Zoekresultaten 41-50 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:84 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2544

    Gedeeltelijk niet-ontvankelijke klacht, en kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager is patiënt bij de huisartsenpraktijk en de behandelrelatie verloopt moeizaam. Er is geprobeerd om middels een mediator de behandelrelatie te herstellen, maar dat is niet gelukt. Uiteindelijk heeft de huisarts de behandelovereenkomst beëindigd per medio 2020. Dit is de derde tuchtklacht van klager tegen de huisarts. Klager verwijt de huisarts het onrechtmatig opzeggen van de behandelingsovereenkomst, het overdragen aan een andere huisarts, het niet willen opstellen van verwijsbrieven in 2019 en het onnodig besmetten van zijn naam met een psychische aantekening in 2015/2016. RTG Zwolle: verklaart klager kennelijk niet-ontvankelijk in de klacht, voor zover het betreft klachtonderdelen c en d, en verklaart de klacht kennelijk ongegrond voor zover het betreft klachtonderdelen a en b. Het CTG verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing en geeft het RTG in overweging een volgende klacht van klager tegen de huisarts niet in behandeling te nemen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2675

    Ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager heeft eerder klachten tegen de huisarts ingediend, dit is de vierde klacht. Hij verwijt de huisarts in deze procedure dat zij hem onnodig heeft besmet met een psychische aantekening in zijn dossier. Voorzitter RTG: klager is gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klachten en voor het overige is de klacht kennelijk ongegrond. Het CTG verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing en geeft het RTG in overweging een volgende klacht van klager tegen de huisarts niet in behandeling te nemen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:129 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-197/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de ex-partner in een echtscheidingskwestie in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:77 Hof van Discipline 's Gravenhage 240238

    Beroep tegen verzetsbeslissing. Klachten tegen advocaat van de wederpartij in een echtscheidingsprocedure zijn ongegrond. Het hof laat nieuwe klachten en klachten jegens anderen dan verweerster buiten beschouwing. Ook laat het hof het verzoek diverse verklaringen voor recht uit te spreken buiten beschouwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7131

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Het college ziet geen aanwijzingen dat de fysiotherapeut bij een dry needling behandeling onjuist heeft gehandeld. Geen aanknopingspunten dat de door klaagster gestelde lichamelijke gevolgen zijn veroorzaakt door de dry needling behandeling. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7243

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is na een operatie aan haar linker enkel onder behandeling geweest bij de fysiotherapeut. Bij de eerste behandelafspraak heeft klaagster meegedeeld dat zij ook last had van haar nek/schouder. De fysiotherapeut heeft klaagster behandeld door middel van dry needling. Het college is van oordeel dat de fysiotherapeut ten onrechte een screening en risico evaluatie van de nekklachten achterwege heeft gelaten. Dat de nekklachten volgens klaagster verband hielden met de klachten aan haar linker enkel maakt niet dat een screening en risico evaluatie achterwege had kunnen blijven. Het college verwijst naar de KNGF-richtlijn Nekpijn. Dit geldt temeer nu de fysiotherapeut direct heeft gekozen voor een grondige dry needling behandeling. Dit klachtonderdeel is gegrond, de overige klachten zijn ongegrond. Geen maatregel opgelegd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:74 Hof van Discipline 's Gravenhage 240289

    Wederzijds hoger beroep. Klacht over ontoereikende dienstverlening in huurkwestie (schade door lekkages), het niet nakomen van afspraken en het (dreigen met) het neerleggen van werkzaamheden. De raad heeft de klacht gegrond verklaard voor zover het gaat over het onvoldoende voortvarend optreden van verweerder en voor het overige ongegrond verklaard. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:75 Hof van Discipline 's Gravenhage 250127 250145 250146

    Naar het oordeel van de voorzitter maakt klager door op steeds dezelfde wijze opnieuw en kort na elkaar volstrekt onbegrijpelijke klachten in te dienen die alle lijken te zijn gebaseerd op hetzelfde feitencomplex (Color Neon), misbruik van het klachtrecht. Toekomstige klachten van gelijke strekking – waarmee het hof bedoelt: klachten op grond van hetzelfde feitencomplex en/of klachten die onbegrijpelijk zijn geformuleerd zonder concrete aanwijzing van de gedraging die een deken en/of advocaat-medewerker van een ordebureau wordt verweten – worden niet meer door het hof in behandeling genomen / verwezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:76 Hof van Discipline 's Gravenhage 250153

    Afwijzende verwijzing. De klacht is zodanig gebrekkig geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee als lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. Met deze klacht, die zoals uit het overzicht in de uitspraak van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch van 18 november 2024, ECLI:NL:TADRSHE:2024:164, blijkt, verband houdt met klachten die klager blijft indienen tegen advocaten die hebben opgetreden in procedures rondom en na de beëindiging van klagers dienstverband bij [de werkgever], maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:87 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-134/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. De weigering van verweerder om akkoord te gaan met de voorstellen van mr. S. voor de opheffing van het beslag is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het stond verweerder vrij om in het belang en in opdracht van zijn cliënte conservatoir beslag te laten leggen op het onroerend goed van klaagster en ook om niet akkoord te gaan met de voorstellen van mr. S. om dat beslag op te heffen. Ook mocht verweerder in het belang van zijn cliënte voorstellen dat de gelden via de notaris op zijn derdengeldenrekening zou worden gestort. Van het opzettelijk frustreren van de levering van het onroerend goed en het misbruiken van zijn derdengeldenrekening door verweerder, zoals klaagster heeft gesteld, is niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond.