Zoekresultaten 31-40 van de 42556 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:158 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-160/AL/NN/D

    Gegrond dekenbezwaar. Schending kernwaarde integriteit. De Raad voor Rechtsbijstand heeft geld voor toevoegingen die verweerder inmiddels in loondienst aanvroeg ten onrechte betaald op een bankrekeningnummer van de eenmanszaak van verweerder. Verweerder heeft geld bestemd voor zijn werkgever naar een eigen spaarrekening gestort en heeft over deze gang van zaken onjuiste verklaringen bij zijn werkgever afgelegd. Voor het handelen van verweerder bestaat op geen enkele wijze een rechtvaardiging. Onvoorwaardelijke schorsing van 52 weken.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6640

    Klaagster deels niet-ontvankelijk en deels ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster vindt dat zij, ondanks haar positie als wettelijk vertegenwoordigster, niet of onvoldoende is geïnformeerd over de behandeling van haar moeder, die is overleden. Ook verwijt zij de verpleegkundig specialist dat de medische behandeling (palliatieve sedatie) onjuist was. Uit het medisch dossier en hetgeen tijdens de zitting is besproken kan niet worden afgeleid dat de moeder ontevreden was over de medische behandeling en dat zij daarover een klacht had willen indienen. Gesteld noch gebleken is dat moeder informatie is onthouden over (de gevolgen van) de behandeling, of zich anderszins feiten of omstandigheden zich hebben voorgedaan die – indien moeder daarvan op de hoogte zou zijn geweest – zouden hebben geleid tot een andere beslissing dan door moeder genomen. Dit betekent dat klaagster deels niet-ontvankelijk is in haar klacht. Vanaf het moment dat moeder dat moeder niet meer aanspreekbaar was en zij haar wil niet meer (in voldoende mate) kon bepalen en/of uiten, trad klaagster op als wettelijk vertegenwoordiger van haar moeder en is zij ontvankelijk in haar klacht. Het college is op grond van de vastleggingen in het medisch dossier en de toelichting ter zitting van oordeel dat klaagster door de verpleegkundige specialist in voldoende mate is geïnformeerd. Het college overweegt verder dat het medisch dossier van moeder geen aanwijzingen bevat dat op enig moment een palliatieve sedatie is ingezet. Moeder is overleden aan de gevolgen van ernstig leverfalen. De overige klachtonderdelen zijn ook ongegrond verklaard. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:159 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-100/AL/NN

    Klacht advocaat wederpartij ongegrond. De omstandigheid dat een advocaat financiële stukken aanneemt op naam van de echtgenote van haar cliënt is in het algemeen niet klachtwaardig.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:160 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-175/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:154 Hof van Discipline 's Gravenhage 230168

    Klager verwijt verweerder (advocaat van de wederpartij, een gemeente) gebruik in ontslagzaak van vertrouwelijke gespreksverslagen. Hof vernietigt uitspraak raad, klacht ongegrond. Hof kan niet oordelen over wat verweerder zijn cliënt al dan niet heeft geadviseerd/had moeten adviseren.  Verweerder valt niet tuchtrechtelijk te verwijten dat de gespreksverslagen deel zijn gaan uitmaken van het dossier in de ontslagzaak van klager en evenmin dat die verslagen in de procedure in hoger beroep zijn ingebracht.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:106 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2131

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd aan haar linkervoet vanwege een hallux valgus. Klaagster verwijt de chirurg dat zij te weinig nazorg heeft geleverd na een operatie die waarschijnlijk ook niet goed is gegaan. Klaagster heeft daardoor nog steeds veel pijn. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:155 Hof van Discipline 's Gravenhage 230253

    Klacht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van curator ingetrokken. Hof vernietigt beslissing raad en verstaat dat op de klacht niet meer hoeft te worden beslist.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:107 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2172 en C2023/2211

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij zich bij onderzoeken seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen. Het Regionaal Tuchtcollege kan niet vaststellen dat de huisarts zich seksueel grensoverschrijdend jegens klaagster heeft gehandeld en verklaart de klacht ongegrond. Klaagster en de inspectie komen van deze klacht in beroep. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de verklaringen van klaagster consistent en betrouwbaar zijn en hecht daar meer waarde aan dan aan de ontkenningen door de huisarts. Daarbij neemt het Centraal Tuchtcollege in aanmerking dat sprake is van een patroon in het gedrag van de huisarts. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt daarom aannemelijk dat sprake is geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart het klachtonderdeel ten aanzien van het seksueel grensoverschrijdend gedrag alsnog gegrond, legt de huisarts de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register op en ontzegt de huisarts het recht om opnieuw in het BIG-register ingeschreven te worden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:156 Hof van Discipline 's Gravenhage 230231

    Bekrachtiging beslissing raad. Beroepsgronden klager falen. D​e stelling van klager dat hij telefonisch opdracht aan verweerder heeft gegeven voor het instellen van het hoger beroep, kan terzijde worden geschoven nu klager niet heeft kunnen onderbouwen wanneer dat gesprek met verweerder heeft plaatsgevonden en wat de inhoud van dat gesprek is geweest. Klager heeft deze stelling ook niet eerder ingenomen dan in het hoger beroep. Deze stelling van klager strookt bovendien niet met de brief van 21 augustus 2019 waarin verweerder met zoveel woorden vraagt of hij hoger beroep dient in te stellen voor klager. Ten aanzien van de opmerking van klager dat verweerder de telefoonnotie zou hebben vervalst, merkt het hof op dat klager deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd, terwijl in de door klager overgelegde stukken ook geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden voor de juistheid van deze stelling. Klacht ongegrond. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:108 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2032

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is de moeder van een – destijds – drie maanden oude baby die in het ziekenhuis was opgenomen vanwege een infectie met het RS-virus. Klaagster sliep bij haar zoon op de kamer. De verpleegkundige had die nacht dienst en maakte klaagster rond 23.30 uur wakker omdat haar zoon sinds 23.00 uur lag te huilen en een fles nodig had. De klacht gaat over de wijze waarop klaagster door de verpleegkundige werd gewekt. Ook stelt klaagster dat haar zoon die nacht niet de nodige zorg heeft gekregen. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het deel van de klacht dat gaat over de zorg voor de zoon van klaagster gegrond en legt aan de verpleegkundige op de maatregel van waarschuwing. Het beroep van klaagster wordt voor het overige verworpen.