Zoekresultaten 141-160 van de 1481 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:33 Accountantskamer Zwolle 22/1203 Wtra AK
- Datum publicatie: 14-04-2023
- Datum uitspraak: 14-04-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:33
Klaagster heeft in 2017 een kantoortoetsing uitgevoerd en geoordeeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk van betrokkene verbetering behoeft. Betrokkene heeft in 2020 een verbeterplan ingediend, waarna klaagster in 2021 een hertoetsing heeft uitgevoerd. Klaagster stelt zich op het standpunt dat na hertoetsing het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk nog steeds niet voldoet. Daarover heeft zij een tuchtklacht ingediend. Die klacht is grotendeels gegrond. Betrokkene heeft niet voldaan aan de voorwaarde die klaagster had gesteld aan de acceptatie van het verbeterplan, namelijk dat betrokkene criteria opstelt waaruit volgt dat er periodiek een OKB wordt uitgevoerd. In een aantal toetsingsdossiers zijn tekortkomingen vastgesteld. Ook heeft betrokkene verzuimd om de monitoringsvragenlijsten tijdig in te sturen. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van 18 maanden op.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:34 Accountantskamer Zwolle 22/1195 Wtra AK
- Datum publicatie: 14-04-2023
- Datum uitspraak: 14-04-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:34
Klaagster is deels niet-ontvankelijk in haar klacht, omdat de gebeurtenissen waarover de klacht gaat te lang geleden zijn. Dat betekent dat de Accountantskamer alleen inhoudelijk oordeelt over een aantal fouten in de jaarrekening 2014 van klaagster. Die klacht is deels gegrond. Betrokkene heeft de zekerheden, die de financier had bedongen bij het aangaan van de kredietovereenkomst ten behoeve van klaagster, niet danwel in onvoldoende mate in de toelichting op de balans opgenomen en beschreven. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:32 Accountantskamer Zwolle 22/1287 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-04-2023
- Datum uitspraak: 07-04-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:32
Derde klacht tegen een accountant die werkzaam is bij een trustkantoor. Volgens klager is het trustkantoor aan te merken als accountantskantoor en had betrokkene moeten zorgdragen voor een deugdelijk kwaliteitssysteem, omdat zij als enige accountant binnen de organisatie is aan te merken als beleids- en kwaliteitsbepaler. Klager verwijt betrokkene dat zij niet heeft zorggedragen voor een deugdelijk kwaliteitssysteem, dat zij geen maatregelen heeft getroffen bij niet-integer handelen van anderen, dan wel dat zij zich hiervan niet heeft gedistantieerd, dat zij in de eerdere tuchtprocedures de Accountantskamer onjuist heeft voorgelicht en dat zij ten onrechte geen toepassing heeft gegeven aan het bepaalde in NV NOCLAR. De Accountantskamer is van oordeel dat het trustkantoor niet kwalificeert als een accountantskantoor in de zin in artikel 1 van de (destijds geldende) NVAK-aav. Omdat geen sprake is van een accountantskantoor, kan betrokkene niet worden gezien als beleids- en kwaliteitsbepaler in de zin van de toepasselijke regelgeving en is zij niet verantwoordelijk voor het kwaliteitssysteem. Daarom is het eerste klachtonderdeel ongegrond. De overige klachtonderdelen zijn niet-ontvankelijk, omdat daarover al eerder is geklaagd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:29 Accountantskamer Zwolle 22/1675 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-04-2023
- Datum uitspraak: 07-04-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:29
De klacht is ongegrond. Betrokkene wordt verweten de goede naam van klager in telefoongesprekken met oud-klanten van het kantoor te hebben aangetast. Wat in de telefoongesprekken door betrokkene is gezegd staat echter niet vast. Daarom is het verwijt niet gegrond. Betrokkene was niet gehouden klager eerst te horen over de door hem van een derde verkregen informatie alvorens een nader onderzoek in te stellen. Dat betrokkene niet de waarheid heeft gesproken over de reden van zijn vertrek bij zijn vorige werkkring is niet aannemelijk gemaakt. Het tuchtrecht strekt zich in beginsel niet uit tot het gebruikelijke sociaal verkeer tussen twee nieuwe collega’s.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:30 Accountantskamer Zwolle 22/1860 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-04-2023
- Datum uitspraak: 07-04-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:30
De maatschap waaraan betrokkene was verbonden had een vordering op een derde. In verband daarmee had die derde aan de maatschap een pandrecht op haar vorderingen gegeven. Tot die verpande vorderingen behoorden vorderingen op twee vennootschappen van klager. De maatschap is in 2015 een civiele procedure tegen klager gestart teneinde betaling van de vorderingen van de derde op klager te krijgen. Volgens klager heeft de maatschap excessief en onrechtmatig aan de derde (de pandgever) gedeclareerd en betrokkene wist dat. Klager verwijt betrokkene dat zij desondanks ermee heeft ingestemd dat de maatschap incassomaatregelen jegens zijn vennootschappen heeft genomen. Ook verwijt klager betrokkene dat zij jaarrekeningen van haar twee vennootschappen niet op tijd heeft gepubliceerd. Het klachtonderdeel over de te hoge declaraties en de inning van de verpande vorderingen is verjaard en overigens ongegrond. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de maatschap excessief en onrechtmatig heeft gedeclareerd. Het klachtonderdeel over de schending van de publicatieplicht is wel gegrond. Betrokkene had de jaarrekeningen op tijd moeten publiceren. Een waarschuwing is in dit geval op haar plaats.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:31 Accountantskamer Zwolle 22/1740 Wtra AK
- Datum publicatie: 07-04-2023
- Datum uitspraak: 07-04-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:31
Het Openbaar Ministerie verwijt betrokkene in vervolg op de tegen hem aanhangig gemaakte strafzaak, dat hij facturen in de administraties van zijn vennootschappen heeft opgemaakt, opgenomen en/of heeft betaald, hoewel de omschrijvingen op die facturen niet kloppen met de werkelijkheid. Betrokkene is strafrechtelijk veroordeeld, maar heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld dat nog moet worden behandeld. De Accountantskamer oordeelt dat betrokkene eraan heeft meegewerkt en geaccepteerd dat gedurende een ruime periode (2013 t/m 2017) in totaal twaalf facturen in het maatschappelijk verkeer zijn gebracht die valse informatie bevatten en daardoor in ernstige mate de fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit heeft geschonden. De inschrijving van betrokkene als accountant moet daarom worden doorgehaald en betrokkene mag zich pas na 10 jaar eventueel opnieuw inschrijven.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:28 Accountantskamer Zwolle 22/1231 Wtra AK
- Datum publicatie: 03-04-2023
- Datum uitspraak: 03-04-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:28
Betrokkene was jarenlang de accountant van een familiebedrijf. Tussen de beide vennoten is een conflict ontstaan. Er is een verdeling van de onroerende goederen en van de aandelen in het familiebedrijf besproken. Klagers zijn van mening dat betrokkene bij deze verdeling vooral het belang van de mede-vennoot heeft gediend. Daarnaast heeft betrokkene financiële informatie over het familiebedrijf niet met klagers als bestuurder / aandeelhouder willen delen. De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond, omdat betrokkene zijn rol in het conflict onvoldoende duidelijk heeft gemaakt, waardoor een bedreiging van zijn objectiviteit is ontstaan. Hij heeft die bedreiging onvoldoende onderkend en ten onrechte een maatregel daartegen achterwege gelaten. Ook had betrokkene de financiële informatie, waarop klagers als bestuurder van het familiebedrijf recht heeft, moeten verstrekken. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:26 Accountantskamer Zwolle 22/927 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-03-2023
- Datum uitspraak: 31-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:26
Betrokkene heeft in het kader van een procedure over de verdeling van pensioenrechten naar aanleiding van een echtscheiding, op verzoek van de advocaat van een van beide partijen in deze procedure een rapportage opgesteld. Het doel van deze rapportage was om in kaart te brengen of het verrichten van de ondernemingsactiviteiten van de ene echtgenoot in een eenmanszaak voorzienbaar nadelig is geweest voor de B.V. waarin de pensioenverplichting aan de andere echtgenoot was ondergebracht. De klacht is gedeeltelijk gegrond. Betrokkene heeft een eenzijdig rapport opgesteld, met aannames die op zijn minst genomen discutabel zijn, zonder inzicht te verschaffen in (de cijfermatige gevolgen van) mogelijke alternatieven. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en van objectiviteit. Aan hem wordt de maatregel van tijdelijke doorhaling van de inschrijving voor de duur van één maand opgelegd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:27 Accountantskamer Zwolle 22/1684 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-03-2023
- Datum uitspraak: 31-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:27
Klaagster heeft € 25.000 aan het kantoor van betrokkene uitgeleend. Betrokkene heeft zich hoofdelijk verbonden tot terugbetaling van die geldlening. Klaagster stelt dat betrokkene haar vertrouwen heeft misbruikt en heeft nagelaten te waarschuwen voor de risico’s die kleven aan de overeenkomst van geldlening. Toen zij de uitgeleende som opeiste, ging betrokkene niet direct tot betaling over. In dat kader klaagt klaagster erover dat betrokkene onprofessioneel heeft gehandeld. De Accountantskamer verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk, en deels ongegrond. Betrokkene had een voldoende aanvaardbare reden voor de niet onmiddellijke terugbetaling van de geldlening, zodat hij voldoende professioneel heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:25 Accountantskamer Zwolle 22/1426 Wtra AK 22/1446 Wtra AK
- Datum publicatie: 31-03-2023
- Datum uitspraak: 31-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:25
Klager en betrokkene zijn werkzaam geweest bij dezelfde accountantsorganisatie. Volgens klager heeft betrokkene een onvoorzien verlies in een project afgeboekt op een code van een ander project en heeft betrokkene het afgeboekte verlies in rekening gebracht bij de opdrachtgever. Klacht na zitting ingetrokken, geen algemeen belang.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:22 Accountantskamer Zwolle 22/1253 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-03-2023
- Datum uitspraak: 27-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:22
Klagers hebben een klacht ingediend tegen een voormalige zakenpartner, die destijds accountant in business was en op haar huisadres post ontving voor de onderneming van klagers. Volgens klagers heeft zij aangeboden om als vriendendienst de boekhouding en de financiën van klagers onderneming te verzorgen, waaronder het deponeren van jaarrekeningen, wat zij niet heeft gedaan. Daardoor kregen klagers ambtshalve aanslagen en boetes opgelegd. Ook zou zij zonder toestemming belastingaangifte hebben gedaan voor de onderneming, een belastingteruggave hebben ontvangen en correspondentie van de belastingdienst en de Kamer van Koophandel hebben achtergehouden. De accountant ontkent de afspraak. Zij kan zich geen belastingaangifte of ontvangst voor deze onderneming herinneren. Zij heeft geen post achtergehouden. De Accountantskamer oordeelt dat klagers hebben hun beweringen niet aannemelijk hebben gemaakt. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:23 Accountantskamer Zwolle 22/1688 Wtra AK 22/1689 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-03-2023
- Datum uitspraak: 27-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:23
Klager heeft vanaf 2011 met zijn vader een vennootschap onder firma (vof) gevoerd. In 2020 heeft klager besloten om uit te treden uit de vof. Tussen klager en zijn vader is vervolgens een geschil ontstaan over de financiële ontvlechting van de vof. Klager stelt zich op het standpunt dat in de door betrokkenen samengestelde jaarrekeningen ten onrechte een winstverdelingspercentage is gehanteerd dat afwijkt van wat hierover in de vennootschapsovereenkomst is vermeld. Ook vindt klager dat de accountant zich niet onafhankelijk en objectief heeft opgesteld en zich alleen heeft laten leiden door het belang van één van de vennoten. De klacht is ongegrond. Betrokkenen hebben toegelicht dat het de bedoeling van partijen was om flexibiliteit te hebben bij de winstverdeling en om vooralsnog een ander winstverdelingspercentage toe te passen. De vennootschapsovereenkomst liet hier ruimte voor. De jaarrekening en de winstverdeling zijn jaarlijks met klager besproken. Het had op zijn weg gelegen om de winstverdeling aan de orde te stellen indien hij meende dat deze onjuist was weergegeven in de conceptjaarrekening. De accountant heeft bij het ontstaan van het conflict een bedreiging van zijn objectiviteit gezien en heeft daarvoor een passende maatregel getroffen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:24 Accountantskamer Zwolle 22/445 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-03-2023
- Datum uitspraak: 27-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:24
Tussen klaagster en betrokkene heeft een affectieve relatie bestaan. Aan die relatie is een einde gekomen, nadat klaagster had ontdekt dat betrokkene tevens een relatie had met een andere vrouw. Klaagster stelt dat betrokkene haar gedurende hun relatie heeft gebruikt en misleid, en dat hij gebruik heeft gemaakt van haar kwetsbaarheid. Bovendien was hij als accountant betrokken bij de afwikkeling van het testament van klaagsters overleden echtgenoot, bij zakelijke transacties van haar besloten vennootschap en bij het opstellen van haar testament, wat volgens klaagster tot belangenverstrengeling had kunnen leiden. Ook zou betrokkene grote sommen geld in contanten en douceurtjes van klaagster hebben aangenomen en zonder klaagsters toestemming gebruik hebben gemaakt van haar pinpas. De klacht is deels gegrond. Aan betrokkene wordt de maatregel van berisping opgelegd. Betrokkene heeft als accountant niet de vereiste professionele distantie tot een cliënte bewaard en hij heeft rollen vermengd en overschreden door een jarenlange affectieve relatie met klaagster aan te gaan terwijl hij ook haar zakelijke belangen behartigde. Ook heeft betrokkene onprofessioneel gehandeld door druk uit te oefenen op klaagster om haar ertoe aan te zetten om niet de waarheid te vertellen over het bestaan van hun affectieve relatie. Betrokkene heeft hierbij zijn eigen belang vooropgesteld en hij heeft er geen rekening mee gehouden dat klaagster in een kwetsbare positie verkeerde.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:21 Accountantskamer Zwolle 22/941 Wtra AK 22/942 Wtra AK 22/944 Wtra AK
- Datum publicatie: 24-03-2023
- Datum uitspraak: 24-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:21
Betrokkene heeft een samenstellingsopdracht aanvaard van een controleplichtige onderneming, terwijl het hem duidelijk was dat de cliënt zich aan de controleplicht zou onttrekken. Ook is de klacht dat de jaarrekening inhoudelijke fouten bevat gegrond. De Accountantskamer legt aan betrokkene de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.De klacht tegen een tweede betrokkene in hetzelfde samenstellingsdossier is ook gegrond. De Accountantskamer vindt dat hij niet eerlijk is geweest over zijn rol en legt aan hem ook de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op. De klacht tegen een derde betrokkene is ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:20 Accountantskamer Zwolle 22/642 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-03-2023
- Datum uitspraak: 10-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:20
Klager was tot 1 juli 2021 partner van een accountantsorganisatie. Volgens klager is hem onrecht aangedaan nadat hij in september 2018 zijn voormalig leidinggevende had beschuldigd van schending van mededingingsrecht. Die zou hem daarom hebben bedreigd en geïntimideerd. Klager heeft van de schending en de intimidatie melding gedaan. Klager vindt dat betrokkene hem als klokkenluider had moeten behandelen. Als klokkenluider had klager niet ten gevolge van zijn melding benadeeld mogen worden. De vergoedingen van klager over de periode 2017/2018 en 2019/2020 zijn echter met medewerking van betrokkene gekort en uiteindelijk is de partnershipovereenkomst met klager opgezegd. De klacht is ongegrond. Betrokkene kan niet met succes worden verweten dat de melding door klager niet conform de Klokkenluidersregeling van de accountantsorganisatie is behandeld. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij betrokkene al in 2018 over de beweerdelijke misstanden heeft geïnformeerd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:17 Accountantskamer Zwolle 22/1811 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-03-2023
- Datum uitspraak: 10-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:17
Gegronde klacht, tijdelijke doorhaling van twee weken. Klaagsters waren met hun eenmanszaken klant van betrokkene. Ook de vof van hun vader en zijn twee broers (ooms van klaagsters) waren klant van betrokkene. De vader van klaagsters is in 2019 overleden, waarna de ooms de vof hebben voortgezet. Tussen klaagsters en de ooms is een geschil ontstaan over de waarde van het aandeel van hun vader in de vof. Betrokkene is de accountant van zowel klaagsters als de ooms gebleven. Klaagsters verwijten betrokkene dat hij geen maatregelen heeft genomen om de bedreiging van zijn objectiviteit weg te nemen, dat hij de stukken waar klaagsters om hebben gevraagd niet (tijdig) heeft afgegeven, dat hij zonder toestemming van klaagsters een onjuiste jaarrekening 2019 van de vof heeft samengesteld, dat hij zonder toestemming van klaagsters een onjuiste aangifte IB 2019 van vader heeft ingediend bij de Belastingdienst en dat hij zonder toestemming vertrouwelijke stukken van klanten aan derden heeft verstrekt. De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene niet tijdig heeft onderkend dat de tegengestelde belangen van klaagsters en de ooms een (mogelijke) bedreiging van zijn objectiviteit vormden. Deze bedreiging ontstond al op het moment van overlijden van vader. Betrokkene had daarnaast niet kunnen volstaan met de toezending van de conceptjaarrekening 2019 aan klaagsters. Betrokkene had aan klaagsters tekst en uitleg moeten geven over de waarderingsgrondslagen in de conceptjaarrekening 2019, omdat deze jaarrekening ook voor hen als erfgenamen van hun vader van belang is. Ook heeft hij zonder toestemming van klaagsters de aangifte IB van vader ingediend bij de Belastingdienst en heeft hij zonder toestemming vertrouwelijke stukken van andere klanten van het accountantskantoor gedeeld met de advocaat van de ooms.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:18 Accountantskamer Zwolle 22/830 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-03-2023
- Datum uitspraak: 10-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:18
Klager is van mening dat betrokkene naar aanleiding van zijn twee meldingen van beweerdelijke misstanden ten onrechte niet in actie is gekomen. De Klokkenluidersregeling had gevolgd moeten worden. Ook heeft betrokkene ten onrechte niet aan klager bevestigd dat een eerder onderzoek door een advocatenkantoor naar de gemelde misstanden onjuist, onvolledig en misleidend is geweest. De klacht is ongegrond omdat betrokkene bij de afhandeling van beide meldingen niet betrokken is geweest en daarop dus niet tuchtrechtelijk kan worden aangesproken. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat het onderzoek door het advocatenkantoor ondeugdelijk was. De Accountantskamer ziet ook niet in, als het onderzoek ondeugdelijk was, op grond waarvan betrokkene dat aan klager had moeten bevestigen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:19 Accountantskamer Zwolle 22/1302 Wtra AK
- Datum publicatie: 10-03-2023
- Datum uitspraak: 10-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:19
Ongegronde klacht. De betrokken accountant verzorgde voor klagers de btw-aangiften en de aangiften IB met de daarbij behorende winstbijlage. Klagers hebben in januari 2022 aan betrokkene laten weten dat zij afscheid van hem gaan nemen. Klagers verwijten betrokkene dat hij de aangiften IB 2021 niet heeft verzorgd en ingediend bij de Belastingdienst, dat hij hun dossier niet heeft overgedragen aan hun nieuwe boekhouder en dat hij niet heeft gereageerd op vragen en verzoeken. De Accountantskamer overweegt dat klagers in hun opzegging duidelijk te kennen hebben gegeven dat betrokkene alleen nog het vierde kwartaal van 2021 hoefde te verzorgen, wat hij ook heeft gedaan. Daarom kan betrokkene niet worden verweten dat hij geen werkzaamheden heeft verricht met betrekking tot de aangiften IB 2021. Daarnaast hadden klagers via het online boekhoudprogramma zelf toegang tot hun dossier en heeft betrokkene in september 2022 alsnog een back-up van dit dossier naar klagers laten sturen. Betrokkene heeft op de e-mails van klagers gereageerd en telefonisch heeft zijn assistent hen steeds te woord gestaan. Klagers hebben niet aannemelijk gemaakt dat betrokkene geen telefonisch contact met de opvolgend boekhouder heeft gehad. Daarom kan ook niet worden vastgesteld dat betrokkene met betrekking tot het verzoek van deze opvolgend boekhouder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:16 Accountantskamer Zwolle 22/531 Wtra AK 22/532 Wtra AK 22/533 Wtra AK 22/534 Wtra AK 22/535 Wtra AK 22/1374 Wtra AK 22/1375 Wtra AK 22/1376 Wtra AK 22/1377 Wtra AK 22/1378 Wtra AK
- Datum publicatie: 03-03-2023
- Datum uitspraak: 03-03-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:16
Klager was vennoot van een vof met twee vennoten. Hij is van mening dat zijn medevennoot, die de administratie van de vof voerde, fraude heeft gepleegd en zichzelf ten nadele van klager heeft bevoordeeld. Volgens klager hadden de accountants, die de jaarrekeningen van de vof hebben samengesteld, dat moeten zien. De accountants hebben hem over de fraude niet behoorlijk te woord gestaan en zijn vragen over hun declaraties niet naar behoren beantwoord. Zij hebben in de ontstane wrijving tussen de vennoten geen bedreiging gezien. Wie de vof mocht vertegenwoordigen hebben zij niet vastgesteld. Aan de ex-vennoot zijn ten onrechte de LOR 2015, met een valse handtekening van klager, en de LOR 2016, bestaande uit twee A4’tjes die niet bij elkaar horen, afgegeven. De klachten zijn ongegrond. De klachten zijn niet of onvoldoende toegelicht en onderbouwd en missen een grondslag in de feiten. Klager heeft de door hem overgelegde stukken niet toegelicht. Betrokkenen hebben de klachten gemotiveerd tegengesproken.
-
ECLI:NL:TACAKN:2023:15 Accountantskamer Zwolle 22/1013 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-02-2023
- Datum uitspraak: 27-02-2023
- ECLI:NL:TACAKN:2023:15
Betrokkene is bestuurslid en penningmeester van een stichting, een vermogensfonds dat financiële steun verleent aan initiatieven die erop gericht zijn om de leefomstandigheden van mensen met een verstandelijke beperking te verbeteren. Een aantal erfgenamen van een verstandelijk beperkte vrouw, uit en via wier vermogen aanzienlijke bedragen zijn geschonken en nagelaten aan de stichting, voert een civiele procedure over haar nalatenschap tegen de stichting. De nabestaanden hebben vragen gesteld over het beheer van het vermogen van de stichting en over de jaarrekeningen van de stichting. De klacht is gegrond voor zover deze betrekking heeft op de publicatie van deels onjuiste kerngetallen op de website van de stichting. Betrokkene is daarvoor als bestuurslid en penningmeester verantwoordelijk. Hij heeft in onvoldoende mate toezicht gehouden op de werkzaamheden van de administrateur die de onjuiste cijfers op de website had gepubliceerd. Aan de accountant wordt hiervoor de maatregel van waarschuwing opgelegd. Voor het overige is de klacht ongegrond.