Zoekresultaten 2421-2430 van de 42257 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:127 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-829/AL/NN

    Verweerder heeft naar het oordeel van de raad de belangen van klaagster in haar arbeidsgeschil op zorgvuldige wijze behandeld. Uit de stukken en hetgeen tijdens de zitting is verklaard is de raad gebleken dat verweerder en klaagster vooraf een duidelijke (proces)strategie hebben afgesproken, namelijk dat eerst alleen de ontbindingsprocedure zou worden gestart en later zou blijken of daarna nog een loonvorderingsprocedure nodig zou zijn na eventuele ontbinding. Klaagster heeft ook ingestemd met de voorgestelde procesroute. Dit is daarna zo ook uitgevoerd door verweerder tijdens de onderhandelingen bij de rechtbank, wat heeft geresulteerd in een schikking. Dat verweerder tegen de kennelijke opdracht van klaagster in heeft gehandeld, is de raad dan ook niet gebleken. Dat de getroffen schikking door haar voormalig werkgever niet wordt nagekomen, kan verweerder niet worden aangerekend. Van verweerder hoefde naar het oordeel van de raad in de in de beslissing geschetste omstandigheden niet te worden verwacht dat hij een tweede (loonvorderings)procedure kosteloos voor klaagster zou doen. Overige klachten eveneens ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4312

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Het college kan jegens de gz-psycholoog geen (duidelijke) klacht halen uit de stukken van klager. Met de gz-psycholoog meent ook het college dat er vermoedelijk sprake is van persoonsverwarring nu de gz-psycholoog nimmer werkzaam is geweest in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum en nu een gz-psycholoog ook niet bevoegd is tot het (laten) toedienen van dwangmedicatie. Dat de gz-psycholoog dit gedaan zou hebben volgt ook niet uit de stukken. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:128 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-101/AL/NN

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in 2021 niet de vereiste 20 opleidingspunten behaald maar slechts 8. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met artikel 46 Aw en 4.4. Voda. Op één opleidingspunt na heeft verweerder het tekort aan punten over 2021 tijdig voor 1 april 2023 ingehaald. Voor zover verweerder een rechtvaardiging voor zijn puntentekort heeft gezocht in de beperkingen door de coronamaatregelen in dat jaar, merkt de raad op dat de (gewijzigde puntenvereisten van de) Verordening Covid-19 niet zag op het jaar 2021. Verweerder krijgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4538

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager stelt dat het aan de GZ-psycholoog is te wijten dat hij een LPFZ-status heeft gekregen en dat de GZ-psycholoog dit onder valse beschuldigingen heeft aangevraagd. Naar het oordeel van het college is de aanvraag van de LFPZ-status zorgvuldig overwogen en voldoende onderbouwd. Het college ziet geen aanknopingspunten om te oordelen dat sprake is van valse beschuldigingen jegens klager. Het college heeft verder kennisgenomen van een deel van de door klager aangeleverde beslissingen tot afzondering. Het college overweegt dat niet blijkt dat de beslissingen tot afzondering van klager op onzorgvuldige wijze zijn genomen. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:58 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-108/DB/LI

    Klacht afkomstig van de partner van de wederpartij van de cliënte van de advocaat. Advocaat heeft (financiële) gegevens van de partner van de wederpartij van zijn cliënte in de procedure ingebracht. Onder deze omstandigheden is het toetsingskader wat geldt voor de advocaat van de wederpartij van toepassing.Advocaat heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het inbrengen van de informatie over de functie van klaagster en het bijbehorende salarisniveau in de procedure betreffende de financiële noodsituatie van het huishouden van de partner van klaagster een voldoende redelijk doel diende.Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5140

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze zonder klaagster te hebben gezien over haar heeft geoordeeld op basis van verklaringen van familieleden. De huisarts zou hebben geoordeeld dat klaagster aan een psychose zou leiden, als gevolg waarvan klaagster gedwongen opgenomen is geweest. De huisarts is werkzaam bij de praktijk waar klaagster ingeschreven is. Zij was echter afwezig toen het voorgaande speelde en heeft hier dus geen betrokkenheid bij gehad. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:110 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-277/DH/A/W

    Wraking, kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5012

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze zonder klaagster te hebben gezien over haar heeft geoordeeld op basis van verklaringen van familieleden. De huisarts zou hebben geoordeeld dat klaagster aan een psychose zou leiden, als gevolg waarvan klaagster gedwongen opgenomen is geweest. De huisarts is werkzaam bij de praktijk waar klaagster ingeschreven is. Hij was echter afwezig toen het voorgaande speelde en heeft hier dus geen betrokkenheid bij gehad. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2022/31

    De klacht gaat over het door de notaris op 6 april 2018 gepasseerde testament van erflaatster. De notaris heeft de kamer er niet van kunnen overtuigen dat hij in de gegeven omstandigheden voldoende zorgvuldig is geweest en voldoende aan eigen waarneming heeft gedaan om de wilsbekwaamheid en onafhankelijke wilsvorming van erflaatster naar behoren te kunnen beoordelen. De klacht wordt daarom gegrond verklaard. Aan de notaris wordt de maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2023:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5141

    Klacht tegen huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat deze zonder klaagster te hebben gezien over haar heeft geoordeeld op basis van verklaringen van familieleden. De huisarts zou hebben geoordeeld dat klaagster aan een psychose zou leiden, als gevolg waarvan klaagster gedwongen opgenomen is geweest. De huisarts heeft uitgelegd waarom zij op basis van verklaringen van familieleden en naar aanleiding van online posts van klaagster het vermoeden heeft ontwikkeld dat klaagster aan een acute psychotische ontregeling leed. Zij heeft de GGZ crisisdienst over dit vermoeden geïnformeerd, die vervolgens nader onderzoek heeft gedaan naar de situatie van klaagster. Het college is van oordeel dat de huisarts onder de gegeven omstandigheden niets verwijtbaars heeft gedaan en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.