Zoekresultaten 1-10 van de 1833 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:206 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-155/AL/MN

    Klacht over voormalige eigen advocaat. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door onvoldoende met klaagster te communiceren over het belang van de tijdige betaling van het griffierecht en het tijdig aanbrengen van de dagvaarding in hoger beroep en haar ook onvoldoende te informeren over de fatale termijnen en de gevolgen daarvan. Daarnaast is verweerder zich onvoldoende bewust geweest van zijn verplichting om belangrijke termijnen voor zijn cliënte te bewaken en om erop toe te zien dat deze termijnen niet worden overschreden, zeker nu het om fatale termijnen ging. De aard en de ernst van deze verwijten rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Daarbij wordt er rekening mee gehouden dat verweerder ter zitting op zijn handelen heeft gereflecteerd en dat aan verweerder niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:202 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-047/AL/OV

    Verweerder is in een hoog-conflict echtscheiding opgetreden voor de ex-partner van klaagster. De door verweerder in een specifieke e-mail gebruikte bewoordingen en gekozen momenten van actie kunnen weliswaar door klaagster als pijnlijk zijn ervaren, maar dat alleen is onvoldoende om daaruit te concluderen dat bij verweerder structureel sprake was van een onbetamelijke wijze van communicatie of misbruik van bevoegdheden. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder in de omstandigheden van het geval kiezen voor beslaglegging op de uitkering van klaagster. Executoriaal beslag is ook bedoeld als drukmiddel. Klaagster heeft daarin ook haar eigen keuzes gemaakt en verantwoordelijkheid gehad. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:203 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-092/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over voormalige eigen advocaat. Klaagster staat buiten de afspraak tussen haar gemachtigde en verweerster over de toegezegde terugbetaling van facturen. Het is begrijpelijk dat verweerster de uitkomst van een lopende procedure bij de Raad van State wilde afwachten voordat zij tot terugbetaling zou overgaan. Verweerster heeft haar werkzaamheden voor klaagster tijdig en zorgvuldig beëindigd. Klacht voor een deel niet ontvankelijk en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:204 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-115/AL/NN

    Klacht over de advocaat van de wederpartij van klager. Naar het oordeel van de raad heeft verweerster de grenzen van het betamelijke in haar processtukken in het langjarige familierechtelijk geschil niet overschreden. Niet is gebleken van lasterlijke en onnodig grievende uitlatingen over klager. Verweerster heeft als eerste advocaat van haar cliënte na al die jaren te maken met de zesde advocaat van klager. Dat verweerster uit irritatie daardoor wat scherpere en ietwat sarcastische bewoordingen in haar processtukken gebruikt om het standpunt van haar cliënte kracht bij te zetten ziet de raad dan ook in die context. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:138 Raad van Discipline Amsterdam 24-205/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat in een strafzaak. Verweerders bijstand voldeed zowel inhoudelijk als voor wat betreft zijn communicatie met klager aan hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht. Toen van een vertrouwensband geen sprake meer was, mocht verweerder zich bovendien aan klagers zaak onttrekken. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:139 Raad van Discipline Amsterdam 24-228/A/A

    Raadsbeslissing; Klacht van een advocaat over een advocaat in een erfrechtkwestie. Voor zover verweerder wordt verweten onvoldoende deskundig te zijn om zijn cliënte bij te staan, betreft dit een kwestie die speelt tussen verweerder en zijn cliënte. De wederpartij - en al helemaal de advocaat van de wederpartij (in dit geval klager) - staat hier buiten. De klacht is in zoverre niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang. Voor zover verweerder wordt verweten zijn schadeclaim kracht te hebben bijgezet door te dreigen met een tuchtklacht, geldt dat - hoewel deze zaken in één e-mail zijn opgenomen - niet gebleken is dat verweerder tussen beide zaken een verband heeft gelegd. De klacht is in zoverre ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:140 Raad van Discipline Amsterdam 24-249/A/A

    Raadsbeslissing; Ongegronde klacht over de dienstverlening van de eigen advocaat in een artikel 12 Sv procedure. Verweerders bijstand voldeed zowel inhoudelijk als voor wat betreft zijn communicatie met klaagster aan hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht. Van een gebrek aan inzet of voorbereiding is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:141 Raad van Discipline Amsterdam 24-250/A/A

    Raadsbeslissing; Gedeeltelijk gegronde klacht over de advocaat wederpartij zonder oplegging van een maatregel. Verweerder heeft in strijd met gedragsregel 6 lid 2 executoriaal derdenbeslag laten leggen zonder klaagster of haar advocaat hierover vooraf te informeren. Verweerders vrees voor verhaalsfrustratie kan een legitiem bijzonder belang opleveren om gedragsregel 6 lid 2 terzijde de stellen. In dit geval is echter onvoldoende gebleken van een geobjectiveerd legitiem belang. Nu verweerders beweegredenen voor zijn handelwijze evenwel integer waren en voortkwamen uit een oprechte bezorgdheid voor zijn kwetsbare cliënten (een ouder echtpaar) en verweerder een schoon tuchtrechtelijk verleden heeft, acht de raad een maatregel niet aangewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:117 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-258/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Klacht gegrond voor zover verweerder niet helder is geweest in het maken van financiële afspraken. Bovendien was klager al in de veronderstelling gebracht dat zijn zaak was aangenomen. Het stond verweerder vrij om de werkzaamheden voor klager neer te leggen, daargelaten of er al een opdracht tot stand was gekomen. Dat is niet ontijdig gedaan. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:118 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-225/DB/LI

    Raadsbeslissing. Tussen klaagster en verweerder bestaat geen cliënt-advocaatrelatie. Verweerder heeft zich als kantoorverantwoordelijke opgeworpen om klaagster te woord te staan nadat andere advocaten binnen het kantoor de werkzaamheden hadden neergelegd. Verweerder kan geen verwijt worden gemaakt over de inhoudelijke bijstand en het gebrek aan communicatie van het kantoor aan klaagster. De verwijten ten aanzien van de klachtenfunctionaris slagen evenmin, omdat verweerder niet de klachtenfunctionaris is. Klachten in zoverre ongegrond. Wel had verweerder klaagster in het ongewisse gelaten over de verdere afhandeling van haar verzoek om de kwestie te melden bij diens beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Vaststaat dat de aansprakelijkstelling niet is gemeld. De raad legt een waarschuwing op.