Zoekresultaten 11-20 van de 43948 resultaten
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:19 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/35
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 05-08-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:19
Hond. Dierenarts wordt verweten nalatig te hebben gehandeld met betrekking tot de bevalling van een hond. [Ongegrond.]
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:10 Hof van Discipline 's Gravenhage 240143H
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:10
Verzoeker is niet-ontvankelijk in zijn herzieningsverzoek. Op grond van artikel 2.3 van het herzieningsprotocol moet een herzieningsverzoek binnen een redelijke termijn worden ingediend. Op grond van artikel 1.2a van het herzieningsprotocol (vóór de uitspraak niet bekende feiten die het ernstige vermoeden rechtvaardigen dat het hof tot een andere beslissing zou zijn gekomen) moet het herzieningsverzoek worden ingediend binnen een jaar nadat de verzoeker bekend is geworden met die feiten of omstandigheden. Op grond van artikel 1.2b van het herzieningsprotocol (schending fundamenteel rechtsbeginsel) moet het verzoek worden ingediend binnen een jaar nadat de griffie een afschrift van de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd aan de verzoeker heeft gezonden. Zowel in het geval de toelichting op het herzieningsverzoek van verzoeker moet worden begrepen als een beroep op schending van een fundamenteel rechtsbeginsel, als in het geval verzoeker zich heeft beroepen op nieuwe feiten en omstandigheden, is de desbetreffende termijn (uit artikel 1.2a en 1.2b) reeds verstreken.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:15 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-496/DB/OB
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:15
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat. Klager verwijt verweerder dat hij in afwachting van de betaling van de eigen bijdrage geen werkzaamheden heeft verricht. De raad is van oordeel dat verweerder hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Klager verwijt verweerder dat hij heeft gekozen voor overleg met de gemeente, terwijl klager gebaat was met een procedure tegen de gemeente. Indien een advocaat van oordeel is dat het aanhangig van een procedure geen of te weinig kans van slag heeft, is de advocaat niet verplicht die procedure aanhangig te maken. In de onderhavige zaak heeft verweerder klager geadviseerd om met de gemeente het gesprek aan te gaan teneinde een schuldhulpverleningstraject op te starten. Klager heeft dit advies -uiteindelijk – geaccepteerd en heeft hiermee ingestemd. Dat verweerder geen procedure tegen de gemeente aanhangig heeft gemaakt kan hem gelet op het voorgaande niet worden verweten. Klager verwijt verweerder dat het hernieuwde schuldhulpverleningstraject is mislukt omdat klager niets meer hoorde van verweerder. Naar het oordeel van de raad heeft klager dit klachtonderdeel onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Verweerder heeft dit onderdeel van de klacht weersproken, terwijl uit de overgelegde stukken geenszins blijkt dat het traject door toedoen van verweerder is mislukt. Dit klachtonderdeel mist feitelijke grondslag. Klacht in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:26 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/32
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:26
Rund. Volgens de klachtambtenaar is er sprake van tekortschieten door de dierenarts door een noodslachtverklaring onjuist in te vullen en af te geven en de noodslachting van een rund uit te voeren, terwijl aan het vereiste van een ongeval niet werd voldaan. [Gegrond.] Volgt onvoorwaardelijke geldboete van € 750 en voorwaardelijke geldboete van € 750, met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:17 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-458/AL/OV
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:17
Verzet ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6941
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 21-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:16
Deels gegronde klacht tegen een arts. Klager heeft een urgentieaanvraag gedaan voor zelfstandige woonruimte in de buurt van zijn ouders. De urgentieaanvraag was gestoeld op mantelzorg. Verweerster heeft als arts Indicatie en advies op basis van de stukken die door klager waren aangeleverd hierover een mondeling advies gegeven tijdens de vergadering van de urgentiecommissie. Klager is van mening dat het advies niet zorgvuldig is geweest, onder meer omdat verweerster geen nader onderzoek heeft ingesteld en zonder klager te hebben gesproken of gezien een mondeling advies heeft uitgebracht.Het college oordeelt als volgt. Verweerster heeft, hoewel daartoe ter zitting uitgenodigd, niet of althans onvoldoende onderbouwd waarom zij de informatie van de huisarts heeft genegeerd en de informatie van de psychiater niet heeft opgevraagd. Indien en voor zover hieraan tijdgebrek of budgettaire redenen ten grondslag liggen (zoals in het verweerschrift naar voren is gebracht) acht het college dit eveneens verwijtbaar. Het is immers juist verweersters taak als adviserend arts om de zorgvuldigheid van haar sociaal medische advies te waarborgen en naar het oordeel van het college heeft zij dit onvoldoende gedaan. Wat betreft de aan verweerster op te leggen maatregel oordeelt het college dat ter zitting duidelijk is geworden dat de werkwijze van de commissie die zij ondersteunde op belangrijke punten niet aan de zorgvuldigheidseisen voldeed. Zij heeft hierin onvoldoende regie genomen en tegenwicht geboden en ter zitting weinig inzicht getoond in haar handelen. Het college legt aan verweerster daarom de maatregel van een berisping op.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:20 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/19, 2023/20 en 2023/21
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 02-09-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:20
Kat. De dierenartsen wordt verweten dat niet in een eerder stadium is geconcludeerd dat de gezondheidssituatie van de kat van klager uitzichtloos was en dat niet eerder de mogelijkheid van euthanasie is voorgesteld. Door dit na te laten heeft de behandeling volgens klager onnodig lang voortgeduurd en heeft de kat onnodig geleden. In de zaak met nummer 2023/19 is de klacht ongegrond verklaard en in de zaken met de nummers 2023/20 en 2023/21 zijn de klachten niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:11 Hof van Discipline 's Gravenhage 240156
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 17-01-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:11
Verweerder is in gebreke gebleven met het tijdig en naar behoren voldoen aan redelijke verzoeken van de deken met betrekking tot het aanleveren van financiële gegevens en een toelichting daarop. De raad heeft verweerder hiervoor een schorsing van 26 weken opgelegd. Het hof oordeelt dat verweerder – terwijl hij reeds door de tuchtrechter op de onjuistheid van zijn handelen was gewezen – wederom de deken structureel en op ernstige wijze in zijn toezichthoudende taak heeft gefrustreerd. Dat verweerder ook in strijd met de kernwaarde (financiële) integriteit heeft gehandeld door onbetrouwbare dan wel onjuiste cijfers aan te leveren, is onvoldoende komen vast te staan. Het hof legt verweerder – mede gelet op zijn tuchtrechtelijk verleden – een schorsing op van 26 weken, waarvan 13 weken voorwaardelijk met een bijzondere voorwaarde.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:16 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-431/DB/OB
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:16
Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de eigen advocaat. Klager verwijt verweerder dat hij ondanks zijn toezegging niet heeft gereageerd op klagers e-mail inzake de alimentatielast, evenmin op de e-mail van de advocaat van de wederpartij van 12 mei 2023 en pas zeer laat – na een gesprek op 13 juni 2023 – op de e-mails van de deurwaarder van 2 en 8 mei 2023. Verweerder heeft het verweer gevoerd dat hij op 5 april 2023 aan klager een afsluitbrief heeft gestuurd, waarmee aan de opdracht een einde is gekomen. Tot de beantwoording van vragen was verweerder vanaf dat moment niet meer verplicht, aldus verweerder. De raad is van oordeel dat het door verweerder gevoerde verweer getuigt van een verkeerde taakopvatting. Ook na verzending van een afsluitende brief is de advocaat gehouden om vragen te beantwoorden. Klagers zaak was nog niet (volledig) afgewikkeld en de door klager genoemde e-mails noopten tot actie. Verweerder heeft de e-mails te lang laten liggen en daarmee heeft hij tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. In zoverre is dit onderdeel van de klacht gegrond. Voor het overige is de klacht ongegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:27 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/60
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 30-09-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:27
Konijn. De dierenarts wordt verweten dat zij bij het konijn van klaagster een onjuiste diagnose heeft gesteld en een verkeerde behandeling heeft ingezet. [Ongegrond.]