Zoekresultaten 101-110 van de 44214 resultaten
-
ECLI:NL:TNORARL:2024:37 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/429806 KL RK 23-146
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 27-03-2024
- ECLI:NL:TNORARL:2024:37
Klager stelt dat als gevolg van de wijziging van de huwelijksvoorwaarden, het vermogen van zijn bedrijf is betrokken bij het bepalen van de erfbelasting, waardoor hij nu veel meer erfbelasting verschuldigd is dan de bedoeling was van partijen. Klager verwijt de oud-notaris dat hij 1) inhoudelijk fouten heeft gemaakt bij het opstellen van twee akten van huwelijksvoorwaarden 2)niet tijdig inhoudelijk reageert op de aansprakelijkheidsstelling.Klachtonderdeel 1: klacht is te laat ingediend en daarmee kennelijk niet-ontvankelijkKlachtonderdeel 2: De notaris heeft tijdig gereageerd op de aansprakelijkheidsstelling. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-901/AL/NN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:41
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:42 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-098/AL/GLD
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:42
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De verzetgronden slagen dan ook niet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en ook rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:43 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-359/AL/MN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:43
De raad verklaart klacht over belangenstrengeling en een inhoudelijke klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2024:157 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/724244 / DW RK 22/389
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 28-03-2024
- ECLI:NL:TGDKG:2024:157
Klacht over het niet op terugbelverzoeken e-mails reageren en het voortzetten van een incasso, terwijl klaagster de opdracht reeds had ingetrokken. De kamer oordeelt dat de gerechtsdeurwaarder geen enkele toelichting heeft gegeven over de wijze waarop hij met de contactpogingen en intrekking van de opdracht door klaagster is omgegaan, zodat voldoende vaststaat dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De kamer overweegt verder dat de gerechtsdeurwaarders zijn voorbijgegaan aan de intrekking van de opdracht door klaagster en zijn doorgegaan met de incasso, terwijl klaagster inmiddels al een andere gerechtsdeurwaarder opdracht had verstrekt. Maatregel: berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:44 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-446/AL/GLD
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:44
Verzetbeslissing. Geen aanleiding om aan de juistheid van de voorzittersbeslissing te twijfelen. De voorzitter is in zijn beslissing op de stellingen van klagers ingegaan en heeft de daarop gebaseerde klachtonderdelen ongegrond verklaard. De omstandigheid dat klagers het daarmee niet eens zijn, betekent niet dat de beoordeling van de voorzitter onjuist is. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval zoals die uit het klachtdossier blijken. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7427
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 11-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:16
Klacht tegen een gezondheidszorg-psycholoog ongegrond. Verweerder was regiebehandelaar van klager bij een GGZ-praktijk. Klagers eigen behandelaar kreeg een andere functie en stopte haar werkzaamheden bij de praktijk. Klager bleef contact met haar zoeken, ook nadat de voormalig behandelaar zei dat ze dat niet wilde en ook verweerder hem daarop had gewezen. Om die reden ging de praktijk over tot beëindiging van de behandelingsovereenkomst en verwees klager terug naar de huisarts. Klager is van mening dat verweerder geen dringende reden had voor de opzegging. Hij vindt dat de regiebehandelaar geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de voortgang van de behandeling. Verder klaagt hij over schending van de geheimhoudingsplicht doordat verweerder zonder goede grond informatie over klager met collega’s en met de office-manager heeft gedeeld. Het college is van oordeel dat verweerder gegeven de omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Er was sprake van een gewichtige reden voor beëindiging van de behandelingsovereenkomst omdat klager ook na nadrukkelijke begrenzing contact bleef zoeken met de vorige behandelaar.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:39 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-832/AL/MN
- Datum publicatie: 11-02-2025
- Datum uitspraak: 10-02-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:39
Voorzittersbeslissing over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder klaagster in zijn correspondentie ontoelaatbaar onder druk heeft gezet. Hij heeft als partijdige belangenbehartiger opgetreden en correcte bewoordingen gebruikt. Verweerder mocht daarbij afgaan op van zijn cliënt verkregen informatie zonder nader onderzoek. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:1 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/04 VB 2024/05
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:1
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen twee dierenartsen. De zaak heeft betrekking op de kat van appellante, die was opgenomen en behandeld voor nierproblemen. De kat is uiteindelijk, vanwege een verslechterde gezondheidstoestand en een slechte prognose, geëuthanaseerd. De klachten gaan onder meer over de uitgevoerde behandeling en de dossiervoering. Het Veterinair Tuchtcollege heeft de klacht van appellante tegen de ene dierenarts ongegrond verklaard en tegen de andere dierenarts deels gegrond. Het Veterinair Beroepscollege verwerpt de beroepen.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:2 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2024/07
- Datum publicatie: 10-02-2025
- Datum uitspraak: 07-02-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:2
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege. De klacht is gericht tegen een dierenarts en gaat over het uitvoeren van een gebitsbehandeling bij de hond van appellante. Aanvankelijk betrof het een gebitsreiniging en uiteindelijk zijn 19 elementen verwijderd. Kort na de behandeling is de hond, vanwege een verslechterde gezondheidstoestand, geëuthanaseerd. De verwijten zien op het handelen voor, tijdens en na de behandeling van de hond. De klacht is in eerste aanleg ongegrond verklaard. In beroep komt het Veterinair Beroepscollege tot het oordeel dat het Veterinair Tuchtcollege de klacht – voor zover appellante daarvan in beroep komt – ten onrechte ongegrond heeft verklaard. Naar het oordeel van het Veterinair Beroepscollege heeft de dierenarts verwijtbaar gehandeld. Dit betreft de informatieverstrekking over de behandeling, de wijze waarop de diagnose tot stand is gekomen en de behandeling zelf is uitgevoerd, de nazorg en de dossiervoering. Het beroep is gegrond en aan de dierenarts wordt de maatregel van berisping opgelegd.