Zoekresultaten 11-20 van de 14178 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7708

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster had toenemende klachten vanwege parodontitis. De tandarts heeft haar - mede rekening houdend met de kosten - het advies gegeven van een totaalextractie en een volledige immediaatnoodprothese in zowel de onder- als de bovenkaak. Klaagster heeft dit advies gevolgd. Gezien de staat van het gebit is dit geen onjuiste behandeling geweest. Evenmin kan worden vastgesteld dat de tandarts de behandeling onjuist heeft uitgevoerd. De tandarts heeft klaagster geïnformeerd over de mogelijke behandelingen en de consequenties daarvan. Er was geen indicatie voor verwijzing naar een andere zorgverlener. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7898

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een kaakchirurg. De kaakchirurg heeft in twee behandelsessies de tanden en kiezen van klaagster getrokken. Bij de tweede behandelsessie heeft de kaakchirurg noodprothesen geplaatst. Klaagster geeft aan dat de prothesen niet passen en pijnlijk zijn en dat de kaakchirurg is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Het college ziet niet in welke zin de kaakchirurg in de nazorg zou zijn tekortgeschoten. De pijn van het plaatsen van een noodprothese direct na extractie is een ongewenst, maar onvermijdelijk neveneffect van de plaatsing van immediaatprothesen. De instructie om de prothese zoveel mogelijk in te houden was juist. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7134

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een cardioloog. Klager is vanuit een kliniek in het buitenland verwezen naar een ziekenhuis in Nederland voor de overname van de behandeling, meer specifiek voor het plaatsen van een stent. Klager is – kort gezegd – ontevreden over de behandeling in het ziekenhuis. De cardioloog heeft klager op 18 maart 2020 op het poliklinisch spreekuur gezien en was hierna verantwoordelijk voor de stentprocedure die klager onderging.Het college oordeelt als volgt. Uit de stukken blijkt dat de kliniek heeft geadviseerd klager te verwijzen naar zowel een cardioloog als een longarts, wat ook is gebeurd. De stelling van klager dat het advies van de kliniek niet zou zijn gecommuniceerd of gedeeld met andere artsen kan het college dan ook niet volgen. Daarnaast stelt het college vast dat er geen aanknopingspunten zijn dat de door klager gestelde lichamelijke gevolgen, voor zover deze zouden blijken uit de overlegde stukken, enigerwijze veroorzaakt zouden zijn door het handelen of nalaten van de cardioloog.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7135

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een longarts. Klager is na ontslag uit een kliniek in het buitenland verwezen naar een ziekenhuis in Nederland met de vraagstelling of sprake was van COPD. Klager is – kort gezegd – ontevreden over de behandeling in het ziekenhuis.Het college oordeelt als volgt. Uit de stukken blijkt dat de kliniek heeft geadviseerd klager te verwijzen naar zowel een cardioloog als een longarts, wat ook is gebeurd. De stelling van klager dat het advies van de kliniek niet zou zijn gecommuniceerd of gedeeld met andere artsen kan het college dan ook niet volgen. Meer specifiek blijkt uit de stukken van de kliniek niet dat er een plekje op de longen zou zijn gezien, wat nader moest worden onderzocht, zoals klager betoogt. De reden voor verwijzing van de huisarts naar de longpoli was het onderzoeken van de aanwezigheid van COPD, zoals ook door de kliniek is genoteerd. Daarnaast stelt het college vast dat er geen aanknopingspunten zijn dat de door klager gestelde lichamelijke gevolgen, voor zover deze zouden blijken uit de overlegde stukken, enigerwijze veroorzaakt zouden zijn door het handelen of nalaten van de longarts.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7380

    Voorzittersbeslissing. Klacht van een patiënt tegen een tandarts kennelijk ongegrond. Klager verwijt de tandarts onzorgvuldig dossierbeheer en onvoldoende handelen rondom zijn privacy, doordat gegevens van een andere patiënt in zijn dossier zaten en gegevens van klager in een ander patiëntendossier terecht zijn gekomen na overdracht van het dossier aan een opvolgend tandarts. De voorzitter oordeelt dat klager kan worden ontvangen in zijn klacht, maar dat de tandarts geen gegrond tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:62 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7921

    Kennelijk ongegronde klacht tegen huisarts. Klaagster is bekend met gemetastaseerde baarmoederkanker. Op eigen initiatief koos klaagster voor een behandeling buiten de reguliere geneeskunde. Verweerder is de huisarts van klaagster. Klaagster verwijt verweerder het weigeren van het aanvragen van bloedonderzoek op tumormarkers en het aanvragen van röntgenfoto’s van de longen. Het college oordeelt dat het verzoek van klaagster buiten de reguliere huisartsenzorg valt, waardoor verweerder niet kan worden verweten dat hij het aanvragen van de onderzoeken weigert.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:69 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7443

    Klacht tegen een radioloog over de beoordeling van een CT-scan van het bekken. Vraagstelling was gericht op de stand van de heupprothese en de schroeven. Klager verwijt de radioloog dat hij niet heeft gezien dat er sprake was van een abnormale hoeveelheid vocht in de buik. Klacht ongegrond. In de gegeven omstandigheden is het niet verwijtbaar dat de radioloog deze afwijking niet heeft gezien.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7278

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist GGZ. Tijdens klagers opname op de high intensive care van een GGZ-instelling was de verpleegkundig specialist zijn regiebehandelaar. De verpleegkundig specialist heeft klager regelmatig zelf onderzocht. De diagnose is navolgbaar en de medicatie was passend bij de gestelde diagnose. De verpleegkundig specialist heeft niet de crisismaatregel opgelegd. Wel heeft zij een beoordeling ten behoeve hiervan aangevraagd, dit is navolgbaar. Overig klachtonderdeel ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7279

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager was onder ambulante behandeling bij de crisisdienst van een GGZ-instelling. De psychiater was zijn regiebehandelaar. De psychiater heeft klager meerdere keren zelf onderzocht. De diagnose is goed onderbouwd en navolgbaar. De door de psychiater voorgeschreven medicatie, in samenspraak met klager, was passend gezien de diagnose. Overige klacht ook ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7877

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager verwijt de arts dat hij hem via een rechterlijke machtiging gedwongen heeft laten opnemen. De arts had geen betrokkenheid bij deze opname. Hij heeft zeer zorgvuldig gehandeld door een vermoeden van dementie uit te spreken, maar een definitief oordeel daarover uit te stellen totdat klagers problematisch alcoholgebruik tot aanvaardbare proporties zou zijn teruggebracht. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.