Zoekresultaten 61-70 van de 45111 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8389

    Vijfde tuchtklacht van patiënt tegen huisarts: misbruik van recht. In de kern beoogt klager met deze tuchtklacht een herbeoordeling van het eerder beoordeelde feitencomplex. Klager is eerder herhaaldelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat een zorgverlener niet vaker dan één keer op hetzelfde handelen (ne bis in idem) kan worden aangesproken. Bij afweging van de belangen komt de voorzitter tot het oordeel dat het belang van klager inmiddels niet meer opweegt tegen het belang van de huisarts om te worden beschermd tegen het steeds weer opnieuw indienen van klachten tegen haar over in de kern hetzelfde feitencomplex. Klager wordt niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/31

    Notaris heeft twee notariële akten gepasseerd met verklaringen die een persoon (die in verband werd gebracht met complottheorieën) onder ede bij haar heeft afgelegd over de gang van zaken bij een bewijsbeslag. In die verklaringen worden een gerechtsdeurwaarder en zijn assistent beschuldigd van (betrokkenheid bij) een levensdelict door tijdens de beslaglegging de remmen van een auto te saboteren. Had de notaris haar dienst moeten weigeren? Gelet op de waarde die aan zo’n beëdigde verklaring wordt gehecht, mag van een notaris worden verwacht dat deze bedacht is op een mogelijk ongeoorloofd doel dat daarmee wordt nagestreefd en beoordeelt welke gevolgen de verklaring kan teweegbrengen. De kamer oordeelt dat er in de gegeven omstandigheden voldoende aanleiding was voor gerede twijfel aan de goede bedoelingen van deze persoon en dat de notaris reeds daarom haar dienst had moeten weigeren of zich eerst door nader onderzoek had moeten overtuigen dat geen misbruik zou worden gemaakt van deze beëdigde verklaringen dan wel dat deze niet tot ongewenste gevolgen zou leiden. De notaris heeft de akte(n) zelf verstrekt aan advocaten van het multidisciplinaire samenwerkingsverband waar zij deel van uitmaakt, zodat zij er rekening mee moest houden dat de advocaten deze zouden (kunnen) gebruiken als bewijs van de daarin verwoorde ernstige beschuldigingen om het standpunt van hun cliënt(en) te onderbouwen. Klacht gegrond. Berisping en geldboete van € 5.000,00 met proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:12 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-58

    De notaris heeft zonder toestemming gecommuniceerd met belangrijke stakeholders, ondanks expliciete instructies dat alle communicatie vooraf diende te worden goedgekeurd door klager. Dit heeft geleid tot ernstige verstoringen van de bedrijfsvoering en geschaad vertrouwen bij aandeelhouders en investeerder. Verder betwist klager de facturen.De klacht is deels niet-ontvankelijk, omdat de kamer niet de bevoegdheid heeft om facturen te annuleren, opdracht te geven aan de notaris, fiscaal onderzoek te verrichten of schadevergoeding toe te kennen. Voor het overige is de klacht ongegrond, omdat het de kamer niet duidelijk is geworden welk handelen en/of nalaten klager de notaris precies verwijt. Voor zover het handelen en/of nalaten ziet op het contact met een vertegenwoordiger van de aandeelhouders heeft de notaris zorgvuldig gehandeld. De vertegenwoordiger was een van de aandeelhouders en partij bij de akte van uitgifte. Klager was bekend met de conceptakte waarin stond de vertegenwoordiger een van de partijen was. Ook had hij ermee ingestemd dat de notaris contact met haar zou opnemen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7676

    Klacht tegen een huisarts gegrond. De klachten hebben betrekking op de zorg die de huisarts als waarnemer heeft verleend aan de echtgenoot van klaagster (patiënt). Patiënt kwam bij de huisarts met diverse klachten en uiteindelijk is hij een aantal weken later overleden aan de gevolgen van gemetastaseerd adenocarcinoom. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onvoldoende zorg heeft verleend. Daarnaast verwijt klaagster de huisarts onjuiste dossiervoering. Het college komt tot het oordeel dat de uitgevoerde onderzoeken niet voldoen aan de professionele standaard en dat de dossiervoering onder de maat is. Het college legt de huisarts de maatregel op van een berisping.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2025:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2024/34

    Aan de orde is de vraag of de kandidaat-notaris met een beroep op de notariële geheimhoudingsplicht terecht heeft geweigerd om op klagers eerste verzoek mee te delen wie de erfgenamen van de zus zijn. Op grond van artikel 22 lid 1 Wna is een notaris in beginsel verplicht tot geheimhouding van alle informatie waarvan hij/zij uit hoofde van zijn/haar werkzaamheden als zodanig kennis neemt. Verder is in dit geval artikel 49 Wna van belang. Op grond van artikel 49 lid 1 Wna geeft de notaris afschriften dan wel uittreksels af aan degenen die een recht ontlenen aan de akte. Ingevolge artikel 49 lid 2 Wna wordt onder “degene die een recht ontleent aan de inhoud van de akte” mede begrepen “degene die door een uiterste wilsbeschikking een erfrechtelijke aanspraak heeft verloren”. Dat laatste is hier het geval. Klager is door het testament van de zus immers niet langer versterferfgenaam. Daarbij geldt de restrictie “doch slechts ten aanzien van het desbetreffende onderdeel van die wilsbeschikking”. Vervolgens is de vraag aan de orde of klager recht heeft op een uittreksel van het testament waarin ook de erfstelling staat vermeld. Nu in de literatuur verschillend wordt gedacht over de vraag of het uittreksel ook de erfstellingen omvat, kan niet worden gezegd dat de kandidaat-notaris zich ten onrechte op zijn geheimhoudingsplicht jegens klager beroept. De kamer is van oordeel dat de uitleg die de kandidaat-notaris aan klager heeft gegeven over zijn beroep op de geheimhoudingsplicht weliswaar beter had gekund, maar dit aandachtspunt acht de kamer van onvoldoende gewicht om de kandidaat-notaris hierover een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:13 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-59

    Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door belangenverstrengeling, onterechte kosten, weigering akte te passeren, onvoldoende onderzoek en escrow regeling. Om te voorkomen dat de rechtshandeling achteraf kon worden vernietigd, diende de notaris zich ervan te vergewissen dat klagers echtgenote toestemming verleende voor de levering. De notaris mocht daarbij niet enkel en alleen afgaan op de verklaring van klager en ook niet op hetgeen in de koopovereenkomst was opgenomen, want die was niet getekend door de echtgenote van klager. Verder hadden kopers aangegeven dat zij niet met die hoofdelijke aansprakelijkheid geconfronteerd wilden worden. Onder die omstandigheden was het in depot plaatsen van het door klager betwiste bedrag geen mogelijke oplossing. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:162 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-284/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft samen met een kantoorgenoot werkzaamheden voor klager gedaan. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de maandelijkse declaraties met specificaties voldoende duidelijk en transparant geweest en hebben die voldaan aan lid 4 van gedragsregel 17. Verweerder heeft daarover ook ruim voldoende met klager gecorrespondeerd en is herhaaldelijk op vragen geantwoord. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:16 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/25

    Paard. Dierenarts wordt verweten dat zij onzorgvuldig en nalatig heeft gehandeld toen haar hulp als spoedarts tijdens een avonddienst werd ingeroepen vanwege een vermoedelijke koliekaanval bij het paard van klaagsters. Het college is, het geheel in retrospectief overziend, van oordeel dat het veterinair handelen van beklaagde en de keuzes die zij heeft gemaakt verdedigbaar zijn geweest en dat zij binnen de grenzen van de redelijk bekwame beroepsuitoefening heeft gehandeld. [ongegrond]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/43

    Hond. Met betrekking tot de behandeling van de hond van klaagster zijn tegen beklaagde vier klachten aangevoerd, te weten dat:1. de tijdens de eerste operatie door beklaagde afgenomen biopten niet voor onderzoek zijn ingestuurd althans bewaard, maar zijn weggegooid;2. beklaagde de hond zelf is blijven behandelen zonder dat hij een diagnose kon stellen, in plaats van de hond door te verwijzen naar een gespecialiseerde kliniek of collegiaal advies in te winnen;4. er een tweede operatie is uitgevoerd zonder dat er een diagnose was en derhalve ook niet duidelijk was of die operatie zinvol zou zijn; en7. dat de uiteindelijk door een tweedelijnskliniek gestelde diagnose door beklaagde onvoldoende serieus is genomen. [ gegrond; waarschuwing ]

  • ECLI:NL:TDIVTC:2025:10 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2024/12

    Hond. Beklaagde wordt verweten, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij met betrekking tot de hond van klager, die naar achteraf is vastgesteld meest waarschijnlijk necrotiserende fasciitis had, in zijn onderzoek, diagnosestelling en behandeling is tekortgeschoten en de hond niet tijdig heeft verwezen naar een tweedelijnskliniek. [ongegrond ]