Zoekresultaten 2241-2260 van de 2378 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:137 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-259/AL/MN
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:137
Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Op grond van het klachtdossier kan niet worden vastgesteld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerder heeft klaagster uitgelegd waarom hij de opdracht van klaagster heeft neergelegd en dat heeft verweerder bovendien tijdig en zorgvuldig gedaan. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:138 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-702/AL/MN
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:138
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:139 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-708/AL/MN
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:139
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Klaagster stelt dat verweerster grievende en onjuiste uitlatingen heeft gedaan. De raad heeft deze klacht in alle onderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:68 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-088/DB/ZWB
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:68
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat in een stafrechtelijke procedure ongegrond. Klacht over de strafrechtelijke procedure uit 2007 en getuigenverhoren van 3 juni 2020 niet-ontvankelijk gelet op de vervaltermijn van drie jaar. Klacht voor het overige ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door geen schorsingsverzoek in te dienen, omdat dat volgens hem geen kans van slagen had. Ook mocht verweerder zich op de pro-formazitting laten vervangen door een collega. De raad betrekt daar ook bij dat pro-formazittingen worden gepland door de Rechtspraak zonder overleg met de advocaten van verdachten en nog niet over de inhoud van de zaak gaan. Het is om die reden dan ook niet ongebruikelijk in de strafrechtadvocatuur dat advocaten voor elkaar waarnemen tijdens een pro-formazitting. Niet gebleken dat verweerder zich onbereikbaar hield. Uit de correspondentie van verweerder met de opvolgend advocaat blijkt dat verweerder juist contact probeerde te zoeken met klager. Verder volgt de raad klager niet in zijn klacht dat klager niet wist wat de onderzoekswensen waren en dat hij daar niet achter zou staan, gelet op zijn verklaring po de pro-formazitting. Tot slot kan de raad niet vaststellen of verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door geen contact met de Inspectie Justitie en Veiligheid op te nemen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:139 Hof van Discipline 's Gravenhage 230025
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:139
Het gaat om een klacht tegen de eigen advocaat. Verweerder zou klager bijstaan in een geschil met zijn buurman. Verweerder heeft gaandeweg de periode dat hij klager bijstond onduidelijkheid laten bestaan over de vraag waar hij mee bezig was. Klager wist niet waar hij aan toe was. Nadat klager had gedreigd met een klacht heeft verweerder zich onttrokken aan de zaak. Verweerder heeft berust in het oordeel dat hij tekort is geschoten in deugdelijk vastleggen van belangrijke informatie. Verweerder valt verder geen verwijt te maken dat hij zich heeft onttrokken aan de zaak.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:69 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-909/DB/ZWB
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:69
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een civielrechtelijk geschil. Klachtonderdeel a) niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem-beginsel. Klacht voor het overige ongegrond. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een nog niet onherroepelijk vonnis te executeren. Ook mocht verweerder een faillissementsverzoek doen, ondanks de afspraak om de executie van een garagebox en appartementsrechten op te schorten. Verweerder heeft het beslag niet tijdig opgeheven, maar dit wordt onder de gegeven omstandigheden niet als tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. Tot slot mocht verweerder ter zitting van de raad overbrengen dat klagers fysieke bezoek op zijn collega’s als intimiderend overkwam.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5737
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 22-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:120
Kennelijk ongegronde klacht tegen een neurochirurg. De neurochirurg heeft klager geopereerd aan een kanaalstenose op twee plaatsen in de wervelkolom. Klager is niet tevreden over het resultaat van de operatie. Een aantal weken na de operatie kreeg klager progressief krachtsverlies in zijn rechteronderbeen en een balansstoornis. Het college vindt dat de neurochirurg de operatie naar behoren heeft uitgevoerd en de klachten aan klagers rechterbeen geen verband houden met het resultaat van de door hem uitgevoerde operatie. Tijdens de operatie is voldoende materiaal verwijderd om het beoogde effect te sorteren. De neurochirurg heeft er voorts juist aan gedaan door klager bij de nieuwe klachten aan zijn rechterbeen eerst naar zijn behandelende neuroloog te verwijzen voor hernieuwde diagnostiek. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:140 Hof van Discipline 's Gravenhage 230013
- Datum publicatie: 22-05-2024
- Datum uitspraak: 17-05-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:140
Klaagster, de moeder, heeft klachten ingediend tegen een advocaat die haar minderjarige dochter, die uit huis geplaatst was, zonder toestemming van de ouders heeft bijgestaan. De raad had al geoordeeld dat de advocaat niet onbetamelijk heeft gehandeld jegens klaagster door de dochter rechtshulp te verlenen. In hoger beroep gaat het nog om de vraag of verweerster jegens klaagster als ouder zorgvuldig heeft gehandeld bij de behartiging van de belangen van de dochter. Deze klachten zijn gegrond. De klachten, die betrekking hebben op het doorsturen van het advies van een deskundige door verweerster en op het bewerkstelligen dat de minderjarige dochter niet meer mee wilde werken aan het hulpverleningstraject, zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:136 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-227/AL/GLD
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:136
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen stafjurist. Verweerder heeft een deel van het onderzoek naar klagers klacht gedaan. Hij heeft daarbij niet opgetreden op eigen titel, maar alleen namens en onder verantwoordelijkheid van de deken. Klacht daarom kennelijk niet ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:39 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742143 / DW RK 23/407 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 15-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:39
Beslissing op verzet. Verzet en klacht gegrond. Maatregel van waarschuwing opgelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft klager onvoldoende geïnformeerd over het kostenrisico bij het aangaan van rechtsmaatregelen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5680
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:116
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is vanwege oor- en neusklachten verschillende keren bij haar huisartsenpraktijk geweest. Verweerder is één van de huisartsen die klaagster heeft gezien. Klaagster verwijt verweerder in de kern dat hij haar klachten onvoldoende serieus heeft genomen. Het college overweegt als volgt. Het college stelt vast dat verweerder op 10 januari 2022 een passende behandeling heeft ingezet voor de dysfunctionele tuba klachten. Ook op 25 april 2022 is zijn behandelbeslissing passend geweest: uit de kweek kwam een bacterie naar voren die verweerder heeft behandeld met sofradexdruppels. Dit is een passend middel bij een oorontsteking. Het is vervelend dat klaagster zich niet serieus genomen voelt, maar hiervan kan verweerder geen verwijt worden gemaakt. Zijn behandelbeleid is op beide momenten adequaat geweest. Voor het handelen van de andere huisartsen is hij niet verantwoordelijk. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:7 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/44
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:7
Klacht tegen notaris. De notaris heeft de door haar aanvaarde opdracht niet voortvarend uitgevoerd en zij heeft nagelaten daarover te communiceren met klager. Schending zorgplicht. Aan de notaris wordt een waarschuwing opgelegd
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6173
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:117
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen een huisarts namens haar overleden moeder. Zij verwijt de huisarts geen goede zorg te hebben gegeven aan haar 93-jarige verwarde, onrustige moeder nadat zij was gevallen. De huisarts besluit patiënte in te sturen naar het ziekenhuis voor een beoordeling door de geriater. De huisarts gaat terug naar de praktijk als zij de geriater niet direct telefonisch kan bereiken. Ondertussen ligt patiënte in het bijzijn van klaagster, zonder verdere professionele hulp, thuis op de grond. Tijdens het wachten op het telefoongesprek met de geriater verslechtert de situatie van patiënte. Klaagster belt 112. Die dag overlijdt patiënte in het ziekenhuis. Klaagster vindt dat haar moeder door de huisarts aan haar lot is overgelaten. Het college oordeelt als volgt. Nu de huisarts had besloten om patiënte in te sturen naar het ziekenhuis had het volgens het college op de weg van de huisarts gelegen om dit met (meer) spoed te doen gezien het klinische beeld, het huisartsenjournaal, de afwijkende controles en het niet kunnen meten van de vitale functies op dat moment. Naar het oordeel van het college had de huisarts patiënte en klaagster ook niet alleen mogen laten tijdens het wachten op de ambulance. In ieder geval niet zonder te verifiëren of de thuiszorg bij patiënte en klaagster zou blijven. De huisarts had ook duidelijke(re) instructies aan klaagster moeten geven over wat te doen als de situatie van patiënte zou verslechteren en concrete afspraken met klaagster moeten maken over wat de vervolgstappen waren die de huisarts voornemens was te gaan nemen en met welke urgentie. Nu dit niet is gebeurd verkeerden patiënte en klaagster onnodig lang in onzekerheid over wat er precies ging gebeuren en op welk moment. Ook had de huisarts voor een goede overdracht moeten zorgen naar het ambulancepersoneel. De klacht is deels gegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:66 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-216/DB/OB
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:66
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:8 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/41
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:8
Klacht tegen een notaris over de afwikkeling van een nalatenschap. Voor zover de notaris als boedelnotaris zou moeten worden aangemerkt, zou het een omissie zijn dat zij zich niet als zodanig heeft ingeschreven in het boedelregister. Gelet op de betrekkelijk geringe ernst hiervan, ziet de kamer in dat geval echter geen aanleiding voor een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Dit geldt temeer nu het voor klaagster altijd duidelijk is geweest dat de notaris betrokken was bij de afwikkeling van moeders nalatenschap en zij ook op de hoogte was van de door de notaris verrichte werkzaamheden.Klacht is voor een deel niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de klachttermijn (artikel 99 lid 21 Wna). Voor het overige is de klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:40 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742717 / DW RK 23/424 LvB/WdJ
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:40
Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager heeft eerder een klacht over hetzelfde feitencomplex ingediend. Vordering is niet verjaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:111 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5793
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:111
Kennelijk ongegronde klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klager had last van een scheefstand van zijn middenvoetsbeentje en de grote teen van zijn rechtervoet (hallux valgus). Verweerder werkt als orthopedisch chirurg. De orthopedisch chirurg heeft klager aan de hallux valgus van zijn rechtervoet geopereerd. Klager verwijt hem dat de operatie is mislukt en dat hij daardoor nog klachten heeft. De teen is ongeveer twaalf weken na de operatie weer in de oorspronkelijke scheefstand gaan staan en er is net als voor de operatie weer dagelijkse verzorging nodig. Er is sprake van open wondjes en klager kan niet meer zonder pijn lopen. Het college acht het niet aannemelijk, mede gezien het tijdsverloop, dat de wondproblemen in direct verband stonden met de operatie een half jaar ervoor. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:118 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6032
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:118
Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klagers zijn de ouders van een dochtertje dat op een leeftijd van 23 maanden is overleden. Verweerder had dienst op de huisartsenpost en heeft het dochtertje op afstand beoordeeld middels videobellen. Enkele dagen daarna is zij overleden. Klagers verwijten verweerder dat hij het dochtertje niet adequaat heeft beoordeeld en behandeld. Het college oordeelt als volgt. Het gaat in deze zaak om het contact dat verweerder als regiearts op de huisartsenpost met klaagster en het dochtertje heeft gehad. De telefonische beoordeling heeft in eerste instantie plaatsgevonden door de triagiste. Deze beoordeling heeft plaatsgevonden overeenkomstig de Nederlandse triage standaard, waarbij door de triagiste de juiste vragen aan klaagster zijn gesteld in geval van een kindje met koorts. De triagiste heeft vervolgens aan verweerder een beoordeling gevraagd of er sprake was van sufheid. Hierbij is gebruik gemaakt van videobellen. In het medisch dossier is over deze beoordeling door verweerder via videobellen vermeld dat werd waargenomen: een rechtop zittend kindje in kinderstoel, dat helder kijkt, wel wat afwezig is, een flesje aanpakt van moeder en niet heel bleek of grauw is. Dat verweerder bij deze beoordeling niet adequaat of niet volgens gangbare protocollen en richtlijnen heeft gehandeld of niet met een beoordeling via videobellen had kunnen volstaan, heeft het college niet kunnen vaststellen. Verweerder heeft een rechtop zittend kindje gezien dat wel wat afwezig was, maar niet suf. Het kindje pakte het flesje aan van moeder. Daarbij in aanmerking genomen dat het kindje één dag koorts had, dronk en plaste kan niet worden geoordeeld dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door het dochtertje niet fysiek te beoordelen of door te sturen naar de SEH. Aan klaagster is voorts uitgelegd dat zij opnieuw kon bellen bij nieuwe klachten of als het dochtertje niet zou opknappen. De klacht is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:67 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-217/DB/OB
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 21-05-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:67
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat in hoedanigheid van deken. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder zich bij de vervulling van de functie van deken op de punten die in deze tuchtzaak aan de orde zijn zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2024:9 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/29 en 30
- Datum publicatie: 21-05-2024
- Datum uitspraak: 13-05-2024
- ECLI:NL:TNORSHE:2024:9
Klachten tegen een notaris en een oud-notaris. De klachten van klaagster gaan in de kern over de (afwikkeling van de) beëindigde samenwerking tussen partijen. De kamer gaat onder andere in op de vraag of de beklaagde (oud-)notarissen tuchtrechtelijk aansprakelijk moeten worden gehouden voor hun handelwijze als (voormalige) bestuurders-aandeelhouders van de BV/samenwerkingspartners van klaagster.De klachten tegen de (oud-)notarissen zijn gedeeltelijk gegrond. Aan de oud-notaris wordt een berisping opgelegd en aan de notaris wordt een berisping en een geldboete van € 1.000,-- opgelegd
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 112
- Pagina: 113
- Pagina: 114
- ...
- Pagina: 119
- Volgende pagina zoekresultaten