Zoekresultaten 41-50 van de 13771 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:61 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7540

    Chirurg van privé kliniek voor behandeling van obesitas en overgewicht wordt verweten dat de operatie niet goed is uitgevoerd, procedures niet goed zijn gevolgd en onvoldoende uitleg is gegeven over contact in geval van calamiteiten. Na de operatie is een maagperforatie ontstaan. Complicatie. Geen sprake van nalatigheid of fouten. Onzekerheid en verwarring vanwege discrepantie tussen het op de website van de kliniek weergegeven beleid bij ontslag en het toegepaste beleid. Onduidelijke informatie over wat te doen bij calamiteiten. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:86 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2626

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij onvoldoende zorg heeft verleend toen klaagster voor een operatie op de afdeling neurologie en neurochirurgie van een ziekenhuis was opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het door klaagster hiertegen ingestelde beroep niet‑ontvankelijk, omdat het (aanvullend) beroepschrift niet voldoet aan de eisen die de wet aan een beroepschrift stelt. Het overgrote deel van het aanvullend beroepschrift van vijf pagina’s gaat over andere zorgverleners en over andere incidenten dan waarop de klacht tegen de verpleegkundige betrekking heeft. De verpleegkundige was bij deze incidenten op geen enkele wijze betrokken. Het Centraal Tuchtcollege komt niet toe aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2531

    Klacht tegen een arts, werkzaam op de afdeling cardiologie van een ziekenhuis. Klager lijdt aan hartfalen. Hij werd met klachten als gevolg van een te laag kaliumgehalte opgenomen in het ziekenhuis. Bij ontslag uit het ziekenhuis heeft de arts voor klager een recept voor een medicijn om kalium aan te vullen uitgeschreven. Klager verwijt de arts dat hij een te hoge dosering heeft voorgeschreven. Hij stelt dat hij als gevolg van deze dosering een black-out kreeg waarbij hij zijn auto total loss heeft gereden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7231

    Klacht deels gegrond, maatregel berisping. Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts subjectieve, niet-onderbouwde informatie over klaagster te hebben gegeven, die is terechtgekomen in een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming. Het college oordeelt dat de huisarts haar beroepsgeheim heeft geschonden, ongefundeerde en suggestieve informatie over klaagster heeft verstrekt en verstrekte schriftelijke informatie onvoldoende objectief heeft geformuleerd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7869

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klager is de IGJ. De klacht is dat de verpleegkundige grensoverschrijdend heeft gehandeld door seksueel contact te hebben met een cliënt die gedetineerd was binnen de inrichting waar zij werkzaam was en met wie zij een behandelrelatie had. De verpleegkundige erkent het haar verweten gedrag. De klacht is gegrond. Als maatregel wordt een voorwaardelijke schorsing van drie maanden opgelegd, onder bijzondere voorwaarden. Het college neemt daarbij onder andere in aanmerking dat het een eenmalige gebeurtenis betrof, dat de verpleegkundige inzicht heeft getoond en volledige openheid van zaken heeft gegeven tijdens het onderzoek van de IGJ, de tuchtprocedure en richting haar huidige werkgevers.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7766

    Klacht ongegrond. Klacht van nabestaande tegen een huisarts. De zoon van klager (patiënt) belde de huisartsenpraktijk in verband met koorts, hoofpijn, overgeven en trillen. De hoofdpijn voelde volgens patiënt hetzelfde als toen hij een aantal jaar daarvoor hersenvliesontsteking had. De huisarts zag patiënt die dag op het spreekuur: zij wilde de volgende dag urineonderzoek doen en adviseerde hem een coronatest te doen. Patiënt werd de volgende ochtend dood in bed aangetroffen. Klager verwijt de huisarts dat zij patiënt niet direct naar het ziekenhuis heeft doorgestuurd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7258

    Klacht tegen een chirurg ongegrond. Verweerder opereerde klager aan zijn knie na een val van de fiets. Twee weken na ontslag uit het ziekenhuis werd klager met spoed opgenomen en werd bij hem trombose in het geopereerde been en in de longen (ruiterembolus), en een herseninfarct vastgesteld. Klager vindt onder andere dat hij geen goede zorg van verweerder heeft gekregen door onvoldoende voorzorgsmaatregelen te treffen om trombose te voorkomen en hem niet goed voor te lichten over trombose als mogelijke complicatie. Het college ziet geen grond voor het oordeel dat het beleid rondom de operaties niet zorgvuldig is geweest of verweerder anderszins een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Hoewel het wellicht beter was geweest, was er op grond van de geldende richtlijnen en protocollen, het beleid van ziekenhuis waar verweerder werkzaam is en verweerders eigen klinische ervaring, geen eenduidige verplichting voor verweerder om klager vooraf expliciet over het risico op trombose in te lichten.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:55 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025-8383 t/m Z2025/8388

    Wraking van het voltallige zittingscollege die gegrond is, voor zover gericht tegen de voorzitter. De voorzitter heeft zonder enige context of bronvermelding kennis van een eerdere civielrechtelijke zaak, waarbij zij als familierechter en klaagster in de tuchtzaak betrokken waren, ingebracht. Daarmee heeft de voorzitter haar onpartijdigheid onvoldoende gewaarborgd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:84 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2544

    Gedeeltelijk niet-ontvankelijke klacht, en kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager is patiënt bij de huisartsenpraktijk en de behandelrelatie verloopt moeizaam. Er is geprobeerd om middels een mediator de behandelrelatie te herstellen, maar dat is niet gelukt. Uiteindelijk heeft de huisarts de behandelovereenkomst beëindigd per medio 2020. Dit is de derde tuchtklacht van klager tegen de huisarts. Klager verwijt de huisarts het onrechtmatig opzeggen van de behandelingsovereenkomst, het overdragen aan een andere huisarts, het niet willen opstellen van verwijsbrieven in 2019 en het onnodig besmetten van zijn naam met een psychische aantekening in 2015/2016. RTG Zwolle: verklaart klager kennelijk niet-ontvankelijk in de klacht, voor zover het betreft klachtonderdelen c en d, en verklaart de klacht kennelijk ongegrond voor zover het betreft klachtonderdelen a en b. Het CTG verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing en geeft het RTG in overweging een volgende klacht van klager tegen de huisarts niet in behandeling te nemen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2675

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft eerder klachten tegen de huisarts ingediend, dit is de vierde klacht. Hij verwijt de huisarts in deze procedure dat zij hem onnodig heeft besmet met een psychische aantekening in zijn dossier. Voorzitter RTG: klager is gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klachten en voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond. Het CTG verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing en geeft het RTG in overweging een volgende klacht van klager tegen de huisarts niet in behandeling te nemen.