Zoekresultaten 1-10 van de 2225 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:74 Hof van Discipline 's Gravenhage 240289

    Wederzijds hoger beroep. Klacht over ontoereikende dienstverlening in huurkwestie (schade door lekkages), het niet nakomen van afspraken en het (dreigen met) het neerleggen van werkzaamheden. De raad heeft de klacht gegrond verklaard voor zover het gaat over het onvoldoende voortvarend optreden van verweerder en voor het overige ongegrond verklaard. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:125 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-790/AL/MN

    Klager beklaagt zijn eigen advocaat. Verweerder erkent dat de vordering van klager op de tegelleverancier en de tegelzetter is verjaard omdat hij deze vordering niet heeft gestuit. Klager heeft verweerder daarvan op de hoogte gebracht. In eerste instantie heeft verweerder voortvarend meegedacht over een oplossing. Later heeft klager opnieuw een hulpvraag bij verweerder neergelegd, met de mededeling dat de scheuren in de vloer erger werden. Na de verschillende e-mails daarover had het op de weg van verweerder gelegen om navraag bij klager te doen wat nodig en mogelijk was voor het nog verder behartigen van de belangen van klager. Verweerder heeft een jaar niets van zich laten horen. Aldus is verweerder tekortgeschoten in zijn zorgplicht voor klager en dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De raad merkt nog op dat de raad niet beoordeelt of de beroepsfout tot aansprakelijkheid leidt. Daarvoor staan andere juridische wegen open. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:73 Hof van Discipline 's Gravenhage 240158

    Bekrachtiging beslissing raad. Klacht tegen advocaat wederpartij deels niet-ontvankelijk (verwijt dat verweerder tegengestelde belangen vertegenwoordigt door eerst voor de moeder van klaagster op te treden en na haar overlijden voor haar broer en zus) en deels ongegrond (verwijten dat verweerder niet doelmatig handelt en zich niet voldoende inzet voor een minnelijke oplossing).

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:93 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-769/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke procedure. Klacht over het door de cliënt contant betaald worden vanuit aan de Belastingdienst niet opgegeven inkomsten niet-ontvankelijk, omdat de wederpartij daarbij geen direct betrokken belang heeft. Klacht over polariserend handelen en geen minnelijk overleg te zoeken ongegrond, omdat dit onvoldoende is onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:124 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-732/AL/MN

    Raadsbeslissing. De raad verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:74 Raad van Discipline Amsterdam 24-660/A/A 24-662/A/A

    Raadsbeslissing; Omvangrijke klacht over de advocaat wederpartij in een geschil tussen een accountant en een bedrijf over meldingen van vermeende misstanden binnen dat bedrijf. De klachtonderdelen zijn ongegrond dan wel niet-ontvankelijk vanwege een termijnoverschrijding of het ontbreken van een rechtstreeks belang.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:83 Raad van Discipline Amsterdam 24-904/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen (voormalige) advocaat. De klacht wordt in alle onderdelen ongegrond verklaard. Verweerster heeft haar werkzaamheden aan de hand van urenstaten gespecificeerd en desgevraagd nadere uitleg gegeven aan klager. De declaraties van verweerster zijn niet zodanig onduidelijk ingericht dat klager geen enkel inzicht had in de aard van de in rekening gebrachte uren. Verweerster heeft verder een eindafrekening verstrekt en het openstaande saldo van het voorschot, met rente, terugbetaald aan klager. Niet is gebleken dat verweerster op enig moment heeft geweigerd om het openstaande saldo van het voorschot terug te betalen. Geen sprake van excessief declareren. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:84 Raad van Discipline Amsterdam 24-963/A/A 24-968/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaten van de wederpartij. Klager sub 4 is de advocaat van klagers sub 1, 2 en 3. De klacht tegen verweerders wordt gedeeltelijk gegrond verklaard. Verweerders hebben bewust nagelaten klager sub 4 een afschrift van hun e-mail van 25 januari 2024 aan de deskundige te doen toekomen en hebben zich met hun handelwijze onwelwillend opgesteld tegenover een collega-advocaat. Dat is tuchtrechtelijke verwijtbaar. Ook is het tuchtrechtelijke verwijtbaar dat verweerders niet uit zichzelf met klagers hebben gedeeld dat zij stukken met de deskundige hebben gedeeld en welke stukken dit (globaal) betroffen. Door dit niet te doen, hebben verweerders belemmerd dat de discussie over deze stukken tussen partijen kon worden gevoerd. De aard en ernst daarvan rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Waarschuwing voor beide verweerders.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:121 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-011/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft een H16-formulier rechtstreeks aan (de partner van) klager heeft gemaild in plaats van aan de gemachtigde van klager. Daarmee heeft verweerster gedragsregel 25 lid 1 geschonden en dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond. Vanwege de door verweerster gestelde en niet weersproken omstandigheden en de beperkte ernst van het verzuim van klaagster – het H16-formulier bevat slechts een procedurele mededeling – ziet de raad af van oplegging van een waarschuwing en volstaat de raad in dit geval met de constatering van het gegronde tuchtrechtelijke verwijt zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:122 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-047/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerder heeft zich in zijn Whatsappcontact met een kwetsbare cliënte op volstrekt ongepaste en onbetamelijke wijze gedragen. Hij heeft seksueel getinte opmerkingen gemaakt, naaktfoto’s van zichzelf geappt, geappt dat hij seks met klaagster wil en aangestuurd op een ontmoeting met klaagster om seks met haar te hebben. Ook heeft verweerder er bij klaagster op aangedrongen om de inhoud en aard van hun appcontact geheim te houden. De aard en ernst van dit klachtwaardige gedrag rechtvaardigen de oplegging van een zware maatregel. Daarbij wordt rekening gehouden met alle omstandigheden, waaronder de impact die de gedragingen van verweerder hebben gehad op klaagster. Ook weegt mee dat klaagster via de praktijkondersteuner van haar huisarts bij verweerder terecht is gekomen en dat verweerder pas in de gaten had dat hij fout zat toen hij de brief van de deken ontving over de ingediende klacht. Dat baart de raad zorgen. Tegelijkertijd heeft verweerder ter zitting erkend dat hij fout zat en heeft hij zijn excuses aan klaagster aangeboden. De raad gaat er dan ook van uit dat deze zeer ernstige fout eenmalig is en dat verweerder zich in zijn contact met (vrouwelijke) cliënten voortaan zal onthouden van dergelijke onbetamelijke gedragingen. Voorwaardelijke schorsing van vier weken.