Zoekresultaten 5851-5860 van de 44930 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2023:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/404818 KL RK 22-72

    In de akte van levering is een passage opgenomen uit de koopovereenkomst. Klagers dachten daarmee een erfdienstbaarheid te hebben gevestigd, maar het gaat om een kettingbeding. Van de oud-notaris hoefde niet verwacht te worden dat hij begreep of had moeten begrijpen dat klagers een erfdienstbaarheid wilden vestigen. De oud-notaris heeft de wil van partijen, zoals die bleek uit de koopovereenkomst vastgelegd. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:15 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 21-1035/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft klager geadviseerd over de ontslagzaak. In die zin is er tussen verweerder en klager ook ten aanzien van de ontslagzaak sprake van een advocaat cliëntrelatie. Kwaliteit dienstverlening. Uit de overgelegde stukken blijkt niet dat verweerder schriftelijk heeft vastgelegd dat hij met klager over de gevolgen van berusting heeft gesproken en dus ook niet dat verweerder bij klager heeft gecontroleerd of hij zich voldoende realiseerde wat de gevolgen van berusting zouden zijn. Ook al zou klager zich bewust zijn geweest van de gevolgen van zijn keuze om in het ontslag te berusten, dan nog had verweerder dit bij klager moeten checken. Het gebrek aan schriftelijke vastlegging komt voor risico van verweerder. Verder heeft verweerder klager onvoldoende duidelijkheid gegeven over de gang van zaken bij het opstellen van het bezwaarschrift en heeft hij met klager niet de verschillende scenario’s besproken. Klacht voor een deel gegrond. Waarschuwing met kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1420

    Klacht tegen een klinisch geriater. De klacht betreft de behandeling van en de zorg voor klaagster. Klaagster bezocht in oktober 2017 de polikliniek klinische geriatrie van het ziekenhuis waar de klinisch geriater op dat moment werkte. De klinisch geriater concludeerde dat sprake was van een Mild Cognitive Impairment (MCI). Bij een consult in april 2018 bij de klinisch geriater meldde de dochter van klaagster dat klaagster in het ziekenhuis had gelegen met buikpijn. De conclusie was dat er progressie was tot een vorm van dementie en controle na zes maanden werd afgesproken. Eind juli 2018 heeft de klinisch geriater, na een verzoek daartoe van de dochter van klaagster, met de cardioloog besloten de Ascal met omeprazol over te zetten naar Plavix clopidogrel met de afspraak om in oktober te evalueren. Tijdens een telefonisch consult in november 2018 met de klinisch geriater werd een gastroscopie afgesproken. De uitslag hiervan was dat klaagster maagzweren had en de klinisch geriater heeft daarop medicatie afgesproken. In februari 2019 noteerde de klinisch geriater in het dossier onder meer dat het niet goed gaat met klaagster. Begin maart 2019 is klaagster ruim een week opgenomen. Bij het opnamegesprek en bij aanvang van de klinische observatie was een collega klinisch geriater (tevens beklaagde in C2022/1421) de supervisor van de dienstdoende arts-assistenten (beklaagden in C2022/1423 en C2022/1422). Daarna waren collega klinisch geriaters (waarvan o.a. beklaagde in C2022/1419) afwisselend supervisors. Na de opname heeft de klinisch geriater in deze zaak op vier momenten telefonisch contact gehad en in juni en juli 2019 zijn nog twee fysieke contactmomenten geweest. Eind maart 2020 heeft de dochter van klaagster bij het ziekenhuis een klacht ingediend tegen de behandelaars van klaagster tijdens de opname in maart 2019. Hierop is schriftelijk gereageerd door de klinisch geriater en haar collega (beklaagde in C2022/1419). Klaagster verwijt de klinisch geriater – zakelijk weergegeven-:a) Het niet met voorrang verwijzen naar een MDL-arts;b) Het (te) laat aanvragen van een gastroscopie;c) Het voorschrijven van een onnodig hoge dosis PPI’s;d) Het niet op de hoogte zijn van bijwerkingen van PPI’s;e) Het ineens en niet geleidelijk stoppen van de PPI’s;f) Het niet laten opnemen van klaagster op de MDL-afdeling maar op de afdeling geriatrie;g) Het niet serieus nemen van klaagster en haar dochter;h) Het ondersteunen van de gestelde foute diagnose en het doorgeven van foutieve informatie over klaagster aan collega’s;i) Het onheus bejegenen van de dochter van klaagster.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:26 Kamer voor het notariaat Amsterdam 721343 / NT 22-27

    Gelet op het belang van de permanente educatie moet een notaris voldoende prioriteit geven aan de opleidingsverplichtingen. Indien hij daartoe door een samenloop van omstandigheden niet in staat is, is het de verantwoordelijkheid van de notaris zelf om tijdig in contact te treden met de KNB voor (nader) overleg. Dat heeft de notaris nagelaten. Nu de notaris ondanks de waarschuwingen van het BFT, voor de derde keer in voornoemde tijdvakken te weinig opleidingspunten heeft gehaald, acht de kamer het opleggen van de maatregel van waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2022:27 Kamer voor het notariaat Amsterdam 721346 / NT 22-28

    Gelet op het belang van de permanente educatie moet een notaris voldoende prioriteit geven aan de opleidingsverplichtingen. Nu de notaris ondanks de waarschuwingen van het BFT, voor de derde keer in voornoemde tijdvakken te weinig opleidingspunten heeft gehaald, acht de kamer het opleggen van de maatregel van waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:16 Hof van Discipline 's Gravenhage 210231D

    Beroep deken tegen hoogte opgelegde maatregel. Verweerder heeft op basis van een aanname in strijd met de waarheid verklaard dat het afgesproken bedrag van zijn cliënt op zijn derdengeldenrekening was ontvangen, op basis waarvan de wederpartij (een bank) zijn zekerheidsstelling prijsgaf. Dit handelen op zich rechtvaardigt een berisping. In dit geval heeft verweerder - toen hij erachter kwam dat het geld niet op zijn derdengeldenrekening stond - de wederpartij meer dan twee jaar aan het lijntje gehouden en daarbij gelogen over de reden waarom hij zoals afgesproken de gelden niet doorstortte. Waar de raad hiervoor een berisping heeft opgelegd, vindt het hof een schorsing van 6 weken op zijn plaats. Daarbij heeft het hof 4 weken voorwaardelijk opgelegd omdat verweerder inzicht en berouw heeft getoond. Irrelevant is verder dat verweerder deze gedragingen heeft verricht jegens een buitenlandse advocaat. Schending kernwaarde integriteit.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:14 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-594/DB/ZWB

    Klacht tegen eigen advocaat. Advocaat heeft namens klager per email een schikkingsvoorstel aan de wederpartij heeft toegezonden, zonder dat hij voor de verzending van die email expliciet om toestemming aan klager heeft gevraagd. Gelet op alle omstandigheden acht de raad het niet aannemelijk dat klager niet instemde met het schikkingsvoorstel, zoals door zijn advocaat op 1 maart 2021 aan de wederpartij is gedaan.Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4027

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd in verband met een geperforeerde blindedarmontsteking. Zij verwijt hem dat hij na de operatie lange tijd geen CT-scan heeft willen maken en niet naar haar heeft geluisterd. Op het moment dat de chirurg wel de CT-scan heeft aangevraagd bleek er sprake van abcesvorming in het operatiegebied. Naar het oordeel van het college heeft de chirurg gehandeld zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende chirurg mag worden verwacht. Dat hij niet geluisterd heeft naar klaagster is het college niet gebleken. Gelet op eerdere ervaringen van klaagster is voorstelbaar dat zij graag wilde dat er een CT-scan van haar buik zou worden gemaakt. Het is echter de arts die de indicatie voor een CT-scan stelt. Uit het dossier blijkt dat aan klaagster verschillende malen is uitgelegd waarom er op dat moment (nog) geen reden was om een CT-scan te maken en dat zij daarvoor begrip kon opbrengen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4272

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft enkele malen de echtgenoot van klaagster telefonisch gesproken. Volgens klaagster heeft de huisarts leugens verspreid over klaagster en heeft de huisarts haar beroepsgeheim geschonden. Uit de inhoud van de telefonische contacten, kan niet worden afgeleid dat er leugens of onwaarheden over klaagster zijn verspreid. De huisarts heeft het medisch dossier gedeeld met klaagsters letseladvocaat, maar dit was op uitdrukkelijk verzoek van klaagster met machtiging. Nu er sprake was van toestemming, heeft de huisarts haar beroepsgeheim niet geschonden. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4021

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is vanwege buikpijn en koorts via de Spoedeisende Hulp (SEH) opgenomen geweest in het ziekenhuis. Na verschillende onderzoeken werd de werkdiagnose gecompliceerde urineweginfectie gesteld en werd klaagster met antibiotica naar huis gestuurd. Een week later heeft klaagster opnieuw de SEH bezocht vanwege aanhoudende pijn en koorts. De arts heeft klaagster daar als ANIOS onder supervisie van een internist beoordeeld, waarbij zij niet tot een duidelijke diagnose kwamen en een gynaecologisch consult hebben aangevraagd. Uiteindelijk bleek na het maken van een CT-scan dat sprake was van een abces op basis van een geperforeerde blindedarmontsteking. Klaagster verwijt de arts dat zij de diagnose blindedarmontsteking heeft gemist. Het college overweegt dat de arts de anamnese heeft afgenomen en passend lichamelijk onderzoek heeft verricht. Zij heeft ook overlegd met haar supervisor en verder onderzoek in gang gezet, aan de hand waarvan de blindedarmontsteking is vastgesteld. De arts heeft de juiste diagnostische stappen gezet, en is daarmee op een zorgvuldige wijze tot de juiste diagnose gekomen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.