Zoekresultaten 21-30 van de 2135 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:34 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-347/DH/RO
- Datum publicatie: 04-03-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:34
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in een familierechtelijk geschil. Verweerder heeft het F9-formulier niet direct in afschrift naar klaagsters advocaat gestuurd. Gezien de specifieke omstandigheden was dat niet klachtwaardig. Verweerder had klaagsters advocaat daarover wel kunnen inlichten. Er valt hem echter geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:35 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-390/DH/RO
- Datum publicatie: 04-03-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:35
Raadsbeslissing. Klacht over de bijstand van de advocaat in een letselschadekwestie. De raad is van oordeel dat verweerders bijstand niet ondermaats is geweest en dat verweerder ook overigens niet onbetamelijk of onzorgvuldig heeft gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:32 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-590/DB/LI
- Datum publicatie: 03-03-2025
- Datum uitspraak: 03-03-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:32
Raadsbeslissing. Klacht van een getuige over een advocaat in het kader van een strafrechtelijke herzieningsprocedure. Klaagster heeft een getuigenverklaring afgelegd. Iemand die zich voordeed als klaagster heeft contact gezocht met de advocaat-generaal om ervoor te zorgen dat de getuigenverklaring niet meer gebruikt zou worden. Verweerder twijfelde of het telefoontje van klaagster was en dit heeft hij bij haar willen navragen. Daarmee heeft verweerder gehandeld zoals hij had moeten doen. Niet is gebleken dat verweerder de heer A en mevrouw R heeft verboden om met klaagster t e spreken. Dat klaagster de spullen van de heer A bij het grofvuil heeft gegooid omdat zij geen contact met hem had, kan verweerder niet worden aangerekend. Hij heeft niet geadviseerd om dat te doen, maar dat heeft klaagster zelf besloten. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:33 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-743/DB/OB
- Datum publicatie: 03-03-2025
- Datum uitspraak: 03-03-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:33
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Schending van artikel 21 Rv kan verweerder worden aangerekend. Al voordat de dagvaarding was uitgebracht, was verweerder door de wederpartij gewezen op de correspondentie waar de schending van artikel 21 Rv op zag. Verweerder had dus kennis van het bestaan daarvan en het had vervolgens als een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat op zijn weg gelegen om die correspondentie op te vragen bij klaagster of de wederpartij. Klacht in zoverre gegrond. Klacht ongegrond voor zover verweerder wordt verweten excessief te hebben gedeclareerd, zonder toestemming te hebben verrekend of informatie niet in te hebben gebracht in de procedure. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-553/AL/MN
- Datum publicatie: 03-03-2025
- Datum uitspraak: 03-03-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:56
De raad verklaart de klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:37 Raad van Discipline Amsterdam 24-831/A/A
- Datum publicatie: 28-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:37
Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Van een situatie waarin toepassing moet worden gegeven aan gedragsregel 15 is geen sprake. Daarvoor dient klager op enig moment de cliënt van verweerder te zijn geweest (15 lid 1 onder b). Dat is niet gebleken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:38 Raad van Discipline Amsterdam 24-741/A/A
- Datum publicatie: 28-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:38
Raadsbeslissing; Klacht over de kwaliteit van dienstverlening gedeeltelijk gegrond zonder oplegging maatregel. Hoewel is komen vast te staan dat verweerder op het gebied van de schriftelijke vastlegging van belangrijke afspraken (gedragsregel 16 lid 1) en bij zijn onttrekking aan klaagsters zaak (gedragsregel 14 lid 3) steken heeft laten vallen, ziet de raad aanleiding in dit geval geen maatregel op te leggen. De raad heeft er begrip voor dat bijstand in Wvggz-zaken zich minder goed leent voor onverkorte en strikte toepassing van de gedragsregels. Bovendien valt het verweerder te prijzen dat hij, zo heeft hij ter zitting verklaard, klaagster op haar verzoek recentelijk toch weer als advocaat heeft bijgestaan, omdat geen enkele andere advocaat klaagster wilde bijstaan en hij haar niet in de steek wilde laten.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:27 Hof van Discipline 's Gravenhage 240217
- Datum publicatie: 27-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:27
Verweerster heeft haar cliënt, klager, gedurende een lange periode bewust voorgespiegeld dat zij een zaak tegen de ex-partner van klager aanhangig had gemaakt bij de rechtbank, terwijl dat niet het geval was. Vervolgens heeft verweerster klager ontraden zich bij de rechtbank te beklagen over de trage behandeling. De raad heeft verweerster hiervoor de maatregel van schrapping opgelegd, mede gelet op het proberen te verhullen van haar gedrag, het niet geven van een uitleg voor haar handelen en haar tuchtrechtelijk verleden. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:31 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-661/DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:31
Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat. Naar het oordeel van de raad betaamt het een behoorlijk handelend advocaat niet om een schikkingsvoorstel te formuleren, waarin volstrekt onduidelijk is ten behoeve van welke wederpartij(en) bij aanvaarding van het schikkingsvoorstel tot betaling moet worden overgegaan en waarin volstrekt ongewis is tot betaling van welke bedragen moet worden overgegaan. Klager heeft uitdrukkelijk aan verweerder gevraagd voor wie hij optrad en verweerder had daarover in ieder geval op het moment dat hij een schikkingsvoorstel namens zijn cliënten formuleerde klare wijn moeten schenken. Door dit te weigeren heeft verweerder niet gehandeld zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. Klager verwijt verweerder daarnaast dat hij misbruik heeft gemaakt van procesrecht door een proefprocedure te starten, waarin hij bewust heeft gekozen voor een lage vordering zodat geen hoger beroep mogelijk is, waarna hij vijftien dagvaardingen heeft uitgebracht en de eis heeft vermeerderd tot een bedrag van € 7.750,--. Door kort na uitbrenging van de dagvaarding de eis te vermeerderen heeft verweerder naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De advocaat dient immers een doelmatige behandeling van de zaak na te streven en verweerder heeft dit nagelaten. Klacht deels gegrond. Schorsing van twaalf weken, waarvan vier weken voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-498/DB/ZWB
- Datum publicatie: 25-02-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:30
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Klaagster verwijt verweerster dat zij klaagster enkele dagen voor kerst heeft doen dagvaarden, zonder gelijktijdig haar advocaat te informeren. De raad is van oordeel dat gedragsregel 25 lid 2 ook geldt voor dagvaardingen. Dat de betekening van een dagvaarding door de deurwaarder met waarborgen is omkleed doet daar niet aan af. De ratio van deze gedragsregel is namelijk dat de advocaat van de wederpartij van de ontwikkelingen in een zaak op de hoogte is. Zo wordt voorkomen dat de advocaat van de wederpartij een partij bij een geschil overrompelt zonder bijstand van zijn eigen advocaat. Bovendien is het niet ongebruikelijk dat een dagvaarding niet aan de beoogde partij ter hand wordt gesteld maar door de deurwaarder in de brievenbus wordt achtergelaten. Ook die praktijk onderstreept het belang dat de advocaat van de eisende partij de advocaat van de gedaagde partij informeert over het uitbrengen van de dagvaarding door het toesturen daarvan aan die advocaat. Op grond van gedragsregel 25 lid 2 mag een dagvaarding derhalve slechts rechtstreeks aan een partij, die zich laat bijstaan door een advocaat, betekend worden, wanneer een afschrift hiervan gelijktijdig aan diens advocaat wordt verstuurd. Verweerster heeft dit nagelaten. Door na te laten gelijktijdig een afschrift van de dagvaarding aan klaagster te sturen, heeft verweerster naar het oordeel van de raad gehandeld in strijd met gedragsregel 25 lid 2. In zoverre is de klacht gegrond. De raad is, anders dan klaagster, van oordeel dat verweerster geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt van het feit dat de dagvaarding op 21 december 2023, dus enkele dagen voor kerst, aan klaagster is betekend. Naar het oordeel van de raad is niet gebleken dat klaagsters belangen daardoor nodeloos zijn geschaad. In zoverre is de klacht ongegrond. De raad ziet in de aard en ernst van het gegrond bevonden tuchtrechtelijke verwijt en in de omstandigheden dat verweerster ter zitting van de raad heeft aangegeven dat zij in retrospectief er beter aan had gedaan om klaagsters advocaat gelijktijdig te informeren en dat verweerster niet eerder tuchtrechtelijk werd veroordeeld, aanleiding om af te zien van oplegging van een maatregel.