verwachten door onder meer hem onheus te bejegenen. De bedrijfsarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college overwoog dat de bedrijfsarts verwijtbaar onjuist had gehandeld door zich te veel door zijn irritatie te laten meeslepen en uitdrukkingen te bezigen als "u bent gek/of "u bent een idioot", en voorts geen oog te hebben voor de onderliggende problematiek van klager. Het college achtte dit handelen jegens klager laakbaar en heeft de bedrijfsarts de maatregel van een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0308 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/141

    De klacht betreft de behandeling van klaagsters moeder: verder patiënte te noemen. Patiënte was bekend met een mammacarcinoom. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onzorgvuldig jegens patiënte heeft gehandeld en geen ziekenhuisopname heeft geregeld voor het uitvoeren van euthanasie. Patiënte is overleden. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld. Dat het de huisarts niet was gelukt een opname te regelen viel hem niet aan te rekenen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0309 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/284

    Klaagster verweet de huisarts dat hij met betrekking tot de hem gemelde klachten over onder meer pijn in de buik, koorts en braken een onjuiste diagnose had gesteld. Bij opname van klaagster in het ziekenhuis is de diagnose geperforeerde appendicitis gesteld. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft geoordeeld dat de huisarts klaagster voor nader onderzoek had moeten verwijzen naar het ziekenhuis en heeft hem de maatregel van een waarschuwing opgelegd.