Zoekresultaten 11-20 van de 44698 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:84 Raad van Discipline Amsterdam 24-963/A/A 24-968/A/A
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:84
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaten van de wederpartij. Klager sub 4 is de advocaat van klagers sub 1, 2 en 3. De klacht tegen verweerders wordt gedeeltelijk gegrond verklaard. Verweerders hebben bewust nagelaten klager sub 4 een afschrift van hun e-mail van 25 januari 2024 aan de deskundige te doen toekomen en hebben zich met hun handelwijze onwelwillend opgesteld tegenover een collega-advocaat. Dat is tuchtrechtelijke verwijtbaar. Ook is het tuchtrechtelijke verwijtbaar dat verweerders niet uit zichzelf met klagers hebben gedeeld dat zij stukken met de deskundige hebben gedeeld en welke stukken dit (globaal) betroffen. Door dit niet te doen, hebben verweerders belemmerd dat de discussie over deze stukken tussen partijen kon worden gevoerd. De aard en ernst daarvan rechtvaardigen de oplegging van een maatregel. Waarschuwing voor beide verweerders.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:78 Raad van Discipline Amsterdam 24-535/A/A
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:78
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7237
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 02-05-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:109
Deels gegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg. De verpleegkundig specialist is betrokken bij de zorg aan de ex-partner van en klaagster vindt dat de zorgverleners de verhalen van haar ex-partner onvoldoende hebben geverifieerd, dat zij onjuiste en onzorgvuldige Veilig Thuis meldingen hebben gedaan en onvoldoende samenwerking met haar hebben opgezocht. Klaagster heeft een klacht ingediend tegen zowel de verpleegkundig specialist als tegen de behandelend psychiater (zie A2024/7236). Het college komt tot het oordeel dat klaagster in het grootste gedeelte van haar klacht niet kan worden ontvangen, dat de klacht gegrond is voor zover het ziet op de inhoud van de melding naar Veilig Thuis en dat de klacht voor het overige ongegrond is. Gelet op de omstandigheden van het geval legt het college geen maatregel op.
-
ECLI:NL:TNORARL:2025:15 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/435161 / KL RK 24-54
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 24-02-2025
- ECLI:NL:TNORARL:2025:15
Bij één klachtonderdeel heeft klaagster geen redelijk belang, zodat zij niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Het andere klachtonderdeel is ongegrond, omdat de e-mails die de notaris aan haar heeft verzonden niet als bedreigend kunnen worden gekwalificeerd. Bovendien is de frustratie van de notaris over de gang van zaken met betrekking tot een dreigende blokkade van zijn derdengeldenrekening begrijpelijk. Om deze blokkade te voorkomen had de notaris de medewerking van klaagster nodig, nu zij de waarnemer was op het protocol van de oud-notaris waarmee de notaris in een maatschap zat. De derdengeldenrekening werd zowel door de notaris als de oud-notaris gebruikt en diende gesplitst te worden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:79 Raad van Discipline Amsterdam 25-173/A/NH
- Datum publicatie: 02-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:79
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is kennelijk ongegrond. Het in de dagvaarding noemen van de adresgegevens van de gedaagden was noodzakelijk en het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster hiermee de belangen van de wederpartij onevenredig zou hebben geschaad.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:70 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-146/DB/LI
- Datum publicatie: 01-05-2025
- Datum uitspraak: 29-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:70
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen (voormalig) advocaat over de kwaliteit van de dienstverlening. De klacht ziet op vermeend handelen of nalaten van verweerder in de periode 2007-2014, zijnde de periode waarin verweerder aan klager rechtsbijstand heeft verleend. Klager heeft zich op 6 november 2024, derhalve ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet bedoelde termijn, met een klacht over verweerder tot de deken gewend. Niet is gebleken dat klager niet eerder dan op 6 november 2024 heeft kunnen klagen. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. Dat sprake zou zijn van de in artikel 46g lid 2 Advocatenwet bedoelde situatie is voorts gesteld noch gebleken. Klacht op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:71 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-183/DB/ZWB
- Datum publicatie: 01-05-2025
- Datum uitspraak: 29-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:71
Voorzittersbeslissing. Niet gebleken dat (1) verweerder zonder klaagsters medeweten haar belangen heeft behartigd in één of meerdere strafzaken; (2) klaagster geen inzage heeft gegeven in haar strafdossiers; (3) klaagster geen kopie heeft verstrekt van haar strafdossiers; (4) zonder klaagsters medeweten beroep heeft ingesteld bij het Gerechtshof; (5) klaagster onder valse voorwendselen griffierecht heeft laten betalen; (6) processtukken heeft vervalst en deze vervalste stukken aan het Gerechtshof en het Openbaar Ministerie heeft gestuurd. Alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:72 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-184/DB/ZWB
- Datum publicatie: 01-05-2025
- Datum uitspraak: 29-04-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:72
Voorzittersbeslissing. Niet gebleken dat (1) verweerster zonder klaagsters medeweten haar belangen heeft behartigd in één of meerdere strafzaken; (2) klaagster geen inzage heeft gegeven in haar strafdossiers; (3) klaagster geen kopie heeft verstrekt van haar strafdossiers; (4) zonder klaagsters medeweten beroep heeft ingesteld bij het Gerechtshof; (5) klaagster onder valse voorwendselen griffierecht heeft laten betalen; (6) processtukken heeft vervalst en deze vervalste stukken aan het Gerechtshof en het Openbaar Ministerie heeft gestuurd. Alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:120 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-174/AL/GLD
- Datum publicatie: 01-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:120
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een arbeidsrechtelijke kwestie in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:121 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-011/AL/GLD
- Datum publicatie: 01-05-2025
- Datum uitspraak: 28-04-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:121
Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft een H16-formulier rechtstreeks aan (de partner van) klager heeft gemaild in plaats van aan de gemachtigde van klager. Daarmee heeft verweerster gedragsregel 25 lid 1 geschonden en dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond. Vanwege de door verweerster gestelde en niet weersproken omstandigheden en de beperkte ernst van het verzuim van klaagster – het H16-formulier bevat slechts een procedurele mededeling – ziet de raad af van oplegging van een waarschuwing en volstaat de raad in dit geval met de constatering van het gegronde tuchtrechtelijke verwijt zonder oplegging van een maatregel.