Zoekresultaten 37281-37290 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0638 Kamer van toezicht Amsterdam 461702/NT10-20 J

      De kern van de klacht is naar het oordeel van de kamer gelegen in het verwijt aan de oud-notaris dat hij in strijd met de instructies van klagers bedragen van zijn derdengeldrekening heeft overgeboekt aan derden, dan wel niet kan verklaren waar die gelden zijn gebleven aangezien schriftelijke instructies ontbreken en dat hij daarmee een ondeugdelijke administratie heeft gevoerd. In het [K]-dossier zijn de stortingen op de derdengeldrekening van de oud-notaris door klagers zelf verricht. Dat geldt zowel voor de in de repliek in het bijzonder genoemde bedragen van € 285.000, - en € 140.000, - als voor de bedragen genoemd in bijlage 16 bij het klaagschrift, waarop door klagers in het kader van deze procedure niet nader is ingegaan. Voor al deze bedragen geldt dat zij zijn gestort meer dan drie jaren vóór 7 juni 2010 (de datum van indiening klachT). Dit klachtonderdeel wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TNOKAMS:2011:YC0639 Kamer van toezicht Amsterdam 461704/NT10-21 J 461715/NT 10-22 J

      De kamer is van oordeel dat het naleven van artikel 1 van de Administratieverordening een individuele verplichting betreft waarvoor een andere notaris in welke hoedanigheid dan ook geen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid draagt. De kamer ziet niet in dat aan de notarissen een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt voor de wijze waarop de oud-notaris destijds de desbetreffende dossiers zou hebben behandeld en geadministreerd. Overigens is onvoldoende gesteld of gebleken dat procedures met betrekking tot de administratieve organisatie bij [het notariskantoor] niet op de juiste wijze zouden worden toegepast.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1815 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3719/11.121

    Een advocaat heeft bij de behandeling van een zaak de leiding en dient vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Daarbij komt de advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. In het algemeen kan een tuchtrechtelijke maatregel eerst geïndiceerd zijn indien en voor zover de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1828 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3628/11.30

    Onzorgvuldige overname van de behandeling van een strafzaak.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1809 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 2871/07.86b

    Klacht dat dat de deken een systematische campagne tegen klager heeft gevoerd en zich medeplichtig maakt aan het schenden van de fundamentele rechten van klager (recht op privacy). Zaak hangt samen met R.2871/07.86a. Klacht is niet feitelijk onderbouwd. Bovendien geen schending van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1790 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3576/10.206

     Verzet te laat ingesteld. Termijnoverschrijding niet verschoonbaar. Vezet niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1784 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3590/10.220

    Aannemelijk is dat klager heeft nagelaten zijn advocaat te voorzien van de gevraagde/vereiste stukken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1797 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3696/11.98

    Bij de beoordeling of een klacht over een advocaat tijdig is ingediend dienen van geval tot geval twee belangen te worden afgewogen, te weten: enerzijds het ten gunste van de klager wegende maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst; anderzijds het belang dat een advocaat heeft bij toepassing van het beginsel van rechtszekerheid. Dit beginsel houdt onder meer in, kort samengevat, dat een advocaat zich niet na een als onredelijk te beschouwen lange tijd nog bij deken en tuchtrechter moet verantwoorden voor zijn optreden van destijds.   Door hier eerst drie jaar en vervolgens weer bijna vijf jaar mee te wachten, kan klager niet meer in zijn klacht worden ontvangen vanwege tijdsverloop, zelfs indien moet worden aangenomen dat de stafjurist van het bureau van de Orde van Advocaten niet steeds adequaat op zijn brieven heeft gereageerd. De adovcaat is door het verstrijken van inmiddels 8 jaar na indiening van de klacht tevens in een nadelige bewijspositie gebracht

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1822 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3466/10.96

    Tijdspanne tussen gevraagde en verstrekte informatie en uiteindelijk advies verweerder niet dermate lang dat vastgesteld kan worden dat verweerder niet voortvarend genoeg te werk is gegaan. Weergave van de klacht door de voorzitter strookt met de klacht zoals ingediend. Voor het overige geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1803 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3710/11.111

    Hoewel de Advocatenwet geen algemene termijnen kent voor verval of verjaring van het klachtrecht, brengt het beginsel van rechtszekerheid met zich mee dat een advocaat ervan moet kunnen uitgaan dat een klacht over zijn verrichtingen binnen een redelijke termijn worden ingediend, waarbij welke termijn als redelijk moet worden beschouwd afhankelijk is van de omstandigheden van het geval.