Zoekresultaten 2511-2520 van de 42209 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:101 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-151/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. In de procedures die klager tegen de VvE is gestart, staat verweerder de VvE bij en in die rol behartigt verweerder ook alleen de belangen van de VvE. Klager wordt in deze procedures niet bijgestaan door verweerder, maar door zijn eigen advocaat. Geen sprake van een belangenconflict dan wel belangenverstrengeling. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:93 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-617/DH/RO

    Raadsbeslissing. Klager niet ontvankelijk in zijn klacht omdat hij in een eerdere klacht tegen dezelfde advocaat al over het onderwerp had kunnen klagen. De raad heeft in de beslissing een misbruikbepaling opgenomen; volgens de raad maakt klager misbruik van tuchtrecht en hij moet er rekening mee houden dat een volgende klacht door de deken en de raad niet in behandeling genomen zullen worden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:74 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-605/DH/DH

    Klacht over het niet instellen van hoger beroep. Verweerder heeft nagelaten hoger beroep in te stellen tegen een vonnis waarbij aan klager vijf jaar gevangenisstraf is opgelegd. De raad acht dit, in het licht van het vonnis waartegen beroep moest worden ingesteld, een forse fout. Opvallend en zorgelijk is dat het vervolgens bijna een jaar heeft geduurd voordat de fout werd ontdekt. De raad houdt rekening met het tuchtrechtelijk verleden van verweerder. Dertien weken schorsing voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:87 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-148/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang en gedeeltelijk kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-166/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:81 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-1006/DH/RO

    Klacht over de advocaat van de wederpartij ongegrond. Verweerder heeft verzuimd een afschrift van een door hem ingediend verzoekschrift naar klagers advocaat te sturen. Dit levert echter geen tuchtrechtelijk relevant verzuim op, omdat klager daardoor niet rechtstreeks in zijn belang is geschaad. Klagers advocaat had van de rechtbank al ruim op tijd een afschrift ontvangen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:102 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-150/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft verweerder verweten zich schuldig te maken aan belangenverstrengeling. Verweerder heeft aangevoerd dat hij niet de advocaat van de vereniging van eigenaren is (geweest) en dat hij in zijn hoedanigheid van advocaat daarbij ook geen inhoudelijke betrokkenheid heeft (gehad). Naar het oordeel van de voorzitter heeft klager, in reactie op het verweer, onvoldoende onderbouwd waarom dat wel het geval is geweest. Dat op het B-2 stelformulier van de behandelend advocaat, kantoorgenoot van verweerder, bij de toelichting staat vermeld ‘stellen ons namens gedaagde’ en de omstandigheid dat verweerder een enkele keer is opgenomen in de cc is daarvoor onvoldoende. Reeds om die reden wordt de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:94 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-381/DH/RO

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:75 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-751/DH/DH

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:77 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1582 en 1671

    Klacht tegen huisarts. De zoon van klaagster was opgenomen in een instelling in verband met een verstandelijke beperking en een aandoening in het autistisch spectrum. Verweerder was toen enige tijd de huisarts van de zoon. Klaagster is de mentor en bewindvoerder van haar zoon. Klaagster maakt verweerder meerdere verwijten. Klachtonderdeel 1 ziet op het voorschrijven van medicatie en het opzeggen van de behandelrelatie. Klachtonderdeel 2 houdt in dat verweerder zijn dossier niet op orde heeft. Klachtonderdeel 3 houdt in dat verweerder zich niet professioneel heeft opgesteld jegens klaagster in de communicatie. Klachtonderdeel 4 houdt in dat verweerder onterecht declaraties heeft ingediend bij de zorgverzekeraar van de zoon. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond verklaard, ter zake daarvan aan verweerder de maatregel van berisping opgelegd, en de klachtonderdelen 1 en 4 ongegrond verklaard. Klaagster heeft beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van klachtonderdeel 4. Verweerder heeft beroep ingesteld tegen de gegrondverklaring van de klachtonderdelen 2 en 3 en tegen de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft de ongegrondverklaring van klachtonderdeel 4, verklaart klachtonderdeel 2 alsnog ongegrond en legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op.