Zoekresultaten 2701-2720 van de 2808 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-226/AL/GLD
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:135
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen een lid van de Raad van de Orde. Verweerster heeft een deel van het onderzoek naar klagers klacht gedaan. Zij heeft daarbij niet opgetreden op eigen titel, maar alleen namens en onder verantwoordelijkheid van de deken. Klacht daarom kennelijk niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:44 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/730366 / DW RK 23/67 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:44
Klacht deels gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. De kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarders, mede gelet op de hoogte van de vordering en het feit dat het beslag op een onroerend goed het gevorderde bedrag dekt, met het leggen van de (extra) beslagen op een ander pand van klager, buitenproportioneel beslag hebben gelegd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5679
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:115
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerster is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerster in de kern dat zij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college overweegt als volgt. Het college stelt vast dat verweerster op 8 november 2022 enkel een vervolgvraag heeft gesteld om meer duidelijkheid over de situatie van klaagster te verkrijgen. Dat betekent niet dat zij klaagster niet serieus nam in haar hulpvraag. Verder heeft zij op 15 november 2022 een adequate behandeling ingezet voor de verschillende klachten van klaagster. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerster geen verwijt worden gemaakt. Voor het handelen van de andere huisartsen is zij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5771
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:109
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster krijgt sinds 2018 morfine voorgeschreven. Meerdere pogingen tot afbouw van de morfine zijn mislukt en klaagster is juist steeds meer morfine gaan gebruiken. Toen klaagster op enig moment om extra morfine verzocht, heeft de huisarts dat geweigerd. Klaagster neemt de huisarts vooral zijn manier van communiceren kwalijk: hij heeft haar geen uitleg gegeven en een gesprek was ook niet meer mogelijk.Gezien de door partijen geschetste gesprekken en pogingen tot afbouw kan het college het besluit van de huisarts om geen extra morfine voor te schrijven begrijpen, ook gezien het ontbreken van een medische indicatie. De vraag ligt voor of de huisarts die weigering voldoende heeft toegelicht. Hoewel het netjes was geweest als hij dat uitgebreider had gedaan, levert het feit dat de huisarts dat heeft nagelaten naar het oordeel van het college in dit geval geen tuchtrechtelijk verwijt op. Het college kan volgen dat de huisarts aannam dat klaagster begreep waarom zij geen extra morfine kreeg. Dat neemt niet weg dat het hier gaat om een kwetsbare patiënte met een moeilijke behandeling. In het mondeling vooronderzoek heeft de huisarts zelf ook toegegeven dat een toelichting op zijn weigering op zijn plaats was geweest. Het college vindt dit ook, maar acht deze tekortkoming onder de gegeven omstandigheden onvoldoende om de huisarts hierop tuchtrechtelijk aan te spreken. Daarbij weegt het college mee dat de situatie met klaagster, bij wie ondanks de inzet van de huisarts en zijn collega het morfinegebruik door de jaren heen eerder toenam dan afnam, tot onmacht en frustratie leidde bij de huisarts. De klacht is ongegrond. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6384
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 16-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:56
Klacht tegen huisarts. De zoon van klagers is door suïcide overleden. Klagers stellen dat de huisarts hun zoon in de periode voorafgaand aan de suïcide adequate hulp en medische behandeling heeft onthouden en hem ten onrechte niet heeft doorverwezen.Het college oordeelt dat de huisarts de klachten serieus heeft genomen en voldoende onderzoek heeft gedaan. Er waren geen aanwijzingen voor (zeer) ernstige suïcidaliteit op grond waarvan onmiddellijk ingrijpen geboden was. Van het onthouden van adequate hulp en medische behandeling is niet gebleken.De huisarts heeft de zoon van klagers vanaf de eerste hulpvraag vier keer persoonlijk gezien en gesproken, hem tot tweemaal toe doorverwezen en zich ook meerdere keren ingespannen die verwijzingen vlot(ter) te laten verlopen. Het college verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6379
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:50
Klacht tegen een gz-psycholoog. Klager werd op basis van een opgelegde TBS met dwangverpleging opgenomen in een TBS-kliniek. De gz-psycholoog is als supervisor betrokken geweest bij het door een basispsycholoog uitgevoerde instroomonderzoek. Klager is het niet eens met de gestelde diagnose “ongespecificeerde schizofrenie” en vindt dat de gz-psycholoog als supervisor voor deze diagnose verantwoordelijk is. Het college komt tot het oordeel dat de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6201
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:110
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager is ontevreden over de zorg die hij van de huisarts heeft ontvangen. Hij verwijt de huisarts dat zij hem niet heeft doorverwezen voor een third opinion, dat zijn medisch dossier niet op orde is en dat zij de behandelrelatie eenzijdig heeft beëindigd. Het college overweegt dat, nadat de MDL-arts in het kader van een verwijzing voor een second opinion, de eerdere diagnose van prikkelbare darm syndroom bij klager had bevestigd, de huisarts terecht de verwijzing voor een third opinion heeft geweigerd. Dat klager een verwijzing vroeg voor dezelfde klacht, vormt voor een huisarts een gegronde reden om die verwijzing te weigeren. Het college heeft verder geconstateerd dat het medisch dossier van klager op orde lijkt. Dat een brief van het ziekenhuis niet juist geadresseerd is, kan de huisarts niet verweten worden. Het college overweegt ten slotte dat uit de stukken van het dossier niet blijkt dat de huisarts de behandelrelatie zou hebben beëindigd. Klager was ten tijde van het indienen van het klaagschrift nog steeds ingeschreven in de praktijk van de huisarts. De klacht is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2024:13 Accountantskamer Zwolle 23/2563 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TACAKN:2024:13
Betrokkene heeft een rentabiliteitswaardeberekening van een onderneming gemaakt zonder Standaard 5500N te hebben toegepast op de aanvaarding en de uitvoering van de opdracht en de rapportage. De waardeberekening is gebaseerd op positieve prognoses van het management die betrokkene niet voldoende professioneel-kritisch heeft beschouwd. Ook heeft betrokkene een samenstellingsverklaring bij een jaarrekening van de betreffende onderneming afgegeven hoewel hij wist dat de schuld aan de bank daarin onjuist was gepresenteerd als schulden aan leveranciers en handelskredieten. Betrokkene heeft meerdere fundamentele beginselen geschonden. De inschrijving van betrokkene moet voor de duur van één maand worden doorgehaald.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6293
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:51
Klacht tegen een gz-psycholoog. Klager verblijft in een TBS-kliniek. Daarvoor verbleef klager in een andere TBS-kliniek. De gz-psycholoog is als regiebehandelaar betrokken geweest bij de behandeling van klager in de tweede kliniek. Klager is het niet eens met de in de eerste kliniek gestelde diagnoses en beschreven bevindingen en hij verwijt de gz-psycholoog dat zij onwaarheden heeft overgenomen. Hij verwijt de gz-psycholoog ook dat ten onrechte is overgegaan tot behandeling met dwangmedicatie (ook wel a-dwangbehandeling). Het college komt tot het oordeel dat de gz-psycholoog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:137 Hof van Discipline 's Gravenhage 240067 en 240079
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:137
Klager is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep omdat hij in het beroepschrift noch elders in de gedingstukken uiteen heeft gezet op welke gronden de beslissing van de raad onjuist zou zijn (artikel 56 lid 3 Advocatenwet).
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6380
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:52
Klacht tegen een psychiater. Begin 2023 werd klager van de TBS-kliniek waar hij verbleef overgeplaatst naar een opvolgende TBS-kliniek. Klager verwijt de psychiater dat hij als hoofd van de inrichting zijn beroepsgeheim heeft geschonden door het verpleegdedossier met daarin informatie over de behandeling van klager over te dragen naar de opvolgende TBS-kliniek. Het college komt tot het oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:138 Hof van Discipline 's Gravenhage 240065
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:138
Beroep tegen een door de raad niet-ontvankelijk verklaard verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6381
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:53
Klacht tegen een psychiater. Klager verblijft in een TBS-kliniek. De psychiater heeft een second opinion uitgebracht in het kader van het voornemen te starten met een gedwongen behandeling met medicatie. Klager verwijt de psychiater dat hij niet onafhankelijk was, dat zijn conclusies onvoldoende zijn onderbouwd en dat hij het voorstel van de behandelend psychiater heeft bevestigd zonder dit te toetsen. Het college komt tot het oordeel dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:54 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6671
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:54
Klacht gaat over een consult van de elf maanden oude zoon van klagers op het consultatiebureau. De verpleegkundige had zorgen over de ontwikkeling van de zoon van klagers en heeft een arts gevraagd mee te kijken. Klagers verwijten de verpleegkundige dat zij onjuiste en/of irrelevante informatie in het dossier heeft opgenomen, onjuiste feitelijke informatie deelt met collega’s, feitelijke informatie uit het dossier heeft weggehouden en dat zij het dossier nog heeft bijgewerkt toen de zorg al was overgedragen. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ontvankelijk is, maar kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6626
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:108
Ongegronde klacht tegen een SEH-arts. De SEH-arts vermoedt een mogelijk onveilige thuissituatie na een incident rondom een twaalfjarig meisje en gaat over tot melding bij Veilig Thuis. Vader en moeder zijn gescheiden en hebben beiden ouderlijk gezag; vader, de klager, wordt pas achteraf per brief over de melding geïnformeerd. Hij acht dit in strijd met de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en maakt ook anderszins bezwaar tegen de melding.Volgens klager heeft de SEH-arts haar informatieplicht jegens hem geschonden door hem alleen te informeren over de melding en niet over het incident zelf en de daarop volgende onderzoeken/behandelingen. De SEH-arts heeft aangevoerd dat er geen medische beslissing hoefde te worden genomen, zodat het haar niet vrij stond om zonder toestemming van de twaalfjarige dochter informatie over haar met klager te delen.Naar het oordeel van het college is het in beginsel de taak van de ouder die met een kind een zorgverlener bezoekt, om de andere ouder daarover te informeren, ook in het geval, zoals hier, dat de ouders gescheiden zijn. Mede gelet op het feit dat de medische situatie van de dochter daar niet toe noopte, was er voor de SEH-arts geen reden om van dit uitgangspunt af te wijken en uit eigen beweging met klager meer medische informatie te delen dan het feit dat zij een melding bij Veilig Thuis had gedaan. Dit klachtonderdeel is ongegrond. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6291
- Datum publicatie: 17-05-2024
- Datum uitspraak: 14-05-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:55
Klacht tegen orthopedisch chirurg, deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond. Klager is in 2015 onder behandeling gekomen bij verweerder in verband met pijnklachten aan beide schouders. Verweerder heeft eind 2015 de rechterschouder van klager geopereerd. Klager hield pijnklachten. Verweerder heeft een conservatief beleid ingezet en besloten om af te zien van nog een operatie, maar daar was klager het niet mee eens. Na een second opinion is klager wel weer geopereerd door een andere chirurg, waarna de pijnklachten aan de linkerschouder minder zijn geworden. Klager verwijt verweerder dat hij een onjuiste behandeling heeft ingezet en nalatig is geweest bij de doorverwijzing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:87 Raad van Discipline Amsterdam 23-913/A/A
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:87
Raadsbeslissing; klacht over de advocaat van de wederpartij deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk. Geen sprake van een schending van gedragsregel 15, want er heeft tussen klager en verweerder geen advocaat-cliënt relatie bestaan. Evenmin kan worden vastgesteld dat verweerder getuigen zou hebben beïnvloed of zich niet onafhankelijk heeft opgesteld. Van het handelen in strijd met de gedragsregels 2 en 22 is daarom evenmin sprake. Ook is niet gebleken dat verweerder bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, daarom is ook geen sprake van het handelen in strijd met gedragsregel 8. Of en op welke wijze de genoemde financiële constructies toelaatbaar waren, is een kwestie tussen verweerder en zijn cliënt. Klager staat daarbuiten. Daarom is klager ten aanzien van dat klachtonderdeel niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:130 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-065/AL/NN
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:130
Raadsbeslissing. De klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een precaire familiezaak is ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:136 Hof van Discipline 's Gravenhage 230241, 230242 en 230247
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:136
Verzet. Klagers hebben klachten ingediend tegen verweerder in zijn hoedanigheid van deken in het arrondissement Limburg. Zij hebben de voorzitter van het hof verzocht deze klachten voor onderzoek en afhandeling door te verwijzen naar een andere deken. De voorzitter heeft het verzoek afgewezen omdat sprake zou zijn van misbruik van klachtrecht. Klagers hebben daartegen verzet ingesteld. In deze procedure gaat het om de vraag of klagers in hun verzet ontvankelijk zijn en de voorzitter verwijzing van de klachten heeft kunnen en mogen weigeren. Het hof acht klagers ontvankelijk in hun verzet en oordeelt dat de voorzitter in deze zaken artikel 46c lid 5 Advocatenwet ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten. Het hof verwijst de klachten voor verder onderzoek naar een andere deken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2024:88 Raad van Discipline Amsterdam 23-914/A/A
- Datum publicatie: 16-05-2024
- Datum uitspraak: 06-05-2024
- ECLI:NL:TADRAMS:2024:88
Raadsbeslissing; klacht over advocaat van de wederpartij in alle onderdelen ongegrond. Verweerder heeft gehandeld gelet op de hem als advocaat toekomende vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 135
- Pagina: 136
- Pagina: 137
- ...
- Pagina: 141
- Volgende pagina zoekresultaten