Zoekresultaten 37271-37280 van de 42352 resultaten

  • ECLI:NL:TADRLEE:2010:YA1887 Raad van Discipline Leeuwarden 56/10

    In een familierechtelijke kwestie heeft de rechtbank stukken opgestuurd naar verweerder in de veronderstelling dat verweerder nog advocaat was van klagers. Dat was niet meer het geval en aan verweerder was gebleken dat klagers een eigen juridisch adviseur hadden. Verweerder heeft per vergissing meegedeeld dat in de procedure een advocaat klagers diende bij te staan. Achteraf bleek dit onjuist en berustte op een kennelijke vergissing. Niet gebleken is dat verweerder willens en wetens onjuiste informatie heeft verstrekt. De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2010:YA1888 Raad van Discipline Leeuwarden 33/10

    Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline staat het optreden van een deken als zodanig niet onder tuchtrechtelijke controle tenzij de deken bij het uitoefenen van zijn functie zijn taak zodanig heeft verwaarloosd of zich zodanig heeft misdragen dat hij geacht moet worden zich te hebben schuldig gemaakt aan een handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Klager heeft zich tot de deken gewend met het verzoek hem een advocaat aan te wijzen ex artikel 13 Advocatenwet inzake een familierechtelijke kwestie. Verweerder heeft een advocaat aangewezen waarbij verweerder erop heeft gewezen dat het de advocaat is die uiteindelijk de strategie in een procedure bepaalt en een eigen verantwoordelijkheid heeft en niet klakkeloos de wensen van zijn cliënt behoeft te volgen. Nu klager het niet eens was met de aanpak van zijn advocaat heeft verweerder terecht niet opnieuw een advocaat aangewezen, gelet op het feit dat reeds eerder advocaten in dezelfde zaak voor klager hebben opgetreden. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Bovendien heeft verweerder klager gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken na de beschikking van verweerder beklag te doen bij het Hof van Discipline ex artikel 13 lid 3 Advocatenwet. Klager heeft daarvan geen gebruik gemaakt. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2010:YA1889 Raad van Discipline Leeuwarden 64/10

    Een advocaat mag in beginsel afgaan op de feiten zoals zijn cliënt die hem presenteert. Slechts in uitzonderingsgevallen is hij gehouden de juistheid te verifiëren. In het onderhavige geval was daartoe geen sprake. De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2010:YA1890 Raad van Discipline Leeuwarden 69/10

    Indien de cliënt een kwartier voor aanvang van de zitting per e-mail laat weten dat hij verhinderd is de zitting bij te wonen, is het niet verwijtbaar indien de advocaat hiervan geen kennis draagt en derhalve niet in staat is een aanhouding te vragen van de behandeling van de zaak. In dit geval was de advocaat op weg naar de zittingsplaats van de rechtbank en hem kan niet verweten worden dat het bericht van de ziekte hem niet tijdig heeft bereikt. Bovendien is niet verwijtbaar indien een rechterlijke uitspraak de cliënt niet tijdig bereikt omdat deze verzuimd heeft zijn adreswijziging door te geven aan de advocaat. Evenmin is het verwijtbaar dat de advocaat bepaalde stukken niet heeft overgelegd omdat, ondanks een verzoek daartoe, de cliënt nalaat die stukken ter beschikking te stellen, waarbij de advocaat er tevens op heeft gewezen dat het daarom noodzakelijk was dat de cliënt zelf ter zitting uitleg zou kunnen geven.  

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2011:YC0969 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 10-23

      De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen.  1.       De notaris heeft in de door hem opgemaakte akten het huisnummer behorend bij de door klagers gekochte woning niet goed vermeld en is nog steeds nalatig dit nummer bij het Kadaster in te schrijven, ondanks herhaaldelijk daartoe door klagers te zijn verzocht. Nu staat de woning bij het Kadaster nog ingeschreven onder huisnummer [huisnummer], terwijl het juiste huisnummer na de splitsing in appartementen [huisnummer plus “a”] is.   2.       De notaris heeft in zijn nota van afrekening de borgsom die klagers privé betaald hadden, ongevraagd meegenomen in het bouwdepot. In de eerste nota van afrekening van 1 februari 2008 was er hierdoor sprake van een hoger bouwdepot dan het afgesproken bouwdepot van € 50.000. Pas na telefonisch en mailcontact hebben klagers uiteindelijk op dezelfde dag per mail een verbeterde nota van afrekening van de notaris ontvangen.   3.       De notaris heeft tot en met het moment van passeren van de leveringsakte klagers niet erop gewezen dat er grote wijzigingen zouden zijn ten opzichte van de aan klagers bij het aangaan van de koopovereenkomst getoonde tekening betreffende splitsing in appartementen. Deze wijzigingen bleken uit de pas na het passeren van de leveringsakte door klagers ontvangen akte van splitsing. In de koopovereenkomst staat vermeld dat klagers op 30 november 2007 de akte van splitsing al zouden hebben ontvangen, hetgeen niet gebeurd is en ook niet mogelijk was, omdat de splitsingsakte pas op 1 februari 2008, circa 15 minuten voor de levering van het appartementsrecht aan klagers, door de toenmalige eigenaars getekend is en bij het passeren van de leveringsakte niet door de notaris aan klagers beschikbaar is gesteld, maar pas veel later. Bij het tekenen van de koopovereenkomst zijn klagers uitgegaan van de situatie als voorgesteld in de bij de koopovereenkomst getoonde splitsingstekening. Daarbij zijn klagers ervan uitgegaan dat de splitsing zou geschieden op basis van het standaardreglement van de KNB voor splitsing, zonder dat er enig artikel of lid aangepast zou worden. De akte van splitsing en de daarbij behorende splitsingstekening blijken nu dermate te zijn aangepast dat de waarde van hun appartement hierdoor is verminderd. Als klagers dit hadden geweten, hadden zij de koop alsnog niet kunnen laten doorgaan, althans had er in deze gewijzigde situatie geen overdracht plaatsgevonden. De splitsingstekening ten tijde van de koopovereenkomst ging bijvoorbeeld uit van een opgang van circa 11m2 en niet van de uiteindelijke tot 3m2 verkleinde opgang. Hierdoor hebben klagers extra bouwkosten moeten maken: voor onder meer een nieuwe trap, daar de trap in de entree zoals gekocht niet meer paste, en voor de verplaatsing van de niet meer passende centrale verwarmingsketel.   4.       De notaris heeft nagelaten bestaande beslagen op de woning tijdig door te halen. Dit bleek klagers toen zij medio juni 2008 een extra hypotheek voor verbouwing hadden aangevraagd. De notaris heeft dit hersteld, pas nadat een andere notaris hem namens klagers hierop had gewezen.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2009:YA1894 Raad van Discipline Leeuwarden 09/09 09a/09 17/09

    Inzake 09a/09 en 17/09: het is een advocaat niet toegestaan om na beëindiging van de opdracht door zijn cliënt, werkzaamheden te blijven verrichten en in rekening te brengen. Bovendien is het verwijtbaar indien de advocaat vervolgens tegen zijn voormalige cliënt gaat optreden. Klacht gegrond; de raad spreekt uit dat verweerder niet de zorgvuldigheid heeft betracht die een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt.   Inzake 09/09: een advocaat dient te reageren op brieven van de deken. Eveneens is een advocaat gehouden zijn verplichtingen op grond van de voor advocaten geldende verordeningen na te komen. Klacht gegrond; onvoorwaardelijke schorsing van 4 maanden.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2010:YA1891 Raad van Discipline Leeuwarden 72/10

    Hoewel de Advocatenwet hierover niets vermeldt, dient een klaagschrift toch aan zekere eisen te voldoen zoals - naam/adres klager en diens ondertekening; - omschrijving van de gedraging waarop de klacht betrekking heeft; - vermelding van het tijdstip waarop de gedraging heeft plaatsgevonden; - weergave van de overige relevante feiten en omstandigheden waaronder de reden    waarom klager meent bezwaar te moeten maken tegen de gedraging. Uit de brieven van klager is niet duidelijk een verwijt te destilleren. De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1276 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 023/2011

    Klacht tegen gynaecoloog vanwege onjuiste behandeling bij zwangerschapsvergiftiging. Beoordeling naar de in 2002 geldende standaarden in de beroepsgroep. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1895 Raad van Discipline Arnhem 10-151

    Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht wegens het laten voortbestaan van één van de beslagen, terwijl de daaraan ten grondslag liggende vordering al was voldaan. Verzet ongegrond. Op het moment dat verweerder constateerde dat het laatste beslag nog niet was opgeheven, heeft hij direct maatregelen getroffen.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2010:YA1892 Raad van Discipline Leeuwarden 01/10

      Indien een cliënt op de derdenrekening van het kantoor van zijn advocaat een bedrag stort als garantstelling, dient de advocaat aan de cliënt duidelijkheid te verstrekken over de periode dat het geld op zijn derdenrekening dient te blijven staan. Hoewel duidelijkheid gewenst is, is er in casu geen sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Een advocaat dient, op het moment dat duidelijk wordt dat een depotbedrag kan worden teruggestort, zulks onmiddellijk te doen. Indien hij daarmee wacht is zulks verwijtbaar. De vraag of, indien niet tijdig tot terugbetaling is overgegaan de rente behoort te worden vergoed, is een vraag waarover de raad niet kan beslissen. Dit betreft een vordering terzake van schadevergoeding. Dit betreft een civiele vordering. De raad is niet bevoegd daarover te beslissen. Aan de advocaat wordt een enkele waarschuwing opgelegd.