Zoekresultaten 2991-3000 van de 44756 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:27 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5349
- Datum publicatie: 29-02-2024
- Datum uitspraak: 23-02-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:27
Klager en verweerster zijn tandarts en praktijkhouder in dezelfde plaats. De verhoudingen tussen beide tandartspraktijken zijn al jaren ernstig verstoord. Klager verwijt verweerster dat zij zich zodanig niet collegiaal gedraagt dat dit in strijd is met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Ook verwijt hij haar valsheid in geschrifte en het niet verstrekken van medische dossiers van naar klager overgestapte patiënten. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ontvankelijk is maar dat de klacht ongegrond is.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:36 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-497/DB/ZWB
- Datum publicatie: 29-02-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:36
Verzetbeslissing. Verzet gegrond, klachtonderdeel a) is niet verjaard. Klachtonderdeel a) is gegrond, verweerder had rekening moeten houden met de Rome II-verordening. Waarschuwing. Verzet voor het overige ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:60 Hof van Discipline 's Gravenhage 230136
- Datum publicatie: 29-02-2024
- Datum uitspraak: 19-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:60
Dekenbezwaar. Bekrachtiging van schrapping, nadat verweerder in 2021 voor onbepaalde tijd geschorst was. De raad was eerder van oordeel dat verweerder structureel en langdurig in strijd met de kernwaarden onafhankelijkheid, integriteit en deskundigheid heeft gehandeld. Uit zijn handelen bleek, aldus de raad dat hij geen vertrouwen in de rechtspraak, in individuele rechters en (de vertegenwoordigers van) de orde van advocaten had. Hoewel verweerder in hoger beroep stelt dat hij respect heeft voor de rechterlijke macht, de dekens en andere advocaten, blijkt het tegenovergestelde uit zijn handelen. Het beroep op schending artikel 6 EVRM slaagt niet. Met nieuwe, niet onderbouwde beschuldigingen die verband houden met [land] en mensen uit [land], ontkracht verweerder niet de overweging van de raad dat zaken die verweerder behandelt met zijn verleden in verband worden gebracht, terwijl in redelijkheid niet te verdedigen is dat daarmee ook werkelijk een verband bestaat. Veeleer lijkt zijn betoog die overweging te bevestigen. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de raad tot schrapping van verweerder van het tableau.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:61 Hof van Discipline 's Gravenhage 230114
- Datum publicatie: 29-02-2024
- Datum uitspraak: 19-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:61
Klacht ingetrokken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:33 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-270/AL/GLD
- Datum publicatie: 29-02-2024
- Datum uitspraak: 22-01-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:33
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2024:62 Hof van Discipline 's Gravenhage 230340
- Datum publicatie: 29-02-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TAHVD:2024:62
Intrekking HB. Maatregel: onvoorwaardelijke schorsing. Op grond van artikel 56 lid 5 Advw bepaalt het hof de dag waarop de maatregel aanvangt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:51 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2072
- Datum publicatie: 28-02-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:51
Klaagster werd in 2003 op jonge leeftijd operatief behandeld in verband met borstkanker. In 2008/2009 is bij klaagster genetisch onderzoek verricht naar de aanwezigheid van een specifieke genmutatie die kan duiden op een verhoogd risico op borst- en eierstokkanker. Klaagster werd in 2013 verwezen naar verweerder voor het verwijderen van de eierstokken en eileiders in verband met een BRCA-2 mutatie. Klaagster is door verweerder geopereerd. De operatie verliep gecompliceerd omdat er sprake was van uitgebreide verklevingen in het gebied van beide eierstokken door endometriose. Klaagster is in 2016 nogmaals geopereerd door een andere gynaecoloog omdat er bij de eerdere operatie resterend weefsel van een van de eierstokken was achtergebleven. In 2017 kwam klaagster erachter dat er alleen sprake is geweest van een BRCA2 VUS en er geen erfelijke aanleg voor borst- en/of eierstokkanker is aangetoond. Klaagster stelt zich op het standpunt dat verweerder ten onrechte heeft nagelaten voor de operatie in 2013 haar hele dossier op te vragen, waaronder de brief waarin staat dat zij gen-draagster is. Als verweerder de oorspronkelijke diagnose had opgevraagd, had de operatie – met alle gevolgen van dien - niet plaats hoeven vinden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:38 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-862/DH/DH
- Datum publicatie: 28-02-2024
- Datum uitspraak: 28-02-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:38
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Klager 1 is niet bevoegd om ook namens de Vereniging van Eigenaren te klagen, zodat klager 2 kennelijk niet-ontvankelijk is in de klacht. Van een belangenconflict is de voorzitter op basis van de stukken niet gebleken. Evenmin heeft de voorzitter kunnen vaststellen dat verweerder de rechter onjuist heeft ingelicht. Klacht van klager 1 is dan ook kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2024:52 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2071
- Datum publicatie: 28-02-2024
- Datum uitspraak: 26-02-2024
- ECLI:NL:TGZCTG:2024:52
Klaagster werd in 2003 op jonge leeftijd operatief behandeld in verband met borstkanker. In 2008/2009 is bij klaagster genetisch onderzoek verricht naar de aanwezigheid van een specifieke genmutatie die kan duiden op een verhoogd risico op borst- en eierstokkanker. In 2013 zijn de eierstokken en eileiders vaan klaagster operatief verwijderd in verband met een BRCA-2 mutatie. In 2014 is klaagster door de huisarts verwezen naar het ziekenhuis waar verweerster werkzaam is omdat was gebleken dat er na de eerdere operatie resterend weefsel van een van de eierstokken was achtergebleven. Klaagster is vervolgens gezien door verweerster. Na dit consult heeft verweerster het OK-verslag en relevante medische gegevens opgevraagd. Na collegiaal overleg bleek dat er een indicatie voor een re-operatie was, om het resterende weefsel te verwijderen. Klaagster twijfelde of ze de operatie zou doen. In het laatste contact tussen verweerster en klaagster – een telefonisch consult – gaf klaagster aan toch geopereerd te willen worden. Klaagster is toen door verweerster op de wachtlijst geplaatst voor operatie. De tweede operatie is in 2016 door een collega van verweerster uitgevoerd. In 2017 kwam klaagster erachter dat er alleen sprake is geweest van een BRCA2 VUS en er geen erfelijke aanleg voor borst- en/of eierstokkanker is aangetoond. Klaagster stelt zich op het standpunt dat verweerster ten onrechte heeft nagelaten voor de operatie in 2016 haar hele dossier op te vragen, waaronder de brief waarin staat dat zij gen-draagster is. Als verweerster de oorspronkelijke diagnose had opgevraagd, had de operatie – met alle gevolgen van dien - niet plaats hoeven vinden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2024:39 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-861/DH/RO
- Datum publicatie: 28-02-2024
- Datum uitspraak: 28-02-2024
- ECLI:NL:TADRSGR:2024:39
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet komen vast te staan dat verweerder misbruik heeft gemaakt van procesrecht of feiten heeft vermeld waarvan hij wist dat die onjuist waren. Evenmin gebleken dat verweerder zich op ontoelaatbare wijze persoonlijk in het geschil heeft gemengd en onvoldoende professionele distantie in acht heeft genomen. Niet tuchtwaardig verwijtbaar gehandeld door in opdracht van zijn cliënten een tweede verlengingsverzoek bij de rechtbank in te dienen. Het is bovendien niet gebleken dat verweerder klager op onnodige kosten heeft gejaagd. Klacht kennelijk ongegrond.