Zoekresultaten 71-80 van de 44039 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:9 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-804/DH/DH
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:9
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een bestuursrechtelijke kwestie. Klacht deels niet-ontvankelijk, want te laat. Klacht over deskundigheid kennelijk niet-ontvankelijk, vanwege gebrek aan rechtstreeks belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond, vanwege onvoldoende onderbouwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2360
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:8
Klacht tegen een orthopedisch chirurg. Klaagster is scoliose-patiënte. Zij is in verband met daaraan gerelateerde problematiek in 2013 op tienerleeftijd door de orthopedisch chirurg geopereerd. Na de operatie ging het aanvankelijk goed, maar na enige tijd kreeg klaagster pijnklachten en is uiteindelijk het osteosynthesemateriaal in 2015 verwijderd. Na het verwijderen van dit materiaal is de scoliose teruggekomen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg met klachtonderdeel b dat hij de in 2014 en 2015 gemaakte röntgenfoto’s en de in 2015 gemaakte CT-scan onjuist heeft beoordeeld en er eind 2015 ten onrechte van uit is gegaan dat sprake was van een goed gefuseerde spondylodese. Volgens klaagster heeft de orthopedisch chirurg dan ook niet kunnen besluiten om het osteosynthesemateriaal te verwijderen. Klaagster verwijt de orthopedisch chirurg ook dat zij onvoldoende is voorgelicht over de risico’s van de operatie waarbij het osteosynthesemateriaal is verwijderd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart dit klachtonderdeel ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:9 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2371
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:9
.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:10 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2372
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:10
Klacht tegen een gynaecoloog. Klagers zijn met een zwangerschapstermijn van 41 weken en 3 dagen doorverwezen naar het ziekenhuis in verband met een stuitligging. De ontsluiting volgt vlot, maar de uitdrijving verloopt zeer moeizaam. Daardoor loopt het zoontje hersenschade op en overlijdt na 6 dagen. Klagers verwijten de gynaecoloog dat hij a) te sturend is geweest tijdens de counseling, b) de bevalling niet goed heeft begeleid en de CTG-registratie onvoldoende aandacht heeft gegeven, c) in de nagesprekken niet eerlijk is geweest en d) geen calamiteitenmelding heeft gedaan bij IGJ. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel b) gegrond verklaard en de gynaecoloog de maatregel op van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de gynaecoloog tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:10 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-820/DH/RO 24-821/DH/RO 24-822/DH/RO 24-824/DH/RO 24-825/DH/RO
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:10
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaten in hun hoedanigheid van respectievelijk medewerker en leden van de CBE van een universiteit. Klager meent dat hij van de opleiding en campus wordt geweigerd omdat sprake zou zijn van institutioneel racisme en een complot om hem ervan te weerhouden een opleiding te volgen. Daarvoor kan hij zich wenden tot de civiele rechter in een procedure tegen de universiteit. Klager maakt zijn klachten tegen verweerders verder weinig concreet en heeft nog geen begin van een onderbouwing daarvan gegeven. Niet gebleken dat verweerders het vertrouwen in de advocatuur hebben geschaad. Klachten alle vijf kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6993
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:19
Gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft klager gezien in het kader van zijn ziekmelding. Zij heeft een Inzetbaarheidsprofiel (IZP) opgesteld. Klager verwijt de bedrijfsarts onder andere dat zij een onjuist IZP heeft opgemaakt en dat zij geen goede uitleg heeft gegeven over het IZP. Naar het oordeel van het college heeft de bedrijfsarts bij het vaststellen van de beperkingen in het IZP te lang en te zwaar geleund op autisme als –medisch en psychologisch verder niet geverifieerde – werkdiagnose. Om tot dermate verregaande en structurele beperkingen in het persoonlijke en sociale functioneren van klager te kunnen concluderen, had de bedrijfsarts ter onderbouwing nader onderzoek hebben moeten laten doen (psychiatrische dan wel psychologische expertise). Het college verklaart de klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:11 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2383
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 22-01-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:11
Klacht tegen een gynaecoloog. Bij klaagster is in 2016 de baarmoeder operatief verwijderd. De ingreep begint als kijkoperatie, maar vanwege opgetreden bloeding bij de introductie van de trocar wordt het een open buikoperatie. De bloeding wordt gestopt en de ingreep is succesvol, maar kort na de operatie krijgt klaagster last van darmproblemen die in ernst toenemen en leiden tot arbeidsongeschiktheid en het aanbrengen van een stoma. Klaagster is van opvatting dat deze problemen zijn veroorzaakt door een verkeerd uitgevoerde operatie door de gynaecoloog. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2025:6 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-745/DH/DH
- Datum publicatie: 22-01-2025
- Datum uitspraak: 08-01-2025
- ECLI:NL:TADRSGR:2025:6
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij/curator. Deels niet-ontvankelijk, want te laat. Deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege ne bis in idem en gebrek aan rechtstreeks belang. Voor het overige kennelijk ongegrond, vanwege onvoldoende onderbouwing en omdat van onjuist gebruik van de derdengeldenrekening niet is gebleken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:20 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-689/AL/MN
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 20-01-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:20
voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder als partijdige belangenbehartiger voldoende oog gehad voor de belangen van klager als wederpartij van zijn client. Verweerder mocht afgaan op de juistheid van de feiten zoals door zijn cliënt gemeld. Dat verweerder onnodige druk op klager heeft uitgeoefend of misbruik van procesrecht heeft gemaakt is de voorzitter uit de stukken niet gebleken. Deels is klager niet ontvankelijk wegens strijd met het ne bis in idem-beginsel. Over klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVTC:2024:23 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2023/7
- Datum publicatie: 21-01-2025
- Datum uitspraak: 09-07-2024
- ECLI:NL:TDIVTC:2024:23
Koe. Dierenarts wordt verweten een koe ten onrechte niet te hebben behandeld tegen melkziekte, dat op een verkeerde wijze een infuusbehandeling is toegepast en dat ten onrechte pijnstillende medicatie (Rimadyl) aan de koe is toegediend. Ongegrond.