ECLI:NL:TADRAMS:2024:98 Raad van Discipline Amsterdam 24-015/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2024:98
Datum uitspraak: 27-05-2024
Datum publicatie: 06-06-2024
Zaaknummer(s): 24-015/A/A
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 27 mei 2024
in de zaak 24-015/A/A
naar aanleiding van de verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van  19 februari 2024 op de klacht van:


klaagster

over:

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 6 juli 2023 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster. 
1.2    Op 9 januari 2024 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2248724/JS/KV van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 19 februari 2024 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 19 februari 2024 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 15 april 2024. Daarbij waren klaagster en verweerder aanwezig. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Tevens heeft de raad kennisgenomen van de op 20 maart 2023 nagezonden stukken van klaagster en verweerster.

2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven en voor zover de raad begrijpt, in dat klaagster zich met de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze berust, niet kan verenigen. 
2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klaagster in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING 
4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klaagster aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 


BESLISSING
De raad van discipline:
-    verklaart het verzet ongegrond. 

Aldus beslist door mr. J.J. Roos, voorzitter, mrs. D. Horeman en J.H. Stek, leden, bijgestaan door mr. E.E. Wouters als griffier en uitgesproken in het openbaar op 27 mei 2024.


Griffier    Voorzitter
     

Verzonden op: 27 mei 2024