Zoekresultaten 3441-3460 van de 3615 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:221 Hof van Discipline 's Gravenhage 220322
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 01-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:221
Klacht tegen eigen advocaat. Wederzijds hoger beroep. Klager heeft opdracht gegeven aan verweerder om een cassatieadvies uit te brengen en om te adviseren of het zinvol is om (voorwaardelijk) incidenteel cassatieberoep in te stellen in zijn letselschadezaak. Verweerder heeft niet duidelijk gecommuniceerd met klager terwijl de verzoeken van klager daartoe op meerdere momenten aanleiding gaven. Verweerder heeft zijn cassatieadvies en concept-verweerschrift dusdanig laat aan klager verzonden dat, in het geval daarover discussie zou ontstaan (wat zich ook voordeed), hij daarmee klager geen andere mogelijkheid liet dan zich neer te leggen bij de aanpak van verweerder. Het hof rekent verweerder deze onzorgvuldige handelwijze jegens klager aan. Ook ten aanzien van de financiële afspraken heeft verweerder onzorgvuldig jegens verweerder gehandeld. Bekrachtiging beslissing raad ook tav opgelegde berisping. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:222 Hof van Discipline 's Gravenhage 230285
- Datum publicatie: 06-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:222
Hoger beroep tegen een ongegrond verzet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:257 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5687
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 05-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:257
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft naar aanleiding van een controle bij klager een nieuwe brug bij klager geplaatst. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de tandarts voldoende voorlichting heeft gegeven over de behandeling bij klager en of klager dit heeft begrepen, nu klager de Nederlandse taal slechts zeer beperkt beheerst. Ook heeft de tandarts geen behandelplan en kostenbegroting gemaakt. Nu het ging om een ingrijpende behandeling had het maken van een behandelplan niet achterwege mogen blijven. Het had ook beter geweest als de tandarts niet direct met de behandeling was begonnen, maar klager de ruimte had gegeven om na te denken over het voorstel tot behandeling. Naar het oordeel van het college heeft de tandarts onvoldoende adequaat gereageerd op het loslaten van de long term provisional brug. Weliswaar kan een voorziening losraken, maar nadat de brug voor de tweede maal losliet, had van de tandarts verwacht mogen worden dat hij op zijn minst had gepoogd de brug met een sterker cement vast te zetten. Het staat vast dat de tandarts wel aan het verzoek van klager om het versturen van de röntgenfoto heeft voldaan. Niet komt vast te staan dat de tandarts ten onrechte kosten in rekening heeft gebracht. De klacht is deels gegrond, het college heeft oog voor de goede bedoelingen van de tandarts. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:219 Hof van Discipline 's Gravenhage 230108
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 01-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:219
Klacht tegen deken. Het hof stelt voorop dat de raad een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd. Maatstaf optreden advocaat in andere hoedanigheid. Klaagster heeft, verspreid over een periode van meerdere jaren, tot tweemaal toe de hulp ingeroepen van de deken omdat zij in conflict was geraakt met een advocatenkantoor. Klaagster voelde zich niet gehoord door de deken en niet serieus genomen door de reacties van de deken op haar vragen. Het hof stelt voorop dat van de juridische professional mag worden gevraagd dat hij inlevingsvermogen toont en uitreikt naar de rechtzoekende. Dat geldt zeker voor de deken. Dat het geen uitdrukkelijke wettelijke taak van de deken is om in die situatie te bemiddelen, doet daar niet aan af. De terughoudende opstelling van de deken maakt echter, gelet op de toepasselijke maatstaf, niet dat sprake is van een handelen of nalaten dat het vertrouwen in de advocatuur schaadt. Vernietiging beslissing raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen. Klachtonderdelen alsnog ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:316 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-484/AL/GLD 23-488/AL/GLD 23-489/AL/GLD
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 06-11-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:316
Raadsbeslissing. Gelijktijdig behandelde zaken. Klachten zijn niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:258 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5520
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 05-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:258
Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klager verwijt de tandarts dat hij de door hem opgevraagde tandartsverklaring voor zijn verzekering niet heeft aangepast. De tandarts heeft op basis van zijn professionele kennis en expertise een verklaring opgesteld die melding maakt van een verhoogd risico op hart- en vaataandoeningen indien parodontitis niet wordt behandeld. Een andere conclusie waarin parodontitis als directe oorzaak wordt aangewezen van klagers hartfalen, is naar huidige medische inzichten niet verdedigbaar. Klager kan en mag een dergelijke onjuiste verklaring niet verlangen van de tandarts. De tandarts heeft de afgifte van zo’n verklaring terecht geweigerd. Wat betreft de behandeling van de composietreparatie; het enkele feit dat de composietopbouw is losgeraakt, rechtvaardigt nog niet de conclusie dat de tandarts tekortgeschoten is in de uitgevoerde behandeling. De tandarts heeft niet over hoeven gaan tot kosteloze reparatie. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:220 Hof van Discipline 's Gravenhage 220323
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 01-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:220
Hoger beroep klager. Verweerder heeft voor zijn kantoorgenoot werkzaamheden verricht in de cassatiezaak van klager. De kantoorgenoot heeft de door klager verstrekte opdracht persoonlijk uitgevoerd. Voor zover al sprake is geweest van onbehoorlijke, ondeskundige of ontijdige uitvoering van de opdracht of van onvoldoende communicatie, dan moet klager de daarvoor verantwoordelijke kantoorgenoot aanspreken. Van misleiding van klager door verweerder is niet gebleken. Bekrachtiging beslissing raad. Zie ook zaaknummer 22322.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:317 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-278/AL/MN
- Datum publicatie: 05-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:317
Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. Verweerder heeft niet adequaat gecommuniceerd door op diverse momenten na te laten belangrijke informatie en afspraken schriftelijk vast te leggen, onvoldoende schriftelijk te reageren op hulpverzoeken van klager en hem onvoldoende tussentijds op de hoogte te houden van de stand van zaken. Verder heeft verweerder te weinig de voortgang van de zaak bewaakt. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:256 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5089
- Datum publicatie: 04-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:256
Deels gegronde klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat hij klager heeft terugverwezen naar de huisarts, geen (weefsel)onderzoek heeft gedaan en onjuist en onvolledig verslag heeft gelegd. Het college is van oordeel dat de verwijzing naar de huisarts onder de gegeven omstandigheden en met instemming van de huisarts ook mocht plaatsvinden. Er was op dat moment wel sprake van een klinisch atypische moedervlek, maar geen sprake van verdachte afwijkingen. Het college is van oordeel dat de dermatoloog bij klager geen nader (weefsel)onderzoek hoefde te doen. Het college deelt in beginsel het standpunt van de dermatoloog dat niet iedere bij controle geconstateerde atypische moedervlek gedocumenteerd behoeft te worden in het dossier. Echter in het geval van klager, een hoog-risicopatiënt vanwege zijn erfelijke aanleg, is het college van oordeel dat de dermatoloog een hogere maatstaf had moeten aanleggen. Het college acht bij hoog-risicopatiënten, zoals klager, enige vorm van documentatie in het dossier van geconstateerde atypische moedervlekken geboden. Het is in dergelijke gevallen extra belangrijk om de ontwikkeling goed te monitoren en in het dossier op te nemen. Nu de dermatoloog heeft verzuimd om dit te doen, is het college van oordeel dat hij op dit punt niet ten volle de zorg heeft geleverd die verwacht mocht worden van een redelijk bekwame en redelijk handelende dermatoloog. Het college meent dat de dermatoloog grotendeels zorgvuldig heeft gehandeld en meent een waarschuwing te kunnen volstaan. Klacht deels grond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:218 Hof van Discipline 's Gravenhage 220236 230272
- Datum publicatie: 04-12-2023
- Datum uitspraak: 01-12-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:218
Verweerster heeft klager een e-mail gestuurd met daarin de aankondiging dat zij namens haar cliënte aangifte bij de politie en hoofdofficier van justitie zal doen. Verweerster heeft geen aangifte gedaan. Uit de omstandigheden leidt het hof af dat de bedoeling van de e-mail was dat deze dreigend zou overkomen en klager zodanig schrik aan zou jagen dat hij van het indienen van een tuchtklacht zou afzien. Het hof acht deze handelwijze, gelet op het daarmee beoogde doel, oneigenlijk en disproportioneel en daarmee onbetamelijk. Nadat namens klager een advocaat contact met verweerster heeft opgenomen en navraag heeft gedaan naar de stand van zaken met betrekking tot de aangifte heeft verweerster op diens herhaalde verzoeken niet gereageerd. Ook deze handelwijze acht het hof onbetamelijk. Vernietiging beslissing raad ten aanzien van opgelegde waarschuwingen. Berisping. Proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:241 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-432/DH/RO
- Datum publicatie: 04-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:241
Raadsbeslissing. Verweerder handelt tuchtrechtelijk verwijtbaar door welbewust geen gevolg te geven aan een onherroepelijke beslissing van de raad. Verweerder was gehouden om te verrekenen en heeft dit niet gedaan. Ook heeft verweerder het griffierecht en de reiskosten van klager niet vergoed na de vorige beslissing van de raad. Verweerder schaadt het vertrouwen in de advocatuur door een tuchtrechtelijke beslissing niet op te volgen en door zich onwelwillend op te stellen jegens een beroepsgenoot. Schorsing 8 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:242 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-482/DH/RO
- Datum publicatie: 04-12-2023
- Datum uitspraak: 04-12-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:242
Dekenbezwaar. Verwijzing naar overlappende beslissing met zaaknummer 23-432. Verweerder heeft zich daarnaast niet welwillend opgesteld richting zijn beroepsgenoten, waaronder de deken. Wegens forse maatregel in 23-432, volstaat de raad hier met een waarschuwing.
-
ECLI:NL:TSCTS:2023:10 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2023-10 (2023.V8-RUYTER)
- Datum publicatie: 01-12-2023
- Datum uitspraak: 01-12-2023
- ECLI:NL:TSCTS:2023:10
Op 11 april 2022, rond 17.33 uur LT heeft de sleephopperzuiger Ruyter bij het uitvaren van de Westerschelde een aanvaring gehad met het onder Maltese vlag varende schip Celestine. Nadat de Ruyter zijn lading had overgeslagen in andere schepen op het vaarwater nabij de Hoofdplaat, is het schip rond 17.00 uur LT weer vertrokken richting zee. De Marof was de officier van de wacht. De kapitein was ook op de brug. De Marof meldde het vertrek vanaf de overslagplaats aan de verkeersleiding. Zij spraken af om achterlangs het overige scheepvaartverkeer naar buiten te varen. Dit betrof de inkomende Sunny Horizon en de uitgaande Celestine. De kapitein vond dit een goed besluit. Nadat de Ruyter achterlangs de Sunny Horizon was gevaren, is de kapitein op de bank aan een tafeltje op de brug gaan zitten, met zijn rug naar stuurboord. Daardoor kon hij de Celestine niet zien aankomen. Ook kwam de eerste stuurman op de brug met eten. Kort daarop vond de aanvaring plaats.De Ruyter (IMO nummer 9085467) is een Nederlands sleephopperzuiger, varend voor Noordzee Zand B.V. te Terneuzen. Het schip is in het jaar 1994 gebouwd, is 82 meter lang en 11,5 meter breed en heeft een bruto-tonnage van 1455GT. Ten tijde van het ongeval bestond de bemanning in totaal uit 6 personen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:161 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1838
- Datum publicatie: 30-11-2023
- Datum uitspraak: 29-11-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:161
Klacht tegen plastisch chirurg. In oktober 2012 heeft de plastisch chirurg klaagster geopereerd aan haar buik. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij ongevraagd een (volledige) buikwandcorrectie heeft uitgevoerd in plaats van (alleen) een rectus diastase te sluiten. Ook verwijt klaagster de plastisch chirurg dat hij de operatie niet zorgvuldig heeft uitgevoerd. Daarnaast verwijt klaagster de plastisch chirurg dat hij haar onvoldoende informatie heeft gegeven over de ingreep, zowel voorafgaand aan de operatie als over de nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het klachtonderdeel ten aanzien van de informatieverstrekking voorafgaand aan de operatie gegrond, verklaart de klacht voor het overige ongegrond en legt aan de plastisch chirurg de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat uit de gegeven omstandigheden blijkt dat de plastisch chirurg klaagster naar de maatstaven van 2012 voldoende heeft geïnformeerd, zodat de klacht alsnog in zijn geheel ongegrond is. Waarschuwing vervalt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:224 Raad van Discipline Amsterdam 23-714/A/A
- Datum publicatie: 30-11-2023
- Datum uitspraak: 27-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:224
Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Weliswaar is verweerster gehouden in familiezaken zo mogelijk de-escalerend op te treden, maar dat betekent niet dat verweerster zich heeft te gedragen zoals klager wenst.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:94 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/736697 / DW RK 23/251 MdV/SM
- Datum publicatie: 30-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:94
Klager heeft zich er onder meer over beklaagd dat de gerechtsdeurwaarder ten tijde van de betekening van de dagvaarding daartoe niet bevoegd was. Ten tijde van de betekening van het exploot van 1 juni 2018 was de gerechtsdeurwaarder waarnemend gerechtsdeurwaarder. Dit volgt uit de door klager overgelegde kopie dagvaarding. Het gegeven dat de gerechtsdeurwaarder in 2019 benoemd is tot gerechtsdeurwaarder doet niets af aan haar bevoegdheid het exploot te betekenen in 2018. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:162 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1871
- Datum publicatie: 30-11-2023
- Datum uitspraak: 29-11-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:162
Klacht tegen een neuroloog. Klaagster had na een operatie met een ruggenprik last van hevige pijnklachten in haar rug en uitstralende pijnscheuten met tevens krachtsverlies in haar rechterbeen. Zij werd voor onderzoek verwezen naar de neuroloog. Na neurologisch onderzoek concludeerde de neuroloog dat er geen sprake was van een zenuwbeknelling of -beschadiging en stelde zij de diagnose functionele neurologische stoornis. Klaagster is tegen het einde van het neurologisch consult uit haar rolstoel opgestaan en gevallen. Hierna is bij klaagster een complex regionaal pijnsyndroom ontstaan. Klaagster verwijt de neuroloog dat deze onzorgvuldig onderzoek heeft gedaan, dat deze een onjuiste diagnose heeft gesteld, dat klaagster is gevallen en dat klaagster geen nazorg heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2023:219 Raad van Discipline Amsterdam 23-379/A/A/D 23-380/A/A
- Datum publicatie: 30-11-2023
- Datum uitspraak: 27-11-2023
- ECLI:NL:TADRAMS:2023:219
Raadsbeslissing; Gegronde klacht en dekenbezwaar over de wijze van declareren door de eigen advocaat. De raad is van oordeel dat verweerder met zijn handelwijze niet alleen in strijd heeft gehandeld met gedragsregels 16 (lid 3), 17 en met artikel 7.7 eerste lid onder b Voda, maar bovendien met de kernwaarde (financiële) integriteit. Verweerder heeft weliswaar de bepaling over value billing inmiddels uit zijn algemene voorwaarden gehaald en toegezegd niet meer op deze manier te zullen declareren, maar heeft desondanks zijn declaratie op basis van value billing niet willen intrekken. Hiermee heeft verweerder naar het oordeel van de raad onvoldoende inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen, hetgeen de raad hem ernstig aanrekent. Omdat verweerder echter in zijn 30-jarige loopbaan als advocaat een blanco tuchtrechtelijk verleden heeft, zal de raad volstaan met de maatregel van een berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2023:95 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/737900 / DW RK 23/279 MdV/SM
- Datum publicatie: 30-11-2023
- Datum uitspraak: 24-11-2023
- ECLI:NL:TGDKG:2023:95
Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet niet respecteert. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:163 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1825
- Datum publicatie: 30-11-2023
- Datum uitspraak: 29-11-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:163
Klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige werkt als sociaal psychiatrischverpleegkundige bij een instelling waar de ex-partner van klager en moeder van zijn minderjarige kinderen, in behandeling is. Vanaf het moment van opname is er een behandelrelatie (geweest) tussen de ex-partner en de verpleegkundige en is de verpleegkundige op die manier betrokken geraakt bij het gezin van klager. In oktober 2021 heeft de verpleegkundige een voortgangsbrief geschreven over hoe het team van de verpleegkundige aankijkt tegen de psychiatrische en verslavingsproblematiek van de ex-partner. De verpleegkundige heeft na het eerste huisbezoek in augustus 2021 een melding gedaan bij Veilig Thuis. In november 2021 heeft de rechtbank onder meer bepaald dat de kinderen aan de ex-partner zullen worden toevertrouwd en bepaald dat een onderzoek moet worden verricht. De verpleegkundige heeft in het kader van dat onderzoek informatie verstrekt aan de onderzoekende instantie. Klager maakt de verpleegkundige meerdere verwijten over de voortgangsbrief en over de informatie die hij heeft verstrekt. Hij vindt onder meer dat de verpleegkundige een veel positiever beeld van zijn ex-partner heeft geschetst dan op dat moment de werkelijkheid was en klager in een kwaad daglicht heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdelen a en c gegrond, de overige klachtonderdelen ongegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Klager komt in beroep tegen de ongegrondverklaring van de klacht over de voortgangsbrief. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 172
- Pagina: 173
- Pagina: 174
- ...
- Pagina: 181
- Volgende pagina zoekresultaten