Zoekresultaten 2981-2990 van de 43395 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:97 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-044/DB/LI

    Voor zover de klacht ziet op het optreden van verweerder in de procedure tussen klagers echtgenote en de cliënten van verweerder en op verweerders betrokkenheid bij de invordering van de proceskosten kan klager daarin niet worden ontvangen vanwege het ontbreken van een eigen belang. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in privé aangifte te doen tegen klager. Klager heeft de ernstige verwijten aan het adres van verweerder onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Klacht deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:174 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-416/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van wederpartij in een incassoprocedure. De kantoorklachtenregeling van verweerder is enkel bedoeld voor cliënten. Verweerder was dan ook niet verplicht om te reageren op de klacht van klaagster, omdat zij geen cliënte was of is. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:175 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-431/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van wederpartij. Niet gebleken dat verweerder klager heeft beschuldigd van stalking, afpersing, dreigementen, voodoo en zwarte magie. Ook is niet gebleken dat verweerder zich tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft uitgelaten in de conclusie van antwoord.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:194 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-229/AL/GLD

    De voorzitter verklaart de klachtonderdelen a) en c) kennelijk ongegrond en klachtonderdeel b) niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:195 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-234/AL/MN

    De raad verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:196 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-840/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij. In het arbeidsrechtelijk geschil tussen klager en zijn werkgever heeft verweerder - advocaat van de werkgever - gegevens uit het medisch dossier van klager gedeeld zonder diens toestemming. De raad stelt voorop dat volgens vaste rechtspraak van het Hof van Discipline aan een advocaat een ruime mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn client te behartigen op een wijze die hem, in overleg met zijn client, goeddunkt. De advocaat heeft een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de vraag of er een noodzaak of relevantie is om medische gegevens te gebruiken. Daarin dient hij een eigen afweging te maken. Wel kan deze afweging achteraf door de tuchtrechter worden getoetst. De raad is van oordeel dat die noodzaak en relevantie er in dit geval niet was. Er was al veel over de medische toestand van klager bij diens werkgever bekend. Niet valt in te zien hoe het delen van de informatie uit het medisch dossier van klager voor het standpunt van de werkgever in de ontslagprocedure zou hebben uitgemaakt. Althans verweerder heeft niet aangetoond dat die specifieke informatie in die procedure cruciaal was. De maatregel van berisping is in dit geval passend.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:405 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-773/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Verweerder hoefde niet te begrijpen dat klager, na de inhoudelijke reactie op de klachten verweerder op de klachten, dat klager die klachten ook nog door de klachtenfunctionaris behandeld wilde hebben. Het stond verweerder vrij om na kennisname van de klachten over zijn functioneren de zaken van klager neer te leggen wegens een daardoor in de optiek van verweerder ontstane vertrouwensbreuk. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:197 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-299/AL/OV

    Verzetbeslissing. De weergave van de feiten is weliswaar juist, maar onvolledig. Aldus heeft de voorzitter een beslissing genomen op onvolledige feiten en daarom is het verzet gegrond. De klacht ziet erop dat verweerster als advocaat-mediator heeft opgetreden voor klaagster en haar echtgenoot in het kader van hun echtscheiding en aldus een door klaagster en haar echtgenoot getekend echtscheidingsconvenant heeft vernietigd, voordat er een nieuw getekend convenant was. Ook al was er in deze zaak haast geboden, dat maakt niet dat dit handelen niet klachtwaardig is. Gelet op het zelfinzicht van verweerster is de maatregel van waarschuwing in dit geval passend.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:95 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-109/DB/OB

    Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft, wetende dat klager werd bijgestaan door een advocaat, klager bij brieven van 23 december 2021 en 25 januari 2022 rechtstreeks aangeschreven, zonder gelijktijdige verzending van een afschrift van die brieven aan klagers advocaat. In zoverre gegrond. Dat verweerder doelbewust heeft aangestuurd op een escalatie door klager op één dag voor Kerstmis aan te schrijven is niet gebleken. In zoverre ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:198 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-031/AL/MN

    Advocaat wederpartij. Een kantoorgenoot heeft als zaakwaarnemer van verweerder tijdens diens vakantie onderhandeld met de advocaat van klager over een zekerheidsstelling door klager tot opheffing van het onder klager gelegde beslag. Uit de betreffende e-mails volgt naar het oordeel van de raad welke afspraak de advocaten namens hun cliënten hebben gemaakt waarna door klager een afgesproken bedrag op de derdengeldenrekening van verweerder is gestort. In de onderhandelings e-mails is telkens door beide advocaten met dezelfde terminologie aangegeven welk bedrag op welk moment - na het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis of in geval van een minnelijke regeling - door verweerder vanaf zijn derdengeldenrekening aan wie - aan zijn cliënte of aan klager - zou moeten worden doorbetaald. Verweerder heeft na het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis geweigerd om een restantbedrag op zijn derdenrekening aan klager terug te betalen met een beroep op die opdracht van zijn cliënte. Naar het oordeel van de raad kon hij zich in de gegeven omstandigheden daar niet achter verschuilen. Door het restantbedrag uit het depot niet meteen na het vonnis en ook niet na verzoeken daartoe aan klager over te maken, heeft verweerder naar het oordeel van de raad de belangen van klager onnodig en onevenredig geschaad zonder doel. Ook de integriteit van de beroepsgroep is daarmee in het geding gekomen nu de vaker gebruikte constructie van een depot van gelden op de derdenrekening van een advocatenkantoor onbetrouwbaar bleek te zijn. Dat wordt hem tuchtrechtelijk verweten. De raad oordeelt de klacht dan ook gegrond en legt aan verweerder een berisping op.